Meer dan 2,1 miljoen Belgen lopen risico op armoede of sociale uitsluiting

2.150.000 landgenoten, of 18,60 % van de Belgische bevolking, lopen een risico op armoede of sociale uitsluiting (AROPE). Dat blijkt uit de nieuwe armoedecijfers voor 2023 die Statbel, het Belgische statistiekbureau, vandaag publiceert op basis van de enquête naar de inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC).

Personen met een risico op armoede of sociale uitsluiting bevinden zich in minstens één van deze situaties:

  • Ze hebben een beschikbaar inkomen dat lager ligt dan de armoededrempel, die 1.450 euro bedraagt voor een alleenstaande (AROP) en 3.045 euro voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen. In 2023 liep 12,30 % van de bevolking dat monetaire armoederisico.
  • Ze wonen in een huishouden met lage werkintensiteit (LWI). Dat betekent dat in hun huishouden de leden op beroepsactieve leeftijd de voorbije 12 maanden minder dan 20 % van hun potentieel gewerkt hebben. Dat was het geval voor 10,50 % van de bevolking.
  • Ze kampen met ernstige materiële en sociale deprivatie (SMSD). Ze kunnen dus bepaalde goederen, diensten of activiteiten niet betalen, terwijl die door de meeste mensen als noodzakelijk of wenselijk worden beschouwd voor een aanvaardbare levensstandaard. In 2023 was dat het geval bij 6,10 % van de bevolking.

Stijging armoededrempel

De armoededrempel van 2023 is met 84 euro per maand gestegen, tot 1.450 euro per maand voor een alleenstaande. Voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen is het 3.045 euro. Deze sterkte stijging van de armoededrempel ontstaat omdat voor het berekenen ervan de inkomens van 2022 gebruikt werden, een jaar dat werd getekend door de energiecrisis. Wegens de aanhoudende inflatie werd de spilindex vijf keer overschreden, wat tot indexatie van uitkeringen en (ambtenaren)lonen leidde.

De sterke stijging van de armoededrempel heeft echter niet geleid tot een stijging van het monetaire armoederisico dat nu 12,30 % bedraagt en 13,20 % was in 2022. In vergelijking met 2022 is de situatie verbeterd voor kwetsbare groepen, bijvoorbeeld laagopgeleiden (van 26,20 % naar 23,70 %), alleenstaande ouders en hun kinderen (van 30,50 % naar 25,60 %), huurders (van 29,10 % naar 26,30 %) en 65-plussers (van 17,90 % naar 15,80 %). Het aandeel werkenden dat een monetair armoederisico loopt is dan wel beduidend kleiner dan dat van bovenstaande groepen, in deze groep tekent zich wel een opvallende stijging op: van 3,60 % in 2022 naar 4,70 % in 2023. Het beschikbaar inkomen van werkenden is minder hard gestegen dan dat van werklozen, gepensioneerden en inactieven. Ambtenarenlonen en uitkeringen werden dan wel meermaals automatisch geïndexeerd in 2022, de lonen in de privésector volgen niet steeds hetzelfde tempo. Concreet betekent dit dat een deel van de werknemers door het uitstellen van de loonindexatie onder de armoededrempel is beland, die naar boven werd gestuwd door (onder meer) de geïndexeerde uitkeringen.

Regionale verschillen in armoederisico’s

Achter de nationale cijfers schuilen grote regionale verschillen. Voor elk van de kernindicatoren is de situatie het meest precair in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het minst in het Vlaams Gewest. Het Waals Gewest situeert zich tussenin, maar heeft wel hogere armoedeniveaus dan het nationale niveau. Ook provinciaal vallen duidelijke verschillen op te tekenen. De Vlaamse provincies verschillen niet heel sterk van elkaar in monetaire armoede, met uitzondering van Antwerpen waarvoor een hoger niveau wordt opgetekend. Ook in Wallonië zijn de verschillen niet sterk uitgesproken voor monetaire armoede, enkel Waals-Brabant laat een beduidend lager niveau optekenen.

Ernstige huisvestingsdeprivatie hoog in Brussel

Op nationaal niveau kampt 1,70% van de bevolking met ernstige huisvestingsdeprivatie. Iemand bevindt zich in deze situatie wanneer de woning overbezet is én minstens één van de volgende problemen zich voordoet in de woning: (a) een lekkend dak, (b) vochtige muur of vloer, (c) rottend houtwerk, (d) geen bad/douche en binnen toilet, (e) te donker. Deze problematiek doet zich amper voor in Vlaanderen (0,40 %) en Wallonië (0,90 %), maar situeert zich quasi volledig in Brussel (10,90 %).

Meer dan 2,1 miljoen Belgen lopen risico op armoede of sociale uitsluiting. statbel.fgov.be, 8 februari 2024. Geraadpleegd op 8 februari 2024 via statbel.fgov.be
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo