Thomas Geurs is 15 jaar. Hij gaat deeltijds naar school in Maaseik, in Limburg, en hij werkt deeltijds bij een keukenfabrikant in de buurt. “De ene week werk ik drie dagen en ga ik twee dagen naar school, de andere week werk ik twee dagen en ga ik drie dagen naar school”, vertelt Thomas. Voor hem werkt dit systeem prima. “Acht uur per dag aan een schoolbank zitten, dat was niets voor mij.”
Thomas is niet alleen. In totaal zijn er 2.814 leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs die aan duaal leren doen, tegenover 2.337 vorig schooljaar. Dat is dus een stijging met 20 %.
Als het van Vlaams minister van Werk Jo Brouns (CD&V) afhangt, moet het aantal leerlingen dat deeltijds werkt nog fors stijgen. “De werkvloer is eigenlijk de grootste school van Vlaanderen”, zegt Brouns. “Je kan veel leren op school, maar je kan onmogelijk leren wat je op de werkvloer ziet. Je leert er initiatief nemen, verantwoordelijkheid nemen en jezelf evalueren.”
Brouns ziet duaal leren als een belangrijke oplossing voor de krapte op de arbeidsmarkt. “Dankzij duaal leren sluit het profiel van leerlingen beter aan bij wat werkgevers zoeken.” Hij roept scholen en werkgevers daarom op om beter samen te werken, zodat er nog meer richtingen ontstaan waarbij leerlingen deeltijds kunnen werken, en zodat die opleidingen goed aansluiten bij de noden van de werkgevers.