‘Waaruit bestaan besturen in alle sectoren? Blanke mannen’

Vincent Kompany wil wegen op het internationale voetbal. Niet alleen als speler, inspirator of trainer (in spe), maar ook als een van de gezichten van een internationale spelersraad van de Fifpro.

‘Vragen over Anderlecht of de Belgische nationale ploeg laten we niet passeren.’ De officiële persconferentie in het hart van de Europese wijk was nauwelijks gestart, of de toon was gezet. Waarom Anderlecht lamentabel voor de dag kwam tegen Cercle Brugge, daar ging het niet over. Wat hier in Brussel telde, was the bigger picture, het grote plaatje.

Kompany maakt sinds mei vorig jaar deel uit van een pas opgerichte Global Player Council. Noem het een adviesraad voor de Fifpro, de internationale spelersvakbond. Die probeert te wegen op het beleid van wereldvoetbalbond Fifa. En wegen op het debat, dat is het levensdoel van Kompany, zoon van een vakbondsleidster en een burgemeester.

Glazen plafond

Een van de stokpaardjes van Fifpro en zeker van de Brusselaar is het aanpakken van racisme. Dat maakte hij duidelijk tegenover de internationale pers en later op de dag ook als spreker tijdens een etentje voor bobo’s. Racisme is uiteraard verwerpelijk, maar discussiëren over gepaste strafmaten vindt Kompany even zinloos als een boompje opzetten over Anderlecht. ‘Neem nu het incident in KV Mechelen-Charleroi. Die jongen (Marco Ilaimaharitra kreeg een Hitelrgroet in zijn richting, nvdr.) wordt voor de camera gezet en moet zijn verhaal doen. Maar ik heb geen goesting om te zeggen dat die supporter tien jaar moet gestraft worden. Daar los ik niets mee op. Want die supporter is maar het resultaat van het hele fenomeen.’

En dat hele fenomeen, dat is volgens Kompany een ‘glazen plafond’ voor wie toevallig een niet-West-Europese achtergrond heeft. Want, zegt hij: ‘Er is nul toegang tot bestuursorganen. Voor wie het al ondervond, ligt racisme heel gevoelig. Maar wie debatteert er over racisme? Beslissingen over discriminatie worden genomen door mensen die al eeuwenlang in die positie zitten. Kijk eens naar de bestuursmeetings van bijvoorbeeld een mediabedrijf. Daar zitten ook niet veel mensen van mijn profiel. Veelal zijn het blanke mannen. Dat is toepasbaar op alle sectoren, politiek incluis, in heel Europa. En dat is wurgend. Als je helemaal onderaan begint – zoals ik – en je weet dat je minder perspectieven hebt, dan is het ongelooflijk hard om een gemotiveerde, volwaardige burger van een land te zijn. Mijn vader is toevallig de eerste zwarte burgemeester ooit van dit land. Stel je voor dat je hier geboren en getogen bent en zelfs niemand ooit in die positie is geraakt. Het is moeilijk uit te leggen: opgroeien in een land waar een groot aantal posities aantoonbaar niet beschikbaar is.’

Positie met autoriteit

Wat Romelu Lukaku moest doorstaan in de Serie A of wat gebeurde in Mechelen pak je volgens Kompany niet aan door strenger te straffen. Zijn oplossing? ‘Diversiteit verplichten, tot de hoogste echelons. Zolang het debat niet uitgebalanceerd is, vind je de juiste oplossingen niet. Anderlecht, en dat is het enige wat ik daarover wil zeggen, heeft op dat vlak iets unieks gedaan. De rol die ik intern heb, is er ook om heel wat barrières neer te halen. Simpelweg door aanwezig te zijn. Ik hoef daar niet rond te lopen en te vragen dat iemand niet racistisch is. Gewoon omdat ik in een positie met autoriteit zit, terwijl dat in Europa bijna onmogelijk is voor iemand met een andere origine. Of voor vrouwen.’

Discriminatie aanpakken, ook voor vrouwelijke voetballers, is een stokpaardje van de Fifpro. Daarom bestaat er ook een vrouwenraad, naast het kransje mannen van wie Kompany een van de boegbeelden is. Andere leden zijn Giorgio Chiellini (Juventus), Eiji Kawashima (Strasbourg), Andre Onana (Ajax), Nicolas Tagliafico (Ajax), Rui Patricio (Wolverhampton), Neven Subotic (Union Berlin) en Kevin Trapp (Frankfurt).

Grotere kernen, graag

Behalve discriminatie is ook de eivolle kalender een bezorgdheid van de Fifpro. Pep Guardiola en Jürgen Klopp zijn niet de enigen die vinden dat er paal en perk aan moet worden gesteld. ‘Het is makkelijk praten als je aan de top speelt, waar de inkomsten hoog liggen’, vindt Kompany. ‘Maar de centen in kleinere competities of bij vrouwen – waar ook meer duels komen zodat er meer geld wordt verdiend – rechtvaardigen niet dat je in vijftien jaar je lichaam kapotmaakt en dan een normaal leven wil opnemen. Dan is dat lichaam versleten. Vijftig, zestig wedstrijden, steeds harder, sneller en nog meer kilometers: dat kan niemand aan. Ik heb na het WK zeven dagen vakantie gehad, in tweeënhalf jaar twee keer zeven dagen. Niet mentale vakantie, wel fysieke vakantie.’

‘Ik begrijp deels waarom er vraag is naar meer wedstrijden. Dat er matchen over verschillende continenten worden gespeeld, begrijp ik ook. Maar dan moet je meer spelers ter beschikking hebben. Een kern van 40 spelers kan 100 wedstrijden spelen, een kern van 25 niet. Als je de kernen uitbreidt, dan los je dat op. Er zijn spelers genoeg die een kans willen. En zo stel je een plafond aan het aantal wedstrijden dat een speler per jaar speelt. Waar dat plafond ligt, laat ik over aan experts.’ Om er al lachend aan toe te voegen: ‘Voor mij ligt dat plafond alleszins lager dan voor anderen.’

VAN UYTVANGE, K. ‘Waaruit bestaan besturen in alle sectoren? Blanke mannen’ De Standaard, 29 januari 2020, 30.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo