Donkere wolken boven jobmarkt

Na de massale tijdelijke werkloosheid in april en mei is deze maand de eerste ontslagronde in de bedrijven van start gegaan. Het Planbureau vreest dat er dit en volgend jaar in totaal 111.000 jobs verloren gaan.

De impact van de coronacrisis op onze arbeidsmarkt is in een tweede fase beland. Na de start van de lockdown, half maart, zochten kleine en grote bedrijven beschutting in het systeem van de tijdelijke werkloosheid. Tegen eind april zaten 1,2 miljoen werknemers uit de ­privésector – een op de drie – in dat opvangnet van de RVA. Sinds de gefaseerde heropstart van de economie, in de loop van mei, daalt het aantal tijdelijke werklozen. De heropening van de horeca zal vanaf volgende week een verdere afname opleveren.

Intussen wordt duidelijk dat de corona-impact op de economie ook een blijvende schade toebrengt aan de werkgelegenheid. Alleen al in de voorbije week werden collectieve ontslagrondes bekendgemaakt bij Samsonite (-160 jobs), VCST Sint-Truiden (-117), BMT Aerospace (-105), D’Ieteren (-211) en Compass (-500).

Daar zal het niet bij blijven. Het Planbureau toont zich bijzonder pessimistisch over een snel herstel van de economische conjunctuur en raamt de weerslag daarvan op een verlies van 111.000 jobs. Dat cijfer ligt in de lijn van het resultaat van een bevraging die de Nationale Bank vorige maand heeft gehouden bij een resem werkgeversorganisaties. Die enquête sprak over een verlies van 118.000 banen.

Dat jobverlies zal de werkloosheid fors doen toenemen. Het Plan­bureau voorspelt een stijging met 165.000 werklozen tegen midden volgend jaar. Vanaf dan zou de werkloosheid weer wat afnemen.

Ongelijkheid naar afkomst

De trend is nu al merkbaar. Na een jarenlange daling zijn de Vlaamse werkloosheidscijfers sinds twee maanden weer aan het toenemen. Eind mei telde de Vlaamse arbeidsdienst VDAB 198.000 ‘niet-werkende werkzoekenden’. Dat is 13,90 % meer dan een jaar geleden, eind mei 2019. De stijging van de werkloosheid is het sterkst bij de jongste leeftijdsgroepen (+17,80 % bij de min 25-jarigen en zelfs +19,60 % bij de 25- tot 39-jarigen). De toename is het grootst bij hooggeschoolden (+18,70 %) en in de economisch sterke regio van West-Vlaanderen (+22,10 %).

Bovendien versterkt de crisis een klassiek pijnpunt van de Vlaamse arbeidsmarkt: het verschil in kansen op de arbeidsmarkt tussen autochtonen en inwoners van allochtone origine. Bij de ­allochtonen steeg de werkloosheid in mei met 16,20 %, tegen 13,00 % bij de autochtonen.

Die ongelijkheid naar afkomst toont zich ook in de VDAB-tabellen over de zogenoemde ‘uitstroom’. Lees: het aantal werklozen dat tijdens de voorbije maand werd uitgeschreven als werkzoekend. In mei waren dat er 19.960. Van die groep vond 70,90 % een baan (‘uitstroom naar werk’). Bij de allochtonen bleef dat succespercentage hangen op 62,50 %.

De Vlaamse jobmarkt ligt alvast op apegapen. In de maand april (de laatste beschikbare cijfers) kreeg de VDAB amper 12.099 nieuwe vacatures aangemeld door de bedrijven. In februari, vlak voor de uitbraak van de coronacrisis, waren er dat nog 24.179, of het dubbele.

Ook de evolutie van de ‘openstaande’ vacatures spreekt boek­delen. Daarmee wordt het aantal jobaanbiedingen bedoeld dat op het einde van de maand nog ‘openstaat’, waarvoor er dus nog gesolliciteerd kan worden. Eind februari waren er dat 50.073. Twee maanden later nog slechts 34.843, een daling met een derde.

openstaande vacatures

De lijst van populairste jobprofielen  is min of meer overeind gebleven, maar de terugval in vacatures is alomtegenwoordig, van bij de bouwvakkers en schoonmaakpersoneel tot de verkopers en IT’ers. In de horeca was er een terugval van het aantal openstaande vacatures in twee maanden met meer dan 41,00 %. Alleen bij de zorg- en verpleegkundigen bleef de impact beperkt tot -8,00 %.

De enige categorie met een stijging van het aantal jobaanbiedingen is de land- en tuinbouw, waar de telers het vaak zonder hun vaste contingent aan Oost-Europese seizoensarbeiders moeten stellen.

Grootste krimp sinds Tweede Wereldoorlog

De Belgische economie zou dit jaar met liefst 10,60 % krimpen, voorspelt het Federaal Planbureau. Het zou om de grootste achteruitgang gaan sinds de Tweede Wereldoorlog. Volgend jaar zou er een gedeeltelijk herstel volgen, met een groei van 8,20 %.

Het Planbureau toont zich erg pessimistisch over de Belgische conjunctuurvooruitzichten. In april was er nog sprake van een krimp van de economie, dit jaar, met 8,00 %. Nu komt daar 2,6 procentpunt bij. Het Plan­bureau heeft het over een ‘economische schok die ongezien is in de naoorlogse periode’.

Misschien wordt het nog erger. De huidige prognose gaat ervan uit dat de heropstart in binnen- en buitenland ‘niet in het gedrang komt door nieuwe inperkingsmaatregelen als gevolg van een heropflakkering van de pandemie’. Volgens het Planbureau zouden die ‘een belangrijk neerwaarts risico’ inhouden.

Ondanks de omvang van de economische crisis zou het ­reëel beschikbaar inkomen van de gezinnen dit jaar ‘relatief goed stand houden’ (-2,20 %), en in 2021 zelfs weer toenemen 2,90 %. De daling van de koopkracht wordt volgens het Plan­bureau beperkt door de coronamaatregelen (zoals tijdelijke werkloosheid met een verhoogde uitkering voor werknemers en het overbruggingsrecht en premies voor zelfstandigen).

RASKINF, J. Donkere wolken boven jobmarkt. De Standaard, 6 juni 2020, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo