Niet elke sweater hoeft uit een sweatshop te komen

Met Studio AMA houdt Soraya Wancour de modewereld voor hoe het anders kan. Haar materialen redt ze van de afvalberg, haar partners vindt ze in de buurt. ‘Ik wil een mindshift veroorzaken.’

Tegen 2030 moet Vlaanderen 40 procent minder CO2 uitstoten. Dat halen we niet met louter praatjes. De Standaard ging samen met de Sociale InnovatieFabriek op zoek naar Radicale Vernieuwers voor een leefbare planeet. Deze week presenteren we de tien finalisten. De jurywinnaar, de winnaar van de Klimaattrofee en de publiekswinnaar worden bekendgemaakt op maandag 16 december op standaard.be. Stem mee voor de publieksprijs op www.standaard.be/radicalevernieuwers

‘AMA’ staat er in scherp gekraste letters op elk van haar sweaters, jurken en blazers. Dat logo is geen toeval. Soraya Wancour (28) wil houden (amare) van wat ze doet. ‘De keuzes die ik maak, moeten overeenkomen met mijn persoonlijkheid en mijn waarden. Ik wil iets doen waar ik achter sta, en dat was niet het gevoel dat ik had toen ik zes jaar geleden de mode-industrie binnenstapte.’

Ze komt uit een kleermakers­familie in Deinze. Studeerde aan de La Cambre-hogeschool in Brussel, ging daarna kleren ontwerpen, maar het wereldje van de fast fashion beviel haar niet. ‘Mensen betalen te veel voor de winkel­ervaring, voor de grote promotiecampagnes. De sector creëert een afvalberg en groot sociaal onrecht, en neemt daar geen verantwoordelijkheid voor op.’

Zo botste ze op een dilemma. ‘Als artieste heb ik geleerd dat ik een nieuwe beeldtaal, een eigen signatuur moet ontwerpen. Maar als je dat doet binnen het bestaande systeem, botst dat met het verantwoord ondernemen waar iedereen de mond vol van heeft. Ik moest dus het hele systeem herdenken om duurzaam te kunnen zijn. Als ik een modebedrijf zou hebben, moest het over de héle lijn verantwoord zijn.

In haar winkel in de Dampoortstraat in Gent haalt ze een sweater van de kapstok. Hij is gemaakt van de stof waarmee matrassen overtrokken worden, het zogenoemde tijk. Het Kortrijkse bedrijf BekaertDeslee geeft zijn overschotten gratis aan haar door, zij maakt er kleren mee. Het is een omkering der gewoontes: het restmateriaal wordt gered van de versnipperaar en inspireert het ontwerp.

Materialisme

Ze noemt het herinterpretatie. ‘Normaal teken je eerst een ontwerp en ga je dan op zoek naar het materiaal. Ik bekijk de resten en denk na waarvoor ze gebruikt kunnen worden. Dat tijk leek me niet geschikt voor een broek, dat zou te bombastisch ogen en dus onverkoopbaar zijn, maar voor een sweater is het wel geschikt. Ik heb hier ook resten breiwerk voor pullovers. Zie je, daar zijn wollen wanten uit gekomen. Ik noem het een nieuw soort materialisme.’

Haar eerste wintercollectie bestond alleen uit sweaters. Daar zijn nu kleedjes, bomberjackets, broeken en tassen bij gekomen. Ze zijn ‘genderfluïde’, en kosten tussen 122 en 212 euro. ‘Dat is duur in vergelijking met de grote ketens, maar goedkoop in de high-end categorie. Naar de normen van Belgische makelij ben ik spotgoedkoop. Ik wil mijn gamma toegankelijk en betaalbaar houden.’

AMA is niet alleen Belgisch, maar ook lokaal. Het bedrijfje werkt samen met maatwerk­bedrijven, en die zijn meer dan de uitvoerende partij. ‘Die samenwerking maakt deel uit van het hele concept’, zegt Wancour. ‘Als ik consequent ecologisch wil produceren, moet ik die confectie niet naar de lageloonlanden overbrengen, maar hier partners zoeken.’

De nabije vzw Zonnehoeve was haar eerste partner. Die beschikt over een textielafdeling met de juiste machines, en heeft jaren ervaring in sociale tewerkstelling. Wancour: ‘Zo kwam er een element bij: ik ontwierp al vanuit bestaand materiaal, en zou dat doen binnen de mogelijkheden van een bestaand maatwerkbedrijf. Ik ontwerp dus helemaal vanuit beperkte mogelijkheden. Daarom moet Studio AMA een “laboratorium voor ethische mode” worden.’

In haar keuze voor materialen en partners wegen principes door. ‘De stoffen moeten veilig zijn voor de consument. Ik wil steeds de afkomst ervan kennen. Mijn lokale partners moeten goeie werk­omstandigheden bieden. We zoeken het best mogelijke evenwicht tussen synthetische vezels, die langer meegaan, en natuurlijke vezels. En ik haal de stoffen gratis op, want de fabrikant moet anders toch betalen voor de ophaling ervan.’

Krijtlijnen

Haar lief zegt haar dat het gemakkelijker zou zijn om een frituur te openen. ‘Mijn model biedt geen garantie op rentabiliteit, wat wél mijn doel is. Ik heb in het verleden verschillende jobs gedaan en daarmee geen plek gevonden waar ik mijn ding kon doen. Studio AMA is inderdaad radicaal, maar ik vind het leuk. Ik ben een beetje een rebel.’

Soms denkt ze dat ze eigenlijk een kunstenaar is die een onderneming opgericht heeft als een performance. ‘Wat ik doe, lijkt me zo logisch. Ik denk de sector om. En dat is een beetje uit de hand gelopen. Mijn klanten zijn meestal erg geïnteresseerd. Velen komen via de sociale media – ik ben erg actief op Instagram – en consumeren vanuit hun waarden. Ze stellen hoge eisen.’

Ze is vooral positief. ‘Ik hou ervan problemen op te lossen. De beste manier om dat te doen is het te proberen met wat je ter beschikking hebt. Kleren ontwerpen is het enige wat ik kan. Dat is mijn expressie en ik wil er een mindshift mee veroorzaken. Ik ben niet tégen de modewereld, maar er is minder mogelijk in de toekomst, dus moeten we krijtlijnen trekken.’

www.studioama.be

VANTYGHEM, P. Niet elke sweater hoeft uit een sweatshop te komen. De Standaard, 9 december 2019, 10.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo