mens en samenleving logo

Nieuwe poging om eurocentjes te begraven

De federale minister van Financiën, Johan Van Overtveldt (N-VA), overweegt de afronding van aankopen tot (een veelvoud van) 5 eurocent voortaan ook bij elektronische betalingen toe te laten. Nu kan die afronding alleen bij cashbetalingen en dat is helemaal geen succes.

1. Wat is de bedoeling van het afronden van betalingen?

Op die manier hoopt de overheid het gebruik van de twee kleinste koperen euromuntjes, van 1 en 2 eurocent, zo veel mogelijk te ontmoedigen. De beperkte waarde van die eurocentjes weegt niet op tegen de (administratieve) kostprijs voor aanmaak, stockage en verhandeling.

De maatregel bestaat sinds 1 oktober van vorig jaar, maar wordt in de praktijk nauwelijks toegepast. Volgens de zelfstandigenorganisaties Unizo en NSZ rondt amper 5 tot 12 procent van de zelfstandige winkeliers hun kastickets af, ook al waren ze nadrukkelijk vragende partij voor de invoering van het systeem. De supermarkten en winkelketens doen zelfs helemaal niet mee.

2. Waarom is de maatregel geen succes?

Dat heeft alles te maken met de beperking van het systeem tot cashbetalingen. De afronding tot op 5 eurocent is niet toegelaten bij elektronische betalingen, met betaalkaarten. Die inperking kwam er op aandringen van de Parti Socialiste van premier Di Rupo, tegen het advies in van de toenmalige minister van Financiën, Koen Geens (CD&V).

Die halfslachtige aanpak – bij cash betalingen mag het wel, bij elektronische niet – heeft veel winkeliers doen afhaken. Ze willen niet investeren in software voor een kassasysteem dat betalingen aankan met en zonder afronding.

Voorts vrezen nogal wat handelaars afwijzende reacties bij hun klanten, omdat die de afronding als een verkapte prijsverhoging zien. Die perceptie is overigens totaal fout. Om te beginnen mag de afronding alleen gebeuren op het totaalbedrag dat de klant moet betalen, op het kasticket dus en niet op afzonderlijke artikels. Bovendien gaat de afronding in twee richtingen. Als het te betalen bedrag bijvoorbeeld 9,98 euro is, mag er naar boven worden afgerond, tot 10 euro; dat is een prijsverhoging met 2 eurocent. Maar als het om 10,02 euro gaat, gaat de afronding naar beneden tot 10 euro, of een prijsdaling met 2 eurocent.

3. Wat wil Van Overtveldt doen?

Hij werkt aan een wetsvoorstel om de afronding voortaan ook mogelijk te maken bij elektronische betalingen. Dat moet de bezwaren van de handelaars wegnemen en een nieuwe boost geven aan de poging om het gebruik van de kleinste eurocentjes te laten uitdoven. Als de supermarkten en grote winkelketens dit keer wel meedoen, zal dat een sneeuwbaleffect veroorzaken.

Het is onduidelijk wanneer de maatregel ingaat. De regering moet hierover nog een beslissing nemen. Eigenlijk was het de bedoeling om pas in 2016 de impact van de eerste stap – bij cashbetalingen – te evalueren.

4. Is hiermee het lot van de kleinste eurocentjes definitief bezegeld?

Ja en neen. De uitbreiding naar elektronische betalingen zal ongetwijfeld meer handelaars ertoe aanzetten om af te ronden en dat zal op termijn ook het gebruik van de muntjes van 1 en 2 eurocent fors doen dalen. De facto zullen ze uit het winkelbeeld verdwijnen.

Toch worden de koperen eurocentjes niet officieel afgeschaft. Ze blijven een wettig betaalmiddel en handelaars mogen ervoor kiezen om niet mee te doen. Hun deelname blijft vrijwillig.

Nederland, waar al tien jaar wordt afgerond, bewijst dat het systeem nochtans ook op vrijwillige basis een succes kan zijn. Bij onze noorderburen doen vrijwel alle handelaars mee aan de prijsafronding, ook al is die er tot cashbetalingen beperkt.

RASKING, S. Nieuwe poging om eurocentjes te begraven. De Standaard, 2015-08-04, 20.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers