Jongste vrouwen verdienen iets meer dan mannen

Voor de jongste vrouwen is de loonkloof passé, voor andere vrouwen nog lang niet.

Voor jonge vrouwen was er in 2021 geen sprake meer van een loonkloof. Dat blijkt uit cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau. Maar wie ouder is, verdient nog wel een stuk minder dan mannelijke collega’s.

Vrouwen hebben in ons land in 2021 per uur gemiddeld 5 % minder verdiend dan mannen. Daarmee is de gemiddelde loonkloof iets kleiner geworden vergeleken met het jaar voordien, leren nieuwe cijfers van Statbel over de genderloonkloof, die bekend werden gemaakt naar aanleiding van Vrouwendag In 2021 was het verschil nog 5,30 %.

Dit loonkloofgemiddelde verbergt wel grote verschillen naargelang de leeftijd. Bij werknemers jonger dan 25 jaar zijn de verschillen in uurloon tussen mannen en vrouwen de afgelopen jaren immers volledig verdwenen. Terwijl in 2019 jonge vrouwen nog 0,90 % minder verdienden dan jonge mannen, blijkt uit de nieuwe data van Statbel dat in 2021 vrouwen jonger dan 25 jaar zelfs een fractie meer verdienen – 0,10 % – dan mannelijke leeftijdsgenoten.

Maar naargelang de leeftijd toeneemt, verdienen vrouwen nog altijd een stuk minder dan mannen. Tussen 35 en 44 jaar bedraagt het nadeel 4,50 %. Vanaf 55 jaar loopt het zelfs op tot 8,50 %. Vergeleken met de jaren ervoor is de loonkloof voor vrouwen in deze leeftijdscategorieën amper kleiner geworden. In 2019 moesten vrouwen tussen 55 en 64 jaar het met 8,90 % per uur minder doen.

Top vijf

Statbel wijst er verder op dat België vergeleken met de meeste landen van de Europese Unie geen slecht figuur slaat op het vak van de loonverschillen tussen vrouwen en mannen. Er zijn slechts vier landen waar de loonkloof kleiner is dan in ons land. Dat zijn Luxemburg, Roemenië, Slovenië en Polen. In 2010 moest België nog negen Europese landen laten voorgaan. Met een gemiddelde genderloonkloof van 5 % zit België ook een heel eind onder het Europese gemiddelde van 12,70 %.

Ons land maakt ook meer progressie bij het wegwerken van de uurloonverschillen. Sinds 2010 is de gemiddelde loonkloof in België gehalveerd, terwijl voor heel de Europese Unie het gemiddelde slechts van 15,80 naar 12,70 % is gegaan.

Eerder deze week bracht Statbel ook al in beeld hoe de werkkloof tussen mannen en vrouwen evolueert. Daaruit bleek dat er een groot verschil blijft bestaan tussen werkende vrouwen en mannen zonder en met kinderen.

Voor vrouwen zonder kinderen is de werkkloof met mannen volledig weggewerkt. Er zijn zelfs iets meer vrouwen aan de slag. 79,50 % vrouwen tegenover 79,10 % mannen.

Maar bij vrouwen tussen de 25 en 49 met kinderen tot en met 16 jaar ligt de werkgelegenheidsgraad wel aanzienlijk lager dan bij mannen: 77,80 % bij de vrouwen en 84,90 % bij de mannen. Statbel geeft wel aan dat de voorbije decennia al een hele weg is afgelegd. In 1986 bedroeg de kloof tussen werkende mannen en vrouwen met kinderen nog 37 procentpunten.

De werkzaamheidsgraad bij vrouwen neemt vooral sterk af van zodra het gezin drie kinderen of meer telt. Dan werkt nog maar 59,60 % van de vrouwen. Terwijl bij de mannen 87 % aan de slag blijft.

Tenslotte blijkt uit de nieuwste cijfers over de werkkloof nog maar eens dat meer vrouwen deeltijds gaan werken naargelang er meer kinderen zijn, terwijl dat bij de mannen geen verschil maakt. Van de 25- tot 49-jarige vrouwen werkte in 2021 35,30 % deeltijds, bij mannen is dat 7,50 %. Maar vanaf drie of meer kinderen is al meer dan de helft van de vrouwen deeltijds aan de slag. Bij mannen is dat maar 8,30 %.

SERTYN, P. Jongste vrouwen verdienen iets meer dan mannen. De Standaard, 9 maart 2023, 18.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo