Hoe dichten we ooit dat enorme gat in de begroting?

De regering stevent volgend jaar af op een begrotingstekort van 31,5 miljard euro en dat terwijl de economie stilvalt. Experts leggen uit waarom we dat begrotingstekort maar beter serieus nemen.

1. Hoe groot is het begrotingstekort?

Volgens het nieuwste economische vooruitzicht van het Planbureau, dat donderdag gepubliceerd werd, kijkt ons land volgend jaar aan tegen een begrotingstekort van 31,5 miljard euro – 5,44 % van het bbp. Dat is alweer een pak meer dan in juni, toen het Planbureau een tekort van 26,8 miljard euro voor volgend jaar voorspelde.

Die cijfers zouden in normale tijden tot besparingen in de begrotingsonderhandelingen moeten leiden. Maar het zijn geen normale tijden. In plaats van besparen zal de regering extra middelen moeten uittrekken om onder meer de bedrijven overeind te houden, de zorgsector boven water te houden en de energiefactuur van gezinnen te verlichten. Extra kosten die vele miljarden zullen bedragen.

Bovendien stagneert ook de economische groei. Het Planbureau raamt voor dit jaar nog een groeiprognose van 2,60 %, maar stelt voor volgend jaar de groeiprognose bij van 1,30  naar 0,50 %. Bovendien zijn de risico’s op een recessie ‘aanzienlijk’ – het begrotingstekort zou bij zo’n recessie nog toenemen.

2. Geeft de regering nu niet veel te veel uit?

Het spreekt voor zich dat de overheid niet oneindig lang extra geld kan uittrekken. Toch zijn de extra uitgaven die de overheid nu doet om onder andere de energiefactuur te verlichten of bedrijven te steunen volgens econoom André Decoster broodnodig. “In de huidige situatie zou het tien keer erger zijn als de regering die inspanningen niet deed, want dan verlies je bijvoorbeeld bedrijven voor de lange termijn.”

Het verleden leert dat de Belgische economie veerkrachtig is. In 2020 kwam het begrotingstekort door de coronacrisis en alle extra uitgaven uit op 9,40 % van het bruto binnenlands product (bbp), het geheel van wat alle Belgen samen op één jaar produceren. Toch was dat al verminderd naar een tekort van 5,5 procent, vooral omdat het bbp zo fors gestegen was.

“Volgens mij moeten de alarmkreten dus niet gebaseerd zijn op het huidige tekort, dat te wijten is aan de uitzonderlijke omstandigheden”, zegt Decoster. “Wat problematischer is, is dat we nooit een buffer gecreëerd hebben en dat de voorspellingen op (middel)lange termijn allesbehalve positief zijn. Dát is wat ons echt zorgen zou moeten baren.”

Uit het laatste begrotingsrapport van het Monitoringcomité blijkt dat België – los van de uitzonderlijke uitgaven – met een structureel tekort van 23 miljard zit. Dat betekent dat de verschillende overheden jaar na jaar meer uitgeven dan er binnenkomt. Bovendien komen daar de komende jaren nog toenemende kosten door vergrijzing bij. Volgens een rapport van de Studiecommissie voor de Vergrijzing in juli lopen de uitgaven voor sociale zekerheid tegen 2050 al op tot bijna een derde van het bbp.

3. Wat kan dat voor gevolgen hebben?

De Europese regels schrijven voor dat de lidstaten geen tekort mogen hebben van meer dan 3 procent en dat de totale staatsschuld niet hoger dan 60 % van het bbp mag zijn. Daar zit België flink boven, al hebben we geluk dat de EU door de uitzonderlijke omstandigheden ook volgend jaar nog een oogje dichtknijpt bij de controle op de begrotingen. Maar als België ook na 2024 een eind boven de 3 % zit, kan Europa wel ingrijpen. “Europa kan bijvoorbeeld besparingen opleggen of strengere voorwaarden stellen om geld te kunnen ontvangen van het coronaherstelfonds, dat over meerdere jaren verdeeld wordt over de lidstaten”, zegt professor-emeritus publieke economie Wim Moesen (KU Leuven).

Een ander gevaar is dat als de staatsschuld te hoog oploopt beleggers op de financiële markten vertrouwen verliezen dat de Belgische regering elke lening kan terugbetalen. Daardoor zou de regering hogere rentes moeten betalen op leningen die ze aangaat, waardoor elke investering nog meer geld kost.

4. Hogere werkzaamheidsgraad, lagere uitgaven

België is niet aan zijn proefstuk toe. Begin de jaren tachtig schoot de staatsschuld ook de hoogte in. “Maar toen hebben we dat weer kunnen verminderen door onder meer de frank te devalueren”, zegt Moesen. “Dat kunnen we vandaag uiteraard niet meer.”

De werkzaamheidsgraad opkrikken tot 80 % – een doelstelling van de federale regering – zou zeker helpen. Maar ook aan de uitgavekant valt winst te boeken. Een studie van de Nationale Bank leert dat in 2019 slechts twee landen in de eurozone hogere overheidsuitgaven dan België hadden. Zo geeft België in verhouding tot het bbp 1,30 % meer uit aan onderwijs, 1 % meer aan vervoer en 1,80 % meer uit aan publieke diensten. Middelen die volgens experts niet altijd even efficiënt besteed worden. “Er blijft helaas heel wat geld plakken bij de vele administraties, zonder dat dat de productiviteit altijd verhoogt”, vindt begrotingsexpert Herman Matthijs (VUB). Experts hopen dan ook dat ‘de brede heroverweging’ waarmee de Vlaamse overheid de 50 miljard euro Vlaamse uitgaven tegen het licht houdt, vervolg krijgt bij alle regeringen.

Daarnaast zijn een fundamentele pensioen- en fiscale hervorming cruciaal om ons voor de toekomst te wapenen. “Eigenlijk moet je dat aan het begin van een legislatuur doen”, zegt Matthijs. “Nu heb ik serieus twijfels of we voor 2024 nog grote doorbraken mogen verwachten.”

LELONG, J. Hoe dichten we ooit dat enorme gat in de begroting? De Morgen, 13 september 2022, 8.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo