Conjunctuur
Voor het eerst sinds november 2020 – in tweeëneenhalf jaar dus – kampt China met deflatie, ofwel negatieve inflatie. Zowel de producentenprijzen als de consumentenprijzen in China dalen. Voor de eerstgenoemde graadmeter was dat geen verrassing. De producentenprijzen, een indicator van de prijzen van goederen op het moment dat ze de fabriek verlaten, zakten al voor de tiende maand op rij: deze keer met 4,40 %.
De Chinese economie groeide in het eerste kwartaal met 4,50 %. Dat is beter dan verwacht werd, en dat kwam vooral doordat de Chinese consument zijn portefeuille opentrok. De industrie stelde wel teleur.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) heeft haar vooruitzichten voor de wereldwijde economische groei opgeschroefd en verwacht nu een groei van 2,60 % voor dit jaar, en van 2,9 procent voor 2024.
Economische activiteit onverwacht gestegen, inflatie gedaald naar 8,05 %
De verslechterende conjunctuur wordt langzaam maar zeker zichtbaar op de arbeidsmarkt. Het aantal werkzoekenden stijgt, het aantal vacatures daalt.