ECB-geldpomp wordt stofzuiger

De Europese Centrale Bank begint vandaag aan een nieuw monetair hoofdstuk. De enorme stapel obligaties, het gevolg van uitzonderlijk beleid, zal deze maand voor het eerst in omvang afnemen.

Bijna 5.000 miljard euro. Dat is het bedrag aan obligaties dat de ECB de afgelopen jaren bij elkaar heeft gekocht. Die waardepapieren liggen allemaal in een denkbeeldige kluis in Frankfurt. De Europese Centrale Bank start deze maand een nieuwe fase: de stapel zal heel geleidelijk in omvang afnemen. Het is een belangrijk signaal. De bank begint met wat de ‘normalisatie’ van het monetair beleid wordt genoemd. De strategie van de afgelopen jaren was uitzonderlijk, maar werd noodzakelijk geacht om de economie op te peppen. Nu is de bank van plan langzaam terug te keren naar een normaal beleid. De gevolgen daarvan kunnen groot zijn.

De normalisatie verloopt heel geleidelijk. In juli vorig jaar stopte de ECB al met het ophogen van de stapel obligaties. Alleen als een obligatie op vervaldag werd terugbetaald, werd met de opbrengst nieuw schuldpapier gekocht. Zo bleef de stapel even hoog. Daar komt met ingang van deze maand verandering in. De opbrengst van sommige afgeloste obligaties zal niet langer worden geherinvesteerd. Dat zal in een eerste fase het geval zijn voor 15 miljard euro aan aflossingen per maand. Dat bedrag wordt dus aan het financieel systeem onttrokken. De geldpomp is eerst stilgelegd, en verandert nu in een stofzuiger. In bankiersjargon klinkt het anders. De quantitative easing (QE) verandert in quantitative tightening (QT). Versoepeling wordt verstrakking.

Groene strategie

Actief obligaties van de stapel afnemen en op de markt verkopen, zal de ECB nog niet doen. Dat zou een te radicale ingreep zijn. Voor de ECB is QT een nieuwe ervaring, zei vicevoorzitter Luis de Guindos toen de maatregel in december werd aangekondigd. ‘Het is een nieuw instrument, en we moeten voorzichtig zijn met de toepassing ervan.’ De start van de nieuwe strategie is voor de ECB ook een opportuniteit om zich van haar groenste kant te laten zien. Bij de handel in bedrijfsobligaties zal de bank de voorkeur geven aan bedrijven met een goed klimaatbeleid, en aan groene obligaties.

QT houdt risico’s in, en daar is de ECB zich van bewust. Het massale aankoopprogramma diende om de langetermijnrente laag te houden. Doordat de centrale bank bereid was om tegen elke prijs obligaties op de markt te kopen, steeg de koers ervan en daalde het rendement. Nu die strategie wordt teruggedraaid, is het effect tegengesteld: door de geringere vraag naar obligaties daalt de koers ervan en stijgt het rendement. De rente loopt dus op. Dat kan nuttig zijn om de hoge inflatie af te remmen.

Maar de mogelijke bijwerkingen zijn niet te onderschatten. Om te beginnen betekent een hogere rente dat het voor overheden duurder wordt om hun begrotings­tekorten te dekken. Vorige week nog rekende het Planbureau voor dat de stijgende rente een stevige hap uit de Belgische begroting kan nemen. Die rente mag niet te hoog oplopen, anders kan de schuld in sommige landen van de eurozone onbeheersbaar worden. Een ander effect is dat lenen voor een woning duurder wordt. In een tijd van stijgende levensduurte is dat voor huishoudens een weinig opbeurende ontwikkeling. Bovendien stijgt het risico op een vastgoed­­crisis in landen met hoge hypotheekschulden. Ten derde maakt een hogere rente beleggingen in obligaties aantrekkelijker, waardoor het verschil met aandelen afneemt. Daar kunnen de beurskoersen onder lijden, wat slecht nieuws is voor aandelenbeleggers.

Omgekeerd effect

Niet dat we onmiddellijk heel grote effecten moeten verwachten, nu het nieuwe ECB-tijdperk is aangebroken. Daarvoor is het eerste QT-stapje te klein. De stofzuiger gaat nu 15 miljard euro per maand opzuigen. Toen de geldpomp op haar hoogste stand stond, in 2016 en 2017, werd er maandelijks 80 miljard in de economie gepompt.

Het effect van de eerste QT-fase is natuurlijk maar een van de factoren die de hoogte van de rente bepalen. Andere elementen, zoals de inflatieverwachtingen en de omvang van de uitgiftes, zijn ook belangrijk. Toch zijn de gevolgen niet te onderschatten, erkende ECB-directeur Isabel Schnabel eerder deze maand in een online interview op Twitter. ‘De obligatiemarkt heeft al rekening gehouden met onze maatregel. Dat heeft hoogstwaarschijnlijk bijgedragen aan het oplopen van de rentes in de eurozone. We gaan ervan uit dat QT ongeveer hetzelfde effect zal hebben als QE, maar in omgekeerde richting.’

Rente op record door inflatievrees

De Belgische rente bereikte gisteren het hoogste peil in een decennium.

De Belgische langetermijnrente steeg gisteren in de loop van de dag tot 3,30 %. De laatste keer dat dit niveau ­bereikt werd, was voorjaar 2012. Maar toen was de trend dalend. Nu gaan de rentes in heel Europa versneld omhoog. De Duitse rente op leningen met een looptijd van 2 jaar steeg zelfs tot het hoogste niveau sinds 2008.

De oorzaak van de rente­opstoot is het besef dat er meer nodig zal zijn om de hardnekkige inflatie de kop in te drukken. Nieuwe cijfers over de prijsstijgingen in februari kwamen als een koude douche. De inflatie in Frankrijk steeg volgens de geharmoniseerde Europese definitie naar een recordniveau van 7,20 %. Tot nu toe bleef de Franse inflatie relatief laag doordat regeringsmaatregelen de ­impact van de energiekosten ­beperkten. De keerzijde is dat de Fransen nu minder sterk profiteren van de dalende gasprijs terwijl ze wel de voedingsinflatie voor de kiezen krijgen. Ook in Spanje steeg de inflatie.

Beleggers gaan er vanuit dat de ECB de rente sterker zal moeten verhogen. Het eindpunt van het proces zal in de richting van 4 % liggen, denken ­beleggers nu, terwijl ze voordien veronderstelden dat de top op 3,50 % zou liggen. De marktrentes anticiperen al op de verhogingen van de beleidsrente.

MOOIJMAN, R. ECB-geldpomp wordt stofzuiger. De Standaard, 1 maart 2023, 18.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo