“Dit is met een kanon op een mug schieten”

De aangescherpte regels rond Flexiwerk zijn absoluut niet naar de zin van de horeca. De horecafederaties van het land willen drie strengere regels geschrapt, en trekken daarvoor nu zelfs naar het Grondwettelijk Hof. “De vaste zaalmedewerker in mijn restaurant mag na zijn uren niet meer Flexi-jobben in mijn andere zaken, maar wél bij de bakker om de hoek.”
Duurder, complexer en beperkter. Dat werd het systeem van flexi- jobben volgens de horeca sinds de regels op 1 januari werden verstrengd. En dat is absoluut niet naar de zin van de sector die al jaren flexibele werkkrachten inzet om pieken op te vangen, zo verzekert Matthias De Caluwe, CEO van Horeca Vlaanderen. Minstens twee op de drie restaurants en cafés maken gebruik van het statuut. En zowat de helft van de meer dan 125.000 actieve flexi-jobbers is in de horeca aan de slag.
Het systeem van flexi-jobben maakt sinds acht jaar flexibel werken mogelijk, zowel voor gepensioneerden als voor werknemers met minstens een arbeidscontract van 80 % (4/5). Het fiscaal gunstige regime gold aanvankelijk enkel in de horeca. Ondertussen is flexi-jobben eveneens mogelijk als winkelbediende, in de zorg en sinds 1 januari in nog twaalf andere sectoren, waaronder de garages, land- en tuinbouwbedrijven, verhuisfirma’s en begrafenisondernemingen.

Noodsituaties

Maar de regering verstrengde begin dit jaar ook de spelregels. “Het systeem werd niet enkel duurder, maar ook beperkter”, stelt De Caluwe. Waarover de sector vooral struikelt? Het is als niet-gepensioneerde niet langer mogelijk te flexi-jobben bij een werkgever die verbonden is aan je reguliere baas. Een voorbeeld: een zaalmedewerker die in de week in een restaurant werkt, mag niet langer in het weekend als flexi-jobber bijspringen in een feestzaal waarvan zijn baas eveneens (mede)eigenaar is.
“Deze nieuwe verstrenging houdt compleet geen steek, het is zelfs een oneerlijke en discriminerende maatregel”, zucht Gunther Dieltjens (56). Hij is eigenaar-zaakvoerder van drie bekende Antwerpse horecazaken: de brasserie-restaurants Horta Grand Café en The Bistro en restaurant Het Pomphuis. Van het honderdtal mensen dat Dieltjens vast in dienst heeft, sprong een tiental tot voor kort al eens als flexi-jobber in een van zijn andere zaken in. “Zij werden niet structureel elders in het personeelsrooster ingepland, maar enkel ingezet bij noodsituaties, om bijvoorbeeld de shift van een zieke collega in te vullen of bij verlof.”

Met de verstrenging doet men volgens Dieltjens alleen maar de werkgever de duvel aan, als die een uurroosterprobleem in een andere zaak moet oplossen. “Als werkgever moet ik op dat moment op zoek naar iemand die sowieso al moeilijk te vinden is, terwijl ik weet wat ik heb aan mijn bestaande werknemers. En de werknemer die rekent op die extra centen — waarom ga je anders flexi-werken? — mag dit niet meer doen bij zijn vertrouwde baas, maar bijvoorbeeld wel bij de concurrentie of de bakker om de hoek. Begrijpe wie begrijpen kan.”

Misbruik tegengaan

Het mag duidelijk zijn dat het de overheid te doen is om een besparing en ook om misbruik tegen te gaan. Het hoeft niet te verbazen dat werknemers in een voltijdse baan graag naar een 4/5-regeling overstapten, om tijdens die vrije uren, of zelfs bovenop de voltijdse dagtaak, veel lucratiever in een andere zaak van hun baas te flexi-jobben. Voor de werknemer is het flexi-loon immers onbelast.
Het systeem was nooit bedoeld om werknemers tussen verschillende zaken van eenzelfde eigenaar te verschuiven, om hun flexibiliteit zo tot het uiterste te drijven. “Het kan enkel worden gebruikt waarvoor het is bedoeld: als bijverdienste en om snel extra handen te kunnen inschakelen op piekmomenten”, reageert het kabinet van bevoegd minister van Werk Pierre- Yves Dermagne (PS).
“Laat ons samen zoeken naar oplossingen voor mogelijke gevallen van misbruik. De huidige aanpak is echt met een kanon op een mug schieten”, stelt Matthias De Caluwe van Horeca Vlaanderen. Zijn federatie startte, samen met Horeca Brussel en Horeca Wallonië, een procedure bij het Grondwettelijk Hof. Concreet wil de horeca naast het verbieden van flexi-jobben voor dezelfde baas nog twee maatregelen laten vernietigen. De Caluwe: “Sinds begin 2024 is enkel de eerste 12.000 euro flexi-loon die een niet-gepensioneerde per jaar verdient volledig fiscaal vrijgesteld. Daardoor haken mensen af. Voorts is het maximumloon voor flexi-werk vanaf dit jaar wettelijk beperkt tot 16,785 euro per uur, exclusief vakantiegeld. Hierdoor moeten wij sommige goede werkkrachten zelfs minder betalen dan voorheen. Op het terrein stellen zich door deze drie beperkingen echt problemen. Het is bovendien niet aan de overheid om een maximumloon in de privésector op te leggen. De werkgever moet zelf zijn loonbeleid kunnen voeren.”

PONSAERT, S. “Dit is met een kanon op een mug schieten”. Het Laatste Nieuws, 1 maart 2024, 9.

 

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo