mens en samenleving logo

Helft van wie in armoede opgroeit, belandt er ook als volwassene in

Belgen die in een kwetsbaar gezin opgroeien, lopen vijf keer meer risico om zelf in armoede terecht te komen. Dat blijkt uit een studie van het statistiekbureau Statbel.

Screenshot

Wie opgroeit in financiële moeilijkheden draagt daar vaak een leven lang de gevolgen van. Zo’n 45 % van de volwassenen die in een kwetsbaar gezin zijn opgegroeid, loopt het risico op armoede of sociale uitsluiting. Bij mensen met een goede of zeer goede financiële achtergrond is dat slechts 8,90 %.

Dat blijkt uit een studie van het Belgische statistiekbureau Statbel op basis van de enquête naar inkomsten en levensomstandigheden (SILC) van 2023. Ze zoomt in op volwassenen tussen 25 en 59 en hun situatie toen ze 14 jaar waren.

Van een risico op armoede of sociale uitsluiting is sprake als iemand een inkomen heeft onder de armoededrempel, weinig toegang heeft tot werk of basisvoorzieningen zoals verwarming of degelijk meubilair mist.

De armoededrempel is het minimumbedrag dat iemand nodig heeft om rond te komen. Voor een alleenstaande was dat in 2024 1.520 euro per maand, voor een gezin met twee kinderen 3.191 euro.

De onderzoekers keken ook naar onderliggende factoren. De woonsituatie op adolescente leeftijd blijkt erg bepalend. Bijna acht op de tien volwassenen die als adolescent in een eigen woning opgroeiden, wonen ook als volwassene in een eigen huis of flat. Hun kans op armoede of sociale uitsluiting ligt met 13 % relatief laag. Van de mensen die in een huurwoning opgroeiden, bezit minder dan de helft als volwassene een eigen woning en bedraagt het armoederisico 34 %.

Het opleidingsniveau van de ouders speelt een minstens even grote rol. Slechts een derde van de kinderen van een laagopgeleide vader of moeder behaalt een diploma in het hoger onderwijs. In diezelfde groep loopt meer dan een kwart risico om als volwassene in een kwetsbare situatie te belanden. Van wie opgroeide met een hoogopgeleide vader behaalt 82,90 %een diploma in het hoger onderwijs, terwijl het risico op armoede daalt tot 7,80 %.

Ook de toegang tot basisbehoeften op school is cruciaal voor de latere levensloop. 3,70 % van de Belgen zegt dat ze op 14-jarige leeftijd geen toegang hadden tot schoolboeken of ander schoolmateriaal om financiële redenen. Van die groep loopt net geen 60 % vandaag risico op armoede of sociale uitsluiting. Bij wie wel over het nodige schoolmateriaal beschikte, is dat amper 16 %.

Een aanzienlijk deel van de Belgen flirt nog altijd met armoede. Vorig jaar liep 18,20 % van de bevolking risico op armoede of sociale uitsluiting, al is dat percentage de jongste tien jaar structureel aan het dalen. De financiële sprong die een Belg moet maken om uit de armoede te geraken is het afgelopen jaar groter geworden. De armoedekloof – het verschil tussen de armoededrempel en een mediaaninkomen – steeg in 2024 naar 16,10 %. Dat komt vooral door de groeiende kloof in Wallonië en Brussel. In Vlaanderen staat de armoedekloof op het laagste punt sinds 2006.

DEKOCK, L. Helft van wie in armoede opgroeit, belandt er ook als volwassene in. De Tijd, 28 mei 2025, 4.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2025 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers