‘Mama mag soms minder bezorgd zijn’

Steeds meer vormingsinitiatieven voor ouders, maar hoe ervaren kinderen hun mediaopvoeding?

Het Vlaamse initiatief ‘Veilig Online‘ van de Gezinsbond en Child Focus breidt uit binnen Europa. De vormingen voor ouders rond mediaopvoeding worden duidelijk gesmaakt, maar hoe kijken de kinderen eigenlijk zelf naar alle regeltjes rond schermgebruik?

“Papa zit ’s avonds altijd op zijn gsm en mama kijkt soms naar kleren op winkelsites”, vertelt Lou (10) plots wel erg enthousiast. Een gesprek met kinderen over ‘mediawijsheid‘ kan nu eenmaal stroef verlopen, maar één vraag tovert meestal een schalkse glimlach op hun gezicht: houden mama en papa zich zelf wel aan de regels die thuis gelden rond schermgebruik? Ella (12): “Papa haalt zijn smartphone soms wel eens boven aan de keukentafel: ‘Ja maar, ’t is voor mijn werk’, klinkt het dan.”

Elk huisje heeft tegenwoordig niet alleen zijn kruisje, maar ook zijn eigen grondwet wat betreft schermtijd en -gebruik. Bij Lou hangt het zelfgemaakte document zelfs aan de frigo, met het woord ‘Niets’ in grote, paarse letters naast maandag en donderdag. Wat hij op de overige dagen met zijn schermtijd doet? “Voetballers van Club Brugge volgen op Instagram, YouTube kijken of spelletjes spelen. Maar als ik zelf iets post of een spelletje download, dan toon ik altijd wel eerst waarover het gaat.” Schietspelletjes, dat hebben de ouders namelijk liever niet.

Mediagebruik

Er zijn heel wat vragen en zorgen rond mediagebruik binnen een gezin. Volgens de MediaNest Cijfers 2019 – een onderzoek bij 0- tot 7-jarigen én hun ouders – is zorg nummer één bij de helft van de ouders: “Kijkt mijn kind te veel naar een scherm?” 96 procent houdt dan ook een oog(je) in het zeil. Voor de huidige generatie ouders, die zelf niet is opgegroeid met nieuwe media, is mediaopvoeding dan ook evenveel van toepassing voor zichzelf als voor hun kinderen.

Vanuit die gedachte sloegen Gezinsbond en Child Focus in 2007 de handen in elkaar voor het initiatief ‘Veilig Online’, waarbij vormingsavonden worden ingericht voor ouders. Intussen is er een heel circuit uitgebouwd: zo’n 200 vormingen per jaar, een infosite en vijf modules over onder meer gamen, cyberpesten en sociale media. Ongeveer één op de vijf vormingen gebeurt ook voor kwetsbare ouders, die vaak moeilijk bereikt worden.

De (slecht) geacteerde filmpjes zijn een paar jaar geleden ingewisseld voor videogetuigenissen, onder meer van lagereschoolkinderen. “Dat is vaak het beste startpunt voor interactie tijdens een vorming. Meestal moet je na zo’n filmpje geen vraag meer stellen”, zegt Astrid Van Roy, die samen met Michael Op de Beeck het initiatief coördineert voor de Gezinsbond.

Veilig online

Nadat Veilig Online in 2018 laureaat werd van de #SaferInternet4EU-award, krijgt het initiatief nu ook navolging. Naast Franstalig België zullen ook Griekenland, Cyprus, Bulgarije en Roemenië de komende jaren aan de slag gaan met een eigen versie van het platform. Qua mediawijsheid zijn het ontwikkelingslanden binnen Europa. “Al zit België ook niet direct aan de kop hoor, de Scandinavische landen staan nog een stuk verder”, zegt Op de Beeck. Vandaar wellicht ook de nood aan vormingen.

“Vaak komen ouders bij ons vanuit een soort angst of vanuit het idee dat ze meer controle moeten verkrijgen, maar dat is een gevecht dat je toch verliest”, zegt Op de Beeck. Het valt alleszins op bij de vier kinderen die we voor dit artikel spreken: er is begrip voor die drang naar controle – Ella vindt het zelfs goed dat ze niet te lang op de tablet mag, want dan raakt ze “niet verslaafd” – maar betutteling is uit den boze. “Mijn moeder zou soms wat minder bezorgd mogen zijn. Ik weet best goed wat ik doe op Instagram of Snapchat”, zegt Bastiaan (11), die sinds vier maanden een smartphone heeft.

Soms gaat die bezorgdheid eerder om details, zegt Ella. Een TikTok-filmpje niet in huis maken bijvoorbeeld, want wie weet wie er allemaal volgt en wat die daardoor te weten komt. Soms is het goedbedoelde raad: “Dat sociale media niet enkel om volgers of likes draaien, of dat we ‘goed moeten oppassen op het internet’.”

Die schrik is niet altijd onterecht. Zo werd een klasgenote van Ella bestookt met “slechte reacties van jongens” terwijl ze een Facebook Live-sessie deed. Kinderen voelen die nood aan ouderlijke toestemming overigens zelf ook aan. “Als ik via WhatsApp iets doorgestuurd krijg dat niet oké lijkt, ga ik dat eerst tonen aan mijn ouders”, zegt Willem (12).

Mediaopvoeding

“We willen met ouders vooral tot een positief verhaal komen: informeren over wat kinderen allemaal doen, maar ook stimuleren om daar voldoende over te praten”, zegt Op de Beeck. “Dat gebeurt best van jongs af. Als je pas op puberleeftijd begint te vragen of je kind aan sexting doet, verwacht je best geen open gesprek.”

Uit een recent impactonderzoek blijkt alvast dat ouders met de tips aan de slag gaan: 80 procent zegt drie weken na de vormingen dat ze in gesprek gaan met hun kind over het gebruik van online media. Van Roy: “Maar als ouder blijf je natuurlijk ook wel de opvoeder die grenzen bepaalt. Zelfs 16-jarige jongeren die we spraken, gaven aan dat ze daar nog steeds nood aan hebben.”

De behoefte aan vorming zal niet snel verdwijnen, denkt de Gezinsbond. “Kinderen zullen altijd een stapje voor zijn op hun ouders.” Van die voorsprong kan de jeugd trouwens best genieten, zegt Willem: “Een spraakbericht op WhatsApp, mijn ouders snapten niet hoe dat werkte. Dus heb ik het hen uitgelegd. Dat vond ik wel plezant.”

MARTIN, M. ‘Mama mag soms minder bezorgd zijn’ De Morgen, 30 januari 2020, 7.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo