Obligaties voor dummies

De voorzichtige belegger verloor zelden zoveel geld als nu. De stijgende rente duwt de obligatiekoersen omlaag. Hoe zit dat precies?

1Waarom zakt de koers van een ­obligatie als de rente stijgt?

Toen De Tijd nog De Financieel-Eco­nomische Tijd was, kreeg elke journalist bij sollicitatie deze vaste vraag: wat doet de koers van een obligatie als de ­rente stijgt? Het antwoord klinkt contra-intuïtief: de obligatie wordt minder waard. Het is de ­reden waarom obligatiebeleggers nu zware verliezen boeken.

Eerst nog eens kort: een normale obligatie is een schuldbewijs dat jaarlijks een vaste rente opbrengt. Bij de vervaldag na een vaste looptijd krijg je het volledige ­bedrag terugbetaald.

Hoe kan een obligatie dan stijgen of ­dalen? Stel dat ik voor 100 euro een nieuwe tienjarige obligatie koop die 3 % opbrengt. Dan krijg ik elk jaar 3 euro. Stel dat de rente na enkele jaren zakt tot 1 %. Als ik dan een nieuwe obligatie wil kopen, kan ik er alleen een kopen die me elk jaar 1 euro (of 1 %) opbrengt. Mijn oude obligatie, die 3 % opbrengt, wordt dan heel interessant omdat ze meer opbrengt. Het gevolg is dat die obligatie meer waard wordt.

Het omgekeerde geldt ook. Stel dat de rente van 3 naar 5 % stijgt. Dan is mijn oude obligatie, die 3 % oplevert, minder interessant dan een nieuwe obligatie die ik op de markt kan kopen en die 5 procent opbrengt. Het gevolg is dat mijn oude obligatie door het lagere rendement minder opbrengt tegenover een nieuwe obligatie.

De vuistregel is dat het verlies of de winst gelijk is aan het renteverschil ver­menigvuldigd met de looptijd. Als mijn obligatie van 3 procent nog 5 jaar te lopen heeft en de rente stijgt van 3 naar 5 %, dan is mijn verlies 10 %, want 2 % maal 5 jaar.

2Zijn obligaties dan compleet te ­vermijden?

Niet noodzakelijk. Zelfs in een om­geving van stijgende rentes zal de ene ­obligatiebelegger veel minder verlies lijden dan de andere. Een goede beheerder van een obligatiefonds zal de rentestijging zo veel mogelijk opvangen door de resterende looptijd van de obligaties in portefeuille zo kort mogelijk te houden. Want volgens de vuistregel van daarnet leidt een korte looptijd tot minder verlies. De ­beheerder kan ook mikken op nieuwe obligaties met een hogere rente. Die hogere rente kan dan het koersverlies op oude obligaties deels goedmaken. Nog een ­strategie voor wie obligaties heeft lopen die nu tijdelijk minder waard zijn, is die tot de eindvervaldag bij te houden. Dan krijg je het volledige nominale bedrag van de obligatie uitgekeerd.

3Waarom heeft de toezichthouder voorzichtige beleggers massaal richting obligaties geduwd?

Sinds de financiële crisis zijn de regels voor wie beleggingsproducten verkoopt verstrengd. Toen hadden heel wat particulieren grote verliezen geleden via aandelen of andere producten. Ze dachten dat ze een veilige belegging hadden, terwijl dat niet het geval was – denk maar aan wie aandelen Dexia of Fortis had en bijna alles kwijtraakte. Daarom moeten beleggers nu ingedeeld worden volgens risicoprofiel, aan de hand van een vragenlijst. Omdat je bij een obligatie quasi zeker bent dat je de inleg terugkrijgt, wordt die keuze als veel veiliger beschouwd dan een aandeel, waarbij je alles kunt verliezen. Alleen houdt die redenering weinig rekening met een rente die zo snel stijgt als de afgelopen maanden. Beleggers in obligaties incasseren nu grotere verliezen dan aandelenbeleggers. Wel hebben obligatiebeleggers de voorbije twintig jaar door de aanhoudende dalende rente ook mooie winsten geboekt.

DECOCK, S. Obligaties voor dummies. De Standaard, 23 september 2022, 21.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo