‘Soms is armoede het gevolg van een roofoverval door rijken’

Waarom is er zoveel armoede in de Verenigde Staten, ’s werelds rijkste economie? Omdat de rest van de Amerikaanse samenleving van die armoede profiteert, stelt Pulitzerprijs-winnaar Matthew Desmond. ‘Het is een schande waar we iets aan kunnen doen.

In de Verenigde Staten, een land met 735 miljardairs, 24 miljoen miljonairs en 20.000 sushirestaurants, leven sommige Amerikanen in zo’n extreme armoede dat de haakworm er bezig is aan een wederopleving. Haakwormen zijn bloedzuigende parasieten die gedijen in hete plekken met slechte riolering. Hun larven dringen het lichaam binnen via de tenen van mensen die blootsvoets over verontreinigde grond lopen. Hun larven nestelen zich in de dunne darm en veroorzaken bloedarmoede en eiwittekort, met funeste gevolgen voor de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van besmette kinderen.

In Azië en Afrika kampen honderden miljoenen mensen met haakworminfecties, maar in de VS leek de plaag al decennia geleden uitgeroeid. Leek, want de voorbije jaren ontdekten epidemiologen tot hun verbijstering dat de darmziekte in delen van Alabama en Mississippi nog welig tiert. In Lowndes County in Alabama, een van de armste streken van de VS, bleek één op de drie inwoners besmet te zijn.

Het is een van de vele voorbeelden van “het soort bittere armoede waarvan we dachten dat het alleen bestond in verre oorden met gezwollen buiken”, omschrijft socioloog en Pulitzerprijs-winnaar Matthew Desmond (43) het in zijn recent verschenen boek Poverty, by America. “Waarom is er zoveel armoede in de Verenigde Staten?”, luidt de openingszin van Desmonds furieuze manifest, dat het tot nummer één in de Amerikaanse verkooplijsten schopte. Zijn antwoord: omdat de rest van de samenleving het toelaat en er zelfs van profiteert.

Hoe verhoudt de armoede in de VS zich tot die in Europa?

“Er is veel meer armoede in Amerika. De kinderarmoede is twee keer zo hoog als in landen als Duitsland, Zuid-Korea of Nederland. Het verschil is dat Europese landen verhoudingsgewijs veel meer belasting innen. Het belastinggeld dat jullie betalen staat gelijk aan zo’n 40 % van jullie totale economie, in de Verenigde Staten is dit zo’n 25 %. Daardoor is het sociale vangnet in Europa veel groter dan in Amerika en zie je niet de extreme armoede die je bij ons op straat kunt tegenkomen.

“Angus Deaton, de Nobelprijs-winnaar voor de Economie, heeft berekend dat je in de VS 4 dollar per dag nodig hebt om de basaalste levensbehoeften te kunnen bekostigen. Dat bedrag is het Amerikaanse equivalent van de armoedegrens van 2 dollar per dag voor ontwikkelingslanden. Deaton schatte in 2018 dat liefst 5,3 miljoen Amerikanen het moeten rooien met 4 dollar of minder per dag, en dus in abjecte armoede leven. Let wel: abjecte armoede naar mondiale maatstaven, dus vergeleken bij ontwikkelingslanden.”

Maar dat er in de grootste economie ter wereld, waar de gemiddelde Amerikaan gecorrigeerd voor koopkracht bijna 8 % meer verdient dan de gemiddelde Nederlander, tegelijkertijd bijvoorbeeld 3,5 keer zoveel 66-plussers onder de armoedegrens leven is slechts een bloedeloze statistiek, zegt Desmond. Die cijfers zeggen niet zoveel over hoe armoede in het dagelijkse leven voelt.

“Armoede is een rottende tand, boven op intimidatie door deurwaarders, boven op ‘nee’ zeggen tegen je kinderen, boven op de misselijkmakende angst om je huis uitgezet te worden. Armoede is de verstikking van je talenten en dromen, het is een te vroeg gekomen dood, het is een strakke knoop van vernederingen en kwellingen. De hardnekkigheid van armoede in Amerikaanse levens betekent dat miljoenen gezinnen veiligheid, zekerheid en waardigheid worden ontzegd in het rijkste land in de geschiedenis van de wereld. Waarom?”

Linkse politici in de VS beantwoorden de waarom-vraag van armoede vaak door de schuld te geven aan grote maatschappelijke fenomenen, zoals globalisering of het verdwijnen van industrie, schrijft u. In uw ogen zijn die verklaringen niet overtuigend.

“Ik word gewoon erg moe van al die grote theorieën die de midden- en bovenklasse ontslaan van hun verantwoordelijkheid voor het armoedeprobleem. Er leven vandaag 38 miljoen Amerikanen onder de armoedegrens. Dat is ruimschoots meer dan de hele bevolking van een land als Australië bij elkaar. Het is oneerlijk om net te doen alsof het lot van de armen volledig losstaat van de levens van de rest van de samenleving.”

In die zin dat globalisering of het verdwijnen van industriebanen iets lijkt dat Amerikanen nu eenmaal overkomt, zoals een epidemie?

“Precies. Natuurlijk zijn globalisering en andere structurele ontwikkelingen belangrijk. Maar als verklaring hebben ze ook iets passiefs, alsof ze onvermijdelijk zijn. Terwijl: jullie hebben ook te maken met globalisering, toch? En jullie hebben aanmerkelijk minder armoede. Dus laten we het vooral hebben over de kwalijke gevolgen van de-industrialisering, of van Uber en de platformeconomie. Maar laten we dan ook benoemen dat er winnaars en verliezers zijn, en dat de winnaars vaak profiteren van deze maatschappelijke fenomenen over de rug van de verliezers.”

Huurprijzen

Dat Amerikanen boven de armoedegrens in bepaalde opzichten medeplichtig zijn aan de ellende van hun landgenoten onder de armoedegrens drong tot Desmond door toen hij het onderzoek deed voor zijn later met een Pulitzerprijs bekroonde Evicted (2016). In dit aangrijpende boek documenteerde hij de ‘epidemie van huisuitzettingen’ onder arme Amerikaanse huurders. Die zijn dikwijls aangewezen op de vrije sector, omdat sociale woningbouw schaars is in de VS. Maar in tegenstelling tot de vrije sector in België bestaat er in de meeste Amerikaanse staten geen maximale huurverhoging, waardoor huisbazen kunnen vragen wat ze willen. Zelfs in de slechtste buurten kunnen de huren exorbitant zijn.

Anderhalf jaar volgde Desmond de worsteling van bewoners van een woonwagenpark en een getto in Milwaukee, een van de armste steden van het land, om de huur te betalen. Hij sliep op hun van kakkerlakken vergeven vloeren, paste op hun kinderen, en was bij hun kerkdiensten, bij hun Alcoholics Anonymous-vergaderingen, bij hun begrafenissen en zelfs bij hun bevallingen.

Hij vergezelde bewoners ook naar de daklozenopvang als ze na een huurachterstand weer eens op straat belandden. Dat ze zo vaak hun woning kwijtraakten, lag niet alleen aan huurachterstanden. Bij de minste of geringste problemen kregen huurders een uitzettingsbevel in de handen gedrukt door hun huisbazen. Bijvoorbeeld nadat vrouwen de politie hadden gebeld omdat hun man hen in elkaar sloeg, of nadat een van hun kinderen een sneeuwbal tegen een auto had gegooid en de automobilist uit woede hun deur intrapte.

De kracht van Evicted was dat Desmond niet alleen huurders maar ook hun huisbazen volgde. “In eerste instantie dacht ik: waarom zou je in vredesnaam een woonwagenpark kopen? Waarom steek je dat geld bijvoorbeeld niet in aandelen? Toen de huisbaas me zijn boekhouding liet zien, en ik zijn winstmarges kon berekenen, viel het kwartje. Ik kwam erachter dat de eigenaar van het meest verpauperde trailer park in een van de armste steden van Amerika elk jaar 447.000 dollar (409.000 euro) winst overhield. En dat voor een park met 131 zwaar verwaarloosde woonwagens.”

In andere achterbuurten van Milwaukee en de rest van het land vond Desmond hetzelfde patroon. Sommige bewoners waren 70 tot 80 % van hun inkomen kwijt aan huur. “Terwijl zij probeerden te overleven van een nietige arbeidsongeschiktheidsuitkering, en door frisdrankblikjes in te zamelen en te verkopen als schroot, behoorden hun huisbazen qua inkomen dikwijls tot de rijkste 1 % van het land.”

“Het liet me zien dat armoede vaak niet het gevolg is van grote maatschappelijke ontwikkelingen, en ook niet van allerlei morele tekortkomingen aan de kant van de armen zoals luiheid of het hebben van buitenechtelijke kinderen, waar rechts Amerika de mond van vol heeft. Soms is armoede domweg het gevolg van een soort roofoverval door rijke mensen. Dit zette me aan het denken over uitbuiting, en over hoe armoede een sociale relatie is tussen winnaars en verliezers, waarin de levens van de verliezers klein worden gehouden, opdat de winnaars kunnen floreren.”

Hoe zijn de midden- en bovenklasse nog meer medeplichtig aan uitbuiting van de armen in de VS?

“Velen van ons hebben recht op allerlei belastingvoordeeltjes, die de Amerikaanse verzorgingsstaat de laatste decennia volledig uit het lood hebben geslagen. Neem de hypotheekrenteaftrek. Die is een manier om rijkdom te subsidiëren. Je kunt je afvragen of we, door dit belastingvoordeel te ontvangen, niet bijdragen aan een status quo die vooral onze welvaart beschermt in plaats van de armoede van anderen te verlichten. In 2020 gaf onze federale overheid 193 miljard dollar (177 miljard euro) uit aan subsidies voor huizenbezitters, bijna vier keer zoveel als aan huursubsidie voor arme gezinnen. Met die 193 miljard zou je alle armoede in de VS in één klap kunnen verhelpen.”

Geen vrije tijd

Tijdens een bezoek aan Nederland, vorige week, vertelde Desmond het verhaal van Julio Payes, een 24-jarige immigrant uit Guatemala die zestien uur per dag moest werken om rond te komen, onder meer door bij McDonald’s nachtdiensten te draaien voor een habbekrats. Hij hield zo weinig vrije tijd over dat zijn achtjarige broertje hem op een dag mededeelde dat hij aan het sparen was om een uur van zijn tijd te ‘kopen’. “Hoeveel kost het om een uur met je te kunnen spelen?”, vroeg hij. Niet veel later viel Julio tijdens het boodschappen doen flauw van uitputting.

“Denk ook eens aan alle goedkope spullen en diensten die we kopen van werkende armen. We hebben het vaak over het aandeelhouderskapitalisme, alsof dat een sinistere club is van mensen die in geheime kamertjes sigaren zitten te roken. Maar de gemiddelde Amerikaan is vaak zelf ook een aandeelhouder, maar dan via zijn pensioenfonds. Als onze pensioenfondsen investeren in bedrijven die hun werknemers uitbuiten en vakbonden het leven zuur maken, zijn wij daar dan niet een beetje medeplichtig aan?”

En dan is er nog racisme, zegt Desmond. “Het grote verschil tussen zwarte en witte armoede in de Verenigde Staten is dat veel witte armen in elk geval nog in buurten wonen die economisch gemengd zijn. Zwarte armen wonen vrijwel uitsluitend in buurten met alleen maar andere arme zwarte mensen. Dat komt voor een belangrijk deel doordat welvarende witte mensen van alles doen om de waarde van hun huizen te beschermen. Bijvoorbeeld door de bestemmingsplannen van hun buurten zo aan te passen dat er geen sociale huurwoningen mogen komen. Lees: geen woningen voor arme Afro-Amerikanen.”

In Nederland liet Desmond een filmpje zien van een buurtcommissie in New York, waar witte bewoners vergaderden over een nieuw bestemmingsplan om sociale huurwoningen te bouwen in hun buurt. De gemoederen liepen hoog op. “Bescherm de oase!”, schreeuwde een van de bewoners. “Wil jij een barmhartige Samaritaan zijn en de hele wereld redden?”, zei een andere bewoner tegen een voorstander van sociale huurwoningen. “Dat is prijzenswaardig. Maar ga de wereld ergens anders redden.”

“Door sociale huurwoningen te weren, blijven Afro-Amerikaanse kinderen opgroeien in een spiraal van armoede en criminaliteit. De enorme hausse aan gevangenisstraffen sinds de jaren zestig heeft vooral latino’s en Afro-Amerikanen getroffen. Volgens sommige schattingen eindigt maar liefst één op de drie Afro-Amerikanen zonder middelbareschooldiploma op een zeker moment in de gevangenis. De segregatie in de Verenigde Staten draagt daaraan bij. Al klinkt segregatie een beetje passief. Je kunt ook zeggen dat veel witte Amerikanen nog steeds segregationist zijn.”

U pleit voor een nieuwe vorm van abolitionisme, naar analogie met de afschaffing van de slavernij. Hoe ziet u dat voor zich, het afschaffen van armoede?

“Het begint met het besef dat het voortbestaan van armoede, net als vroeger het bestaan van slavernij, een gruwel is. En met het besef dat we onszelf corrumperen wanneer we van andermans armoede profiteren. Armoede is niet onvermijdelijk, het is een schande waar we iets aan kunnen doen. Bijvoorbeeld door te ijveren voor sociale huurwoningen in onze buurten of door lid te worden van een vakbond. Of door niet zomaar de allergoedkoopste spullen te kopen bij Amazon, maar bij een bedrijf te winkelen waar werknemers niet worden uitgebuit.”

Wat kunnen Europeanen leren van het Amerikaanse voorbeeld?

“Hoe het niet moet. En dat je niets voor lief moet nemen. Neem vakbonden. In de Verenigde Staten zijn die een stuk minder machtig dan in Europa, en dat zien veel Amerikanen terug op hun salarisstrookjes. Amerikanen zonder universitaire opleiding verdienen qua koopkracht nu nota bene minder dan vijftig jaar geleden, toen de vakbonden nog wat voorstelden in ons land. Ik hoop dat Europeanen mijn boek lezen en beseffen dat vakbonden, sociale huurwoningen en de verzorgingsstaat dingen zijn om te koesteren.”

Matthew Desmond, Poverty, by America, Crown Publishing Group, 304 p., 25,69 euro

WITTEMAN, J. ‘Soms is armoede het gevolg van een roofoverval door rijken’ De Morgen, 20 juni 2023, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo