Bijna 2,8 miljoen burgers hebben hun belastingafrekening voor dit jaar al ontvangen van de fiscus. Ruim een op de vier moet belastingen bijbetalen, gemiddeld 1.441 euro.
Twee maanden na het verstrijken van de deadline voor de (digitale) indiening van de jaarlijkse belastingaangifte, op 15 juli, is de FOD Financiën volop bezig met de zogenaamde inkohiering – dat is de verwerking van de opgegeven inkomsten en uitgaven (fiscale aftrekposten) en de berekening van het eindresultaat van de te betalen belastingen. Dat eindbedrag prijkt op het aanslagbiljet dat elke belastingplichtige toegestuurd krijgt. Het tempo waarin aanslagbiljetten worden uitgestuurd ligt dit jaar hoger dan in 2022
Mogelijk moeten er belastingen worden bijbetaald, maar het kan ook dat te veel betaalde belastingen door de fiscus worden teruggestort.
De aanslagbiljetten worden sinds eind augustus uitgestuurd en het tempo waarin dat gebeurt, ligt erg hoog. Eind september stond de teller al op bijna 2,8 miljoen afgewerkte dossiers. Dat zijn er liefst 300.000 of ruim 10 % meer dan op hetzelfde moment vorig jaar (zie tabel).
Allicht is het almaar groeiende aantal ‘vereenvoudigde aangiftes’ (VVA), die vooraf door de fiscus zijn ingevuld en door de burger alleen gecontroleerd moet worden op fouten, niet vreemd aan die toegenomen verwerkingssnelheid.
Tijd tot 30 juni 2024
In principe heeft de FOD Financiën de tijd tot 30 juni van het jaar volgend op de aangifte (in dit geval dus tot 30 juni 2024) voor de opmaak van het aanslagbiljet.
Er bestaan geen strikte regels over het precieze tijdstip waarop het aanslagbiljet verstuurd moet worden, maar het is logisch dat wie een VVA heeft gekregen en daarin niets heeft aangepast, sneller aan de beurt zal zijn dan wie een complexe aangifte indient met veel aftrekposten.
Wat wel vaststaat: wie nog een aangifte op papier heeft ingevuld, komt achteraan in de rij. Papieren formulieren moeten eerst gescand worden vooraleer de belastingdienst ze kan verwerken. En, logisch, een laattijdige aangifte zal ook tot een laattijdige behandeling leiden.
Opgelet: het eindbedrag op het aanslagbiljet kan afwijken van de voorlopige berekening die op de VVA te zien was, of van het bedrag bij een simulatie op Tax-on- web. Die simulaties geven een goede indicatie van wat u bij de officiële eindberekening mag verwachten. Maar het getoonde bedrag op het VVA-formulier of in Tax-on-web is niet definitief, noch juridisch verworven. Alleen het aanslagbiljet telt.
Terugstorten of bijbetalen?
Nogal wat Belgen zijn ervan overtuigd dat de fiscus vooral vaart zet in dossiers waarin de belastingplichtige moet bijbetalen – om zo de staatskas sneller te spijzen. Maar die redenering klopt niet, beweert de belastingdienst. Dat blijkt ook uit de feiten.
Data die De Standaard opvroeg bij de FOD Financiën leren dat er op de datum van 30 september meer aanslagbiljetten waren uitgestuurd met een terugstorting van geld aan de belastingplichtige dan van aanslagbiljetten met een opdracht tot extra betaling: afgerond 1,3 miljoen tegen 760.000 (zie tabel).
Voorlopig ligt het gemiddelde bedrag van bij te betalen belastingen dit jaar op 1.441 euro per dossier, maar dat kan uiteraard nog wijzigen. Hetzelfde geldt voor het gemiddelde bedrag dat de fiscus teruggeeft: 1.234 euro. Voor zowat een belastingplichtige op de vier bedraagt het saldo nul (niets bijbetalen, maar ook niets terugkrijgen).
De uiterste datum waarop u moet bijbetalen of waarop u geld terugkrijgt, staat op uw aanslagbiljet vermeld. Reken op een termijn van twee maanden na ontvangst van het aanslagbiljet. De eerste betalingen staan ingepland voor de tweede helft van oktober, want dat is twee maanden na het versturen van de eerste aanslagbiljetten in de tweede helft van augustus.
Laatste deadline: 18 oktober
Terwijl de inkohiering van de ‘gewone’ aangiftes volop aan de gang is, hebben belastingplichtigen met een ‘complexe’ aangifte nog de tijd tot 18 oktober om hun huiswerk af te maken.
Die verlate deadline geldt alleen voor dossiers met specifieke inkomstenrubrieken, zoals bezoldigingen van bedrijfsleiders of buitenlandse beroepsinkomsten.
Vaak huren de betrokkenen (zoals zelfstandigen, vrije beroepen of managers met een eigen vennootschap) een professional in om hun aangifte in te dienen, bijvoorbeeld een boekhouder of accountant. In 2022 verliepen 1,25 miljoen aangiftes via zo’n mandataris.
Anders dan in de voorgaande jaren is het louter inhuren van een mandataris sinds dit jaar onvoldoende om een uitstel van aangifte te krijgen. De fiscus kijkt alleen naar de ‘complexe’ aard van de inkomsten en houdt geen rekening met het gebruik van een tussenpersoon. Ook wie zijn aangifte helemaal zelf invult, maar bijvoorbeeld buitenlandse beroepsinkomsten heeft, valt onder het concept complexe aangifte en krijgt meer tijd. Voor alle gewone aangiftes, ook met inzet van een boekhouder, lag de deadline dit jaar op 15 juli.
Die nieuwe realiteit is zichtbaar in de databanken van de FOD Financiën. Vorig jaar waren er bij het verstrijken van de eerste einddatum, op 15 juli, zo’n 258.000 aangiftes gedaan via een mandataris. Dit jaar stond de teller half juli al op iets meer dan 497.000, dat is bijna een verdubbeling.
