Loonindexering vaak afknapper voor wie weinig verdient

Wie weinig verdient, houdt van een loonindexering netto verhoudingsgewijs het minst over. Hoge lonen zijn het best af. ‘Vooral de lagere middenklasse betaalt de facto te veel ­belastingen.’

Nu de inflatie nog altijd de pan uitswingt, rekenen velen uit hoeveel ze bij iedere indexering extra in het loonzakje ontvangen. Dat valt vaak tegen. Van de indexering schiet netto vaak minder over dan verhoopt. Een indexering met 2 % – zoals bij iedereen die een loon heeft dat de spilindex volgt – betekent helemaal geen verhoging van het nettoloon met 2 %. Zeker voor lage ­inkomens valt dat tegen. Want hoe meer je verdient, hoe hoger de procentuele verhoging van het nettoloon.

Een berekening op basis van onder andere de looncalculator van SD Worx leert dat wie een laag loon van 1.800 euro bruto ontvangt, na een indexering met 2 % slechts 0,8 % overhoudt. Voor wie 2.000 euro bruto per maand verdient, is het nog ­erger gesteld: die ziet het netto-­inkomen slechts met 0,2 % toenemen. Dat contrasteert met hoge lonen. Hoe hoger het loon, hoe meer je ook netto in procenten overhoudt. Wie 7.000 euro bruto verdient, houdt van een ­indexering met 2 % 1,54 % extra nettoloon over. Bij 5.500 euro is dat 1,25 %.

Belastingschalen

Het ietwat bizarre effect wordt op twee manieren veroorzaakt. Er is het mathematische effect van de belastingvrije som die op 9.050 euro per jaar ligt en verhoogd wordt met het aantal personen ten laste. Op dat bedrag betaalt niemand belastingen. Dat trekt de ­gemiddelde belastingvoet die je op het totale inkomen betaalt, omlaag. De extra euro die je boven op de belastingvrije som verdient, wordt meteen harder belast. Bij een hoog loon verwatert dat effect, omdat het grootste deel van het loon tegen het volle pond belast wordt.

Voor lage lonen speelt nog een effect: zij vallen snel in hogere ­belastingschalen. Ons belastingsysteem is heel progressief: wie geen 13.450 euro bruto verdient (boven op de belastingvrije schijf), betaalt 25 % belastingen. Dat gaat snel omhoog: wie meer dan 13.450 euro verdient betaalt 40 %, vanaf 23.900 is het 45 %, bij 41.360 euro 50 %. Bij een tussentijdse indexering tijdens het jaar lopen lage inkomens snel het risico dat ze in een hogere belastingschijf vallen, waardoor ze netto heel weinig overhouden van een loonsverhoging.

Ook andere loonvoordelen nemen bij een loonsverhoging af, ­zoals de Vlaamse jobbonus, die maximaal 50 euro netto per maand bedraagt voor wie minder dan 1.800 bruto verdient. Die neemt snel af, naarmate je meer verdient. De belastingschalen worden weliswaar één keer in het begin van het jaar geïndexeerd, waardoor het effect van de hogere belastingschalen afgevlakt wordt en we netto iets meer overhouden. Maar hoge lonen krijgen netto niet alleen in centen, maar ook in procenten nog steeds meer.

‘Bovendien hoef je niet van je bureaustoel te komen om je loon onafhankelijk van de index te zien stijgen. Heel wat mensen krijgen jaarlijks ook automatische anciënniteits- of baremieke verhogingen’, zegt Ive Marx, hoogleraar ­Sociale Wetenschappen. Daardoor kun je toch in een hogere ­belastingschijf vallen, waardoor je finaal netto weinig overhoudt van de indexering, zelfs na aanpassing van de belastingschijven.

Promotieval

‘Daarnaast zijn er nog heel wat voordelen die dreigen weg te vallen wanneer iemand uit de lagere middenklasse meer verdient. Door de sociale energietarieven is er nu een groot verschil tussen wie die krijgt en wie net te veel verdient en dus de gewone hoge tarieven betaalt voor elektriciteit en gas. Ook de toegang tot sociale ­woningen of de verhoogde kinderbijslag valt bij een loonstijging vaak snel weg’, zegt Marx.

Marx spreekt van een promotieval die vooral de lagere middenklasse treft. Promotie maken door meer verantwoordelijkheid te ­nemen of meer te werken, loont in België te weinig. ‘We beschermen de laagste klasse goed met allerlei maatregelen, waardoor de armoede in Vlaanderen laag blijft. De ­beter verdienenden betalen wel veel belastingen, maar genieten ook veel voordelen. De lagere middenklasse trekt aan het kortste eind: zij wordt de facto te veel belast en krijgt daarvoor weinig terug.’

Marx vindt dat we de progressiviteit van het belastingsysteem en de toekenning van sociale voordelen moeten herbekijken om het systeem eerlijker te maken en meer mensen aan te zetten tot werken.

DECOCK, S. Loonindexering vaak afknapper voor wie weinig verdient. De Standaard, 22 november 2022, 18.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo