73,00% van de 11- of 12-jarigen heeft een eigen smartphone, blijkt uit nieuw onderzoek van de VRT-Studiedienst.
In het eerste middelbaar heeft zo goed als elk kind al een smartphone op zak. Dat is niet per se een slechte zaak. Kinderen moeten vooral op een goede manier leren omgaan met die nieuwe technologie in hun leven. Op jonge leeftijd horen daar wel belangrijke regels bij. Therapeute Marijke Bisschop en preventiewerkster Kelly Cathelijn van De Sleutel zijn het over één zaak eens: “Maak duidelijke afspraken”. Hun deskundige raad vind je hier in 5 tips.
1. Voor elke leeftijd eigen regels
Uit een bevraging van de VRT-Studiedienst bij 1.000 kinderen van 2 tot 15 jaar en hun ouders, is duidelijk gebleken dat kinderen al zeer vroeg gebruik maken van smartphones, maar ook al heel jong een eigen exemplaar op zak hebben.
Kelly Cathelijn, preventiewerkster van centrum De Sleutel, dat preventiewerk doet rond schermgebruik op scholen, ziet voor verschillende leeftijden verschillende benaderingen: “In bepaalde steden zijn er al kinderen die vanaf 8 of 9 jaar een eigen gsm hebben, maar dat is gevaarlijk. Kinderen hebben nog niet de toestelwijsheid om er op een goeie manier mee om te gaan, laat staan dat ze de mediawijsheid hebben om de risico’s in te schatten.”
Door onder andere het preventiewerk van de scholen, maar ook gesprekken in de school en met ouders over hoe om te gaan met smartphones en alles wat erbij komt kijken, groeit die mediawijsheid en kunnen ze bij het ouder worden geleidelijk aan zelf de controle in handen nemen.
2. Sociale media: controleren mag, praten moet
Kinderen en pubers experimenteren graag. Daar is niets mis mee, zolang het niet uit de hand loopt natuurlijk. Op een eigen smartphone hebben kinderen ook toegang tot alle sociale media. Als ouder is de drang dan groot om dat streng te controleren.
Niet onterecht, maar een wederzijds vertrouwen is cruciaal in de beginnende puberjaren van 11 tot 13 jaar, vindt gedragstherapeute Marijke Bisschop: “Je kijkt wel eens mee over de schouder van je kind. Op een gegeven moment kan je wel eens zeggen dat je vindt dat je kind met bepaalde dingen niet goed bezig is. Dan moet je vooral praten: ‘is er iets wat je stoort?’ ‘Op welke app zit je al vaak?’, ‘Ik heb het idee dat je iets hebt gezien dat je niet leuk vindt. Zullen we erover praten?’ Dat is beter dan achterdochtig zoeken in de gsm van het kind.”
Er zijn ook apps die ouders op de smartphone van hun kind kunnen installeren, zoals Qustodio. Bij zulke apps is het vooral oppassen dat je als ouder niet te ver gaat en je kind nog enige vrijheid en privacy gunt.
3. Duidelijke regels
Volgens Marijke Bisschop werken duidelijke regels toch nog het best: “Kinderen vinden wat ouderlijke controle wel fijn, het geeft hen een gevoel van veiligheid. Geef ze die regels en discussieer er dan niet meer over.” Ook preventiewerkster Kelly Cathelijn vindt goede regels cruciaal: “Wij gebruiken de healthy mind platter als model. Dat wil zeggen dat naast schermgebruik kinderen ook aan andere zaken aandacht moeten besteden: voldoende slapen, beweging, sociaal zijn los van het online gegeven, de sportclub of spreken met andere kinderen.”
En daarbij is inspraak van het kind ook belangrijk: “Het is geen goed idee om van bovenaf regels over de schermtijd op te leggen. Je kan beter de regie van zo’n plan in handen van het kind geven. Het gaat ook over een zekere weerbaarheid opbouwen tegenover die toestellen, wat ze daardoor beter leren”, zegt Kelly Cathelijn, die haar kinderen zelf een planning heeft laten opstellen wanneer ze wel en niet met smartphones en tablets bezig mogen zijn.
4. Let op met spelletjes die geld kosten
Kinderen spelen graag. De bevraging van de VRT-Studiedienst toonde aan dat kinderen tot 10 jaar vooral graag buiten spelen, maar vanaf 11 jaar neemt de smartphone het over. Daar spelen kinderen graag spelletjes op en dat is niet altijd even onschuldig. In heel wat spelletjes kosten kleine extra’s geld, weet Kelly Cathelijn: “Het gebeurt dat jongeren de Visakaart van papa vragen of centjes die ze normaal voor iets anders gebruiken, aan games gaan spenderen. Zeker in de lagere school kunnen kinderen moeilijk inschatten wat 100 euro is. Zelfs tieners hebben het daar soms nog moeilijk mee.”
5. Verslavende technologie
Als preventiewerkster verbonden aan De Sleutel, weet Kelly vooral veel over de verslavende aspecten van smartphones. Dat spelletjes verslavend zijn, weet iedereen die ooit “Candy Crush” of “Angry Birds” geïnstalleerd heeft goed genoeg. Een half uur op het toilet zitten scrollen doorheen Facebook overkomt de beste, maar kinderen missen dan nog een juiste attitude zegt Cathelijn: “We zijn op zoek naar een shotje dopamine. Volwassenen komen nog tot reflectie dat wat ze hebben gedaan niet goed was. Voor kinderen is dat moeilijker. Het is dan aan ouders, scholen om dat een beetje in hun plaats te doen en daar streng in te zijn.”
Ook met sociale media moeten we oppassen, zowel jong als oud, vindt Cathelijn: “De apps op telefoons gaan u meer en meer triggeren om met uw telefoon bezig te zijn. Zo ook met de blauwe vinkjes van Whatsapp. Die mechanismes zorgen ervoor dat we verschillende keren naar de gsm gaan kijken, zonder melding.”