3 heikele punten volgens de Nationale Bank

1 “Regering belooft meer dan we ons kunnen veroorloven”

De toestand van de Belgische overheidsfinanciën is volgens de Nationale Bank uniek in Europa. Er zijn nog andere landen met een hoog tekort en een dito schuld, maar die zijn al wel aan het bezuinigen geslagen. “In bijvoorbeeld Frankrijk neemt de overheid concrete maatregelen. Onze regering heeft al meer beloften gedaan dan we ons kunnen veroorloven”, zegt gouverneur Pierre Wunsch. In het jaarverslag stelt de bank vast dat België het enige land met een hoge schuld is waar het begrotingssaldo niet verbetert.

Enkele specifieke factoren maken de situatie nog extra verontrustend, stipt Wunsch aan. Vooral de vergrijzing is iets om rekening mee te houden. Daardoor zal de beroepsbevolking trager toenemen, wat een rem zet op de welvaartsgroei. Tegelijk blijft ook de productiviteitsgroei erg laag, wat betekent dat de creatie van bijkomende welvaart steeds moeizamer verloopt. Toch is er ook een meevaller: de krappe arbeidsmarkt. Die maakt een sanering van de overheidsfinanciën in ­zekere zin minder pijnlijk, omdat een dalende werkloosheid ook de overheidsuitgaven doet afnemen.

Te weinig dynamiek

Behalve bezuinigen zal België noodgedwongen ook moeten hervormen, voorspelt de Nationale Bank. Er zijn zeker terreinen waar op dat vlak werk kan worden verzet. België kent relatief veel regulering die de groei afremt, en weinig arbeidsmobiliteit die de groei kan aanwakkeren. Ook de bedrijfsdynamiek is minder krachtig dan elders in Europa: er worden weinig nieuwe bedrijven opgericht en ook het aantal stop­zettingen is gering.

Ons land scoort wel goede punten wat ­innovatie betreft. “Maar die is ­geconcentreerd in een beperkt aantal ondernemingen”, stelt Wunsch vast. “De rol van innovatie in de productiviteitsdynamiek blijft beperkt.” Ook het onderwijs is een belangrijk werkpunt. Goed opgeleide arbeidskrachten zijn immers onontbeerlijk voor productiviteitsgroei.

Het opvijzelen van de werk­gelegenheidsgraad is volgens Wunsch een kwestie van doeltreffend beleid. “Het is een maatschappelijke keuze”, zegt hij. Hij verwijst onder meer naar het feit dat in Vlaanderen veel meer ­Oekraïense vluchtelingen aan de slag zijn dan in Brussel of Wallonië.

2 “Migratie kan arbeidstekort helpen oplossen”

De spanning op de arbeidsmarkt zal de komende jaren nog oplopen. Er gaan immers meer oudere werknemers met pensioen dan dat er jongeren de arbeidsmarkt betreden. “Migratie zou een oplossing kunnen zijn voor dit kwantitatieve tekort aan arbeidskrachten”, oppert de Nationale Bank in haar jaarverslag. De economische migratie neemt weliswaar toe, maar is nog weinig ontwikkeld. Voor ruim een op de tien immigranten van buiten de EU is arbeid de belangrijkste drijfveer. Hoewel vooral het aantal kort- en middengeschoolde buitenlandse werknemers aan een opmars bezig is, blijft de economische migratie “ontoereikend” in verhouding tot de behoeften, schrijft de bank. Onder meer de “complexiteit van de administratieve procedures” en “het probleem van de erkenning van vaardigheden en diploma’s” zijn hinderpalen.

Robuuste groei, maar met pijnpunten

De groei van de Belgische werk­gelegenheid was vorig jaar “robuust”, zegt gouverneur Pierre Wunsch. Na twee grand-crujaren matigde de groei van de werkgelegenheid naar een niveau dat dichter aansluit bij het normale tempo. Maar 42.000 extra arbeidsplaatsen betekent dat het aantal jobs dat busbouwer Van Hool dit jaar wil schrappen, na één week al gecompenseerd is door de kracht van de Belgische economie.

De groei deed zich vooral voor bij de zogenoemde “niet-marktdiensten” – lees: overheid, zorg, onderwijs en dergelijke. Die ­sectoren zwollen aan met 26.000 nieuwe jobs. De privésector was goed voor 17.000 banen, al ging het daarbij vooral om de diensten- en in mindere mate de bouwsector. In de industrie was sprake van een nulgroei, in de landbouw gingen 2.000 banen verloren.

3 “Concurrentievermogen sterk verslechterd”

Aardgas is in Europa ongeveer zes keer duurder dan in de Verenigde Staten, elektriciteit is ongeveer dubbel zo duur. Dat zet de concurrentiekracht van de Europese industrie onder zware druk. Maar in België heeft de industrie ook een concurrentienadeel ten opzichte van de buurlanden. In Duitsland en Frankrijk is vooral elektriciteit goedkoper. Tegelijk bedreigt de sterke concurrentie vanuit China de Europese industrie in groene sectoren, zoals zonnepanelen, elektrische auto’s en windmolens. “Het prijsconcurrentievermogen van de internationaal actieve Belgische industriële bedrijven is sterk verslechterd”, staat in het jaarverslag.

Op de vraag in welke mate Europa zijn eigen industrie moet ondersteunen, antwoordt gouverneur Pierre Wunsch genuanceerd. “Ik denk dat we ruimte moeten maken om hier en daar gerichte ondersteuning toe te kennen, maar we mogen geen subsidie-oorlog ontketenen. Er is een consensus om geen onrendabele ­bedrijven met overheidsgeld overeind te blijven houden. Niet alle problemen zijn op te lossen door het optuigen van een steunpakket van honderden miljarden euro’s.”

Geen loonsverhogingen

De loonkostenhandicap voor het Belgische bedrijfsleven is intussen opgelopen tot 4 procentpunt, stelt de Nationale Bank vast. Dat kan de komende jaren weer verdwijnen, als in de buurlanden de looneisen hoger zijn dan in België. “Sommige landen die op het gebied van loonkosten zeer concurrentieel waren, zoals Duitsland, kennen nu sterke loonsverhogingen”, stelt Wunsch vast. Een voorwaarde is dan wel dat er de komende twee jaar geen loonsverhogingen worden toegekend boven op de index. “In Zuid-Europa zie je juist een meer gematigde loonkostenontwikkeling. Dat komt de stabiliteit van de euro­zone ten goede: de concurrentiële landen worden iets minder concurrentieel en andersom.”

MOOIJMAN, R. 3 heikele punten volgens de Nationale Bank. De Standaard, 13 maart 2024, 19.

 

 

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo