De toekomst oogt groen, al gaat het volgens sommigen trager dan het zou moeten. De overheden stellen zich doelstellingen: 2020, 2050, … jaartallen waarop de groene energie moet stijgen en zelfs de overhand nemen. Duurzaamheid in een leefbare wereld heet dat, en als we zelfvoorzienend zijn met de energie, worden we minder afhankelijk van het Midden-Oosten, Rusland en andere soms onrustige gebieden.
In eigen land woedt de (politieke) strijd tussen kerncentrales en een energiebeleid zonder kernenergie. Aan de rand van die discussies loeren windmolens en zonnepanelen om het hoekje. Zonnepanelen kunnen het individu voorzien van energie, maar kunnen ze een hele industrie bevoorraden? De idee om in een land als België de snelwegen massaal te betegelen met zonnepanelen, is niet zo gek. Vanuit de lucht zien we dan al onze autostrades die licht opslorpen en weer energie afgeven. Uiteraard zal er tijdens de spitsuren, met de files, op sommige trajecten minder licht worden opgevangen. Windmolens zijn efficiënter in onze streken, maar niet iedereen wil zoiets in zijn achtertuin hebben staan.
In ontwikkeling: blauwe energie
Daarnaast wordt er gestudeerd op vele andere vormen van energie. Met water is veel te winnen. Rivieren met een stevig debiet kunnen elektriciteit opleveren, anderen bestuderen de enorme energie die de getijden van de zee kunnen teweegbrengen.
En dan is er de blauwe energie, een techniek in ontwikkeling waarbij energie wordt opgewekt door zoet water met zout water te mengen. Voor landen met een kustlijn biedt dat mooie perspectieven.
Bio-energie zorgt uiteraard ook voor duurzame energie. Het gaat om het verbranden van biomassa voor het opwekken van warmte die weer wordt omgezet in energie.
Nieuw gas
Verder in de toekomst denkt men eraan om biologisch materiaal te laten gisten met mest of rioolslib. Daardoor ontstaat er ruw gas dat kan worden omgezet in een gassoort die met aardgas is te vergelijken en waarmee woningen kunnen worden verwarmd.
Er bestaan al races met wagens die louter op zonne-energie rijden. Als er over vijftig jaar nog alleen zonne-auto’s op de snelweg staan, betekent dat wereldwijd een enorme besparing van olie. De auto zal in den beginne duur zijn, maar nadien betaalt de zon je kilometervergoeding.
