Uit het recentste rapport over de loonverschillen tussen mannen en vrouwen in de Europese Unie blijkt dat het gemiddelde uurloon voor vrouwen 16,2 % lager ligt dan dat voor mannen.
Omgerekend houdt het loonverschil in dat vrouwen per jaar 59 dagen minder betaald worden. En de kloof verkleint nauwelijks of niet, blijkt uit het Gender Pay Gap-rapport. In de hele EU verkleinde ze tussen 2008 en 2011 met 1,1 % naar 16,2 %. Dat is vooral te danken aan de vooruitgang in onder meer Litouwen en Tsjechië, die in 2008 nog een kloof hadden van meer dan 20 %. In ons land zit het verschil al jaren net boven 10 %. De kloof is het grootst in Estland (27,3 %).
Enkele landen vormen een uitzondering, maar in het algemeen zijn de grootste verschillen in gemiddelde lonen te vinden in de financiële sector. Vrijwel overal is de kloof ook groter in private dan in publieke sectoren.
Nochtans staat het recht op gelijk loon al in de Europese verdragen sinds 1957 en bestaat er al sinds 2006 een richtlijn die verplicht vrouwen hetzelfde loon te bieden voor hetzelfde werk. De lidstaten hebben die ook in ruime mate omgezet in wetgeving. Alleen verkleint dat de kloof niet in de praktijk.
Een gebrek aan transparantie over lonen en aan informatie bij de werknemers zijn twee van de belangrijkste struikelstenen. Mochten vrouwen meer zicht hebben op de lonen van collega’s dan zouden ze zich er meer bewust van zijn dat ze voor een lager loon werken, en er beter kunnen tegen ageren.
De Europese Commissie vermeldt onder meer ons land bij enkele voorbeelden van ‘best practices’ om de kloof te verkleinen, vanwege de verplichting dat bedrijven sinds vorig jaar elke twee jaar een vergelijkende studie moeten maken van hun loonstructuur. In Frankrijk en Oostenrijk worden ze dan weer aangemaand opener te rapporteren over de lonen.