Waarom de bedrijven geen werkvolk vinden

In de zorg, het onderwijs, de overheid en het uitzendwerk zijn er in twintig jaar tijd een miljoen banen bijgekomen. Dat verklaart niet alleen waarom er 20 % meer mensen aan het werk is, maar ook waarom de krapte zo groot is.

Nog nooit waren zoveel Belgen aan het werk, blijkt uit cijfers van de Nationale Bank. In totaal werken er nu 5,05 miljoen Belgen. Dat zijn er 876.000 meer dan twintig jaar geleden en 480.000 meer dan tien jaar geleden. Dat lijkt op het eerste gezicht verrassend, want de voorbije twintig jaar ging de economie in België twee keer door een zware recessie, sloten twee grote autofabrieken de deuren en werden we overstelpt met technologie die de werknemers overbodig zou maken. Maar er kwamen ook almaar meer banen bij, op een ritme dat hoger lag dan de bevolkingsgroei. In de diensteneconomie kwamen er 967.000 banen bij. Dat is, naast de vergrijzing, meteen ook de belangrijkste, vaak vergeten, oorzaak van de krapte op de arbeidsmarkt. Drie misverstanden op een rijtje.

1. It’s not de vergrijzing, stupid

De groei in de dienstensector verliep de voorbije twee decennia bijna sluipenderwijs. Fabriekssluitingen of boerderijen die ermee stoppen, halen de koppen van de kranten, een lokaal accountancykantoor dat de deuren opent niet. In totaal verdwenen er in de afgelopen twintig jaar 122.800 jobs in de industrie en 17.400 in de landbouw. Dat werd meer dan gecompenseerd met 967.000 nieuwe ­banen in de dienstensector.

Drie sectoren springen eruit: ­gezondheidszorg en welzijn: plus 257.000 banen, overheid en onderwijs: plus  159.700 en zakelijke dienstverlening: plus 471.000. Die laatste tak omvat ook de grote uitzendsector, die mensen in tal van sectoren tewerkstelt. Ludo Struyven, professor arbeidssociologie aan de KU Leuven, ziet verschillende verklaringen voor die enorme toename. ‘Een belangrijk deel van de groei komt door het feit dat ­zowel bedrijven als gezinnen meer taken uitbesteden. Industriële ­bedrijven besteden bijvoorbeeld hun boekhouding of het bedrijfsrestaurant uit aan een ander ­bedrijf. Dan verhuizen die werk­nemers van de industriële naar de dienstensector.’

Ook gezinnen doen dat almaar meer. Schoonmaken wordt uit­besteed aan een dienstenchequebedrijf, de kinderen gaan vaker naar de kinderopvang omdat beide ouders en de grootouders overdag werken. Ook voor de ouderenzorg wordt steeds meer een beroep gedaan op derden. Al die uitbestede zorgtaken vergen tienduizenden extra werknemers. Bovendien is het aantal Belgen de voorbije twintig jaar met 1,2 miljoen toe­genomen. Dat leidt automatisch naar meer nood aan onderwijs, winkels of ziekenhuisbedden.

2. Grote groei is niet langer vereist

Lang gold de vuistregel dat er minstens 2 % economische groei nodig is om extra banen te creëren. Ligt de groei lager, dan zakt het aantal banen doordat de automa­tisering banen opvreet. Maar die stelling klopt al lang niet meer, en niet alleen in België. De voorbije twintig jaar lag de gemiddelde economische groei beduidend onder de 2 % en kwamen er toch volop banen bij. ‘Alleen in een ­recessie zien we nog dat het aantal banen zakt, maar dat is telkens van heel korte duur’, merkt Struyven op.

De verklaring schuilt wellicht in de overgang van een goedereneconomie naar een diensten­economie. Diensten vergen doorgaans meer arbeidskrachten. In plaats van een extra tv-toestel of ­auto te kopen, kiezen consumenten – die de voorbije twintig jaar ­gemiddeld ook rijker werden – nu sneller voor bijvoorbeeld een wellnessweekend, een tattoo of een fitnessabonnement met spinninglessen. Dat vergt meer binnenlandse arbeid dan een in het buitenland gemaakte televisie. Hetzelfde zien we in de horeca: wie het zich kan permitteren, gaat liever naar een gourmetburgerzaak dan naar een fastfoodrestaurant of frituur, waar minder mensen nodig zijn voor het bereiden en serveren van een hamburger.

3. De technologie vormt dan toch geen bedreiging

Robots zouden tienduizenden jobs vernietigen in België, was nog niet lang geleden het mantra. Massawerkloosheid loerde om de hoek. Daar blijkt niets van aan te zijn. Dat komt hoofdzakelijk omdat onze behoefte aan diensten nog steeds toeneemt en die dienstenjobs moeilijk te automatiseren vallen. Een robot kan moeilijk een begeleider in de kinderopvang vervangen. Vaak betaal je als consument ook net voor het persoonlijke contact van de dienst. Je kunt perfect met een gratis app of via Youtube gitaar leren spelen, maar velen geven toch de voorkeur aan een uurtje per week individuele gitaarles, waarvoor een echte ­leraar nodig is.

Toch leidt de krapte op de arbeidsmarkt ertoe dat een verdere automatisering van de dienstensector haast onvermijdbaar wordt. Het zal vaak dat zijn, of helemaal geen of peperdure dienstverlening. Geautomatiseerde incheckbalies in hotels of ­ziekenhuizen zullen steeds meer opduiken, net zoals bussen en ­metrostellen zonder bestuurder.

DECOCK, S. Waarom de bedrijven geen werkvolk vinden. De Standaard, 2 juni 2022, 18.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo