De eerste lockdown heeft ons leven ingrijpend veranderd. Twee jaar later is duidelijk dat heel wat van die veranderingen van blijvende aard zijn. Ons leven ging in een digitale versnelling. Maar niet iedereen kan die volgen, blijkt uit de jaarlijkse Digimeterstudie.
188 minuten of meer dan drie uur per dag. Zo lang tuurt de gemiddelde Vlaming dagelijks naar zijn smartphonescherm. Dat onze schermminuten in 2020 omhoog zijn geschoten, zal niemand verwonderen – van 150 naar 185 minuten. Maar het gebruik is na de lockdowns amper teruggevallen, en voor 2021 valt die schermtijd, met 188 minuten, zelfs nog drie minuten langer uit.
Van september tot december ondervroeg de MICT-onderzoeksgroep van de UGent en Imec, onder leiding van Lieven De Marez, zo’n 3.000 Vlamingen over hun digitale leven. Van zo’n 300 van hen vergaarden de onderzoekers bovendien gedetailleerde gegevens over hun smartphonegebruik via de MobileDNA-app. ‘De grote vraag was of de digitale versnelling van 2020 een tussensprintje was, en of de maatschappij in dat snellere tempo zou blijven digitaliseren’, zegt De Marez. ‘Het blijkt een blijvend effect te zijn. De wereld gaat weer open, maar we blijven vastzitten in deze nieuwe gewoonten.’ Daarbij turen we per dag netto 35 minuten langer naar onze smartphone.
Apps, apps, apps
Die smartphone staat dan ook meer dan ooit centraal in ons leven, blijkt uit de Digimeter. Voor 52 % van de Vlamingen is het nu het favoriete scherm om geldzaken te regelen, 57 % prefereert de smartphone om muziek te luisteren en voor 54 % is het de uitverkoren plek om nieuws te consumeren. Meestal gebeurt dat via apps.
Het was van moeten, maar veel mensen raakten in 2020 over hun drempelvrees voor digitale dienstverlening. In 2020 zei 32 % van de Vlamingen, vooral ouderen, dat ze toch liever bij een loket langsgaan om officiële zaken te regelen. In 2021 was nog maar 27 % die mening toegedaan. Getuige daarvan de spectaculaire adoptiegraad van Itsme, de app waarmee je je identificeert op overheidssites: twee jaar geleden gebruikte amper 10 % van de Vlamingen die app, nu is 70 % ermee vertrouwd.
Ook online shoppen wende snel. Waar 40 % zich in 2020 nog zorgen maakte over de veiligheid van online betalen, heeft nu nog maar 26 % daar kopzorgen over. Online shopping schoot in 2020 de hoogte in: 60 % deed het maandelijks. In de periode september-december 2021, toen de Digimeter-enquêtes werden afgenomen, hadden we veel meer opties, maar toch shopt nog 55 % minstens maandelijks online.
Jongeren gaan voor Tiktok
Het gros van onze smartphonetijd, samen 75 minuten per dag, gaat op aan sociale media en chat. Goed nieuws voor Meta, het moederbedrijf van Facebook, Messenger, Instagram en Whatsapp, zou je denken. Al klopt dat niet helemaal. Facebook en Messenger verliezen namelijk fors aan populariteit. En het nog altijd stijgende gebruik van Instagram en vooral Whatsapp kan dat voor het eerst niet meer helemaal compenseren: de apps van Meta zijn samen nog ‘maar’ goed voor 29 % van onze smartphonetijd, iets minder dan de 31 % van 2020.
Kijken we naar de jongste groep gebruikers, dan heeft Meta nog meer om zich zorgen over te maken. Bij de jongeren van 16 tot en met 24 jaar – de jongste groep in dit onderzoek – gebruikt nog maar 53 % dagelijks Facebook, terwijl dat een jaar eerder nog 67 % was. Tiktok is nu dé app waaraan jongeren hun tijd besteden. 62 % van de 16- tot 24-jarigen gebruikt de app dagelijks (+12 %). En vooral: wie Tiktok gebruikt, zit daar typisch veel langer op dan op andere sociale media – gemiddeld 72 minuten per dag swipen ze er van filmpje naar filmpje. Volgens De Marez kan Tiktok niet echt vergeleken worden met andere sociale media. ‘Tiktok is een concurrent voor de tv-zenders, en bij uitbreiding voor het hele audiovisuele ecosysteem’, zegt De Marez.
Netflix en Disney+
Tijdens de eerste lockdown gingen we plots weer meer live tv kijken. Die coronatrend is inmiddels grotendeels gekeerd, al blijft er bij de oudere bevolking toch iets van hangen – misschien omdat heel wat mensen vaker van thuis werken en ’s avonds dus sneller in de huiskamer zitten. Maar bij jongeren is live tv verder blijven krimpen – minder dan één op de vijf, 18 %, kijkt nog dagelijks naar live televisie. Het tv-abonnement is dan ook voor steeds minder mensen een must: 10 % van alle Vlamingen (en 24 % van de 25-34-jarigen) is inmiddels cable cutter: ze betalen voor één of meer streamingdiensten, maar niet (meer) voor een tv-abonnement. ‘Dat zijn vaak nestverlaters die een eigen huishouden starten, en die kiezen voor één twee of drie streaming-abonnementen in plaats van een tv-abonnement’, zegt De Marez.
Iets meer dan de helft van de Vlamingen (55 %) heeft intussen minstens één betaalde streamingdienst. En dat is dan meestal Netflix: 49 % van de Vlamingen zegt er toegang toe te hebben. De snelst groeiende concurrent is Disney+, dat verdubbelt van 8 % tot 16 % van de markt. De Vlaamse uitdager Streamz, moet de rol een beetje lossen: het klimt van 8 % naar 11 %, maar zakt wel van een tweede plaats ex aequo naar een derde stek. Daar wordt het stilaan ook achternagezeten door alweer een Amerikaanse gigant, Amazon, met 6 %.
Buiten adem
De Digimeter peilt ook naar attitudes over technologie. En ook daar verschuift wat. ‘We staan over het algemeen positiever tegenover technologie, maar we zijn ons ook bewuster geworden van de gevaren’, zegt De Marez. We maken ons in toenemende mate zorgen over onze afhankelijkheid van sociale media (62 % ), over fake news (74 % ) en over het gebruik van onze persoonlijke gegevens (61 %). Mensen bakenen daarom bewuster hun gebruik van apps af. De helft van ons zet de meldingen van bepaalde apps af, 60 % zet zijn smartphone op ‘stil’ of ‘trillen’.
Op basis van dat soort attitudes menen de opstellers van de Digimeter dat een op de vijf Vlamingen (zo’n 19 %) nog helemaal ‘mee’ is. Ze zijn klaar voor de volgende digitale versnelling. Maar een haast even grote groep, zo’n 17 %, is ‘gelost’, zegt De Marez. Ze kunnen of willen het niet meer volgen. En dan is er de tussengroep, bijna twee derde van de Vlamingen, voor wie het soms toch wat te snel gaat. ‘Ze trappen op hun adem’, zegt De Marez. ‘Zelfs voor veel jongeren is het niet evident.’ Eén op de vijf van hen zegt soms verward of afgeschrikt te worden door technologie. 18 % zegt bijvoorbeeld soms te twijfelen of het bepaalde digitale toepassingen wel moet gebruiken, uit vrees om fouten te maken die ze niet meer kunnen rechtzetten.