Een liter diesel kost vanaf dit weekend 2 euro, een record. Ook gewone benzine en stookolie worden fors duurder. Beterschap is niet meteen in zicht. Wat is er aan de hand?
1 De oliemarkt was vóór de oorlog in Oekraïne al erg krap
Om de schaarste op de internationale oliemarkt te begrijpen, moeten we twee jaar terugspoelen. Toen bevonden we ons in de omgekeerde situatie. Door de wereldwijde lockdowns stortte de vraag in, waardoor er een ongezien overaanbod aan olie was. Op een bepaald moment stonden de prijzen negatief: wie ruwe olie in de VS kon afnemen en opslaan, kreeg er geld bovenop. Olieproducenten gingen uiteindelijk veel minder produceren.
Net zoals bij veel grondstoffen herstelde de vraag tijdens de coronacrisis veel sneller dan verwacht. Vóór de coronacrisis verbruikte de wereld volgens cijfers van de EIA (Energy Information Administration) 101 miljoen vaten olie per dag. In volle lockdown was dat nog maar 84 miljoen. Op dit moment consumeert de wereld opnieuw 99,7 miljoen vaten per dag, bijna evenveel als voor de coronacrisis.
De productie ligt met 98,3 miljoen vaten per dag volgens de EIA wel lager dan dat we consumeren. Daardoor moeten we nu al uit de strategische reserves tappen om de markt te balanceren. Dat komt omdat de Opec-landen de productie maar mondjesmaat opvoeren. Ook de VS zijn minder geneigd om opnieuw massaal het dure schaalolie op te boren. Tot slot investeren klassieke grote oliebedrijven vanwege de klimaatverandering minder in nieuwe olievelden.
Ook voor er sprake was van oorlog, gingen analisten ervan uit dat de markt krap zou blijven, en de prijs dus hoog. Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten zijn zowat de enige landen die nog marge hebben om de productie snel met enkele miljoenen vaten per dag te verhogen. Ook Iran kan dat, maar mag niet vanwege sancties.
2 De oorlog in Oekraïne is de druppel
Rusland is na de VS en Saudi-Arabië de grootste olieproducent ter wereld. Qua export is het zelfs de nummer twee. Rusland blijft voorlopig 11 miljoen vaten per dag produceren, alleen willen steeds minder handelaren die olie aankopen. Ofwel uit principieel verzet tegen de oorlog, ofwel uit schrik dat de Russische olie door nieuwe sancties niet geleverd kan worden. Daardoor neemt de vraag naar olie die niet uit Rusland komt toe, wat de prijs van westerse benchmarks, zoals een vat Brent-olie, nog meer doet stijgen. Gisteren liep de prijs voor een vat olie al op tot 116,4 dollar. Een goede week geleden, vóór de invasie,kostte het nog geen 100 dollar.
Op lange termijn schuilt in het conflict met Rusland nog een gevaar: een olieveld deskundig ontginnen is een complexe activiteit. Rusland leunt sterk op westerse bedrijven voor de exploitatie van zijn velden. Die westerse maatschappijen en technologieleveranciers knippen massaal de banden door, waardoor gevreesd wordt dat de olieproductie in Rusland door slecht beheer structureel zal zakken.
3 Het valt niet meteen op, maar de goedkope euro doet ons extra pijn
Ooit was ruwe olie nog duurder. Vlak voor de financiële crisis in 2008 kostte een vat ruwe olie maar liefst 149 dollar, tegenover 113 dollar nu. Maar er was een groot verschil: de dollar was spotgoedkoop. Een euro was toen 1,59 dollar waard, nu is dat amper 1,09 dollar. En olie wordt bijna uitsluitend in dollar verhandeld. In 2008 kostte een vat ruwe olie dus 93,7 euro, nu is dat 102 euro. In eurotermen heeft ruwe olie nog nooit zoveel gekost.
De euro verliest om tal van redenen waarde tegenover de dollar. De Amerikaanse centrale bank heeft de monetaire stimuli waarmee ze de coronacrisis te lijf ging al meer afgebouwd dan de ECB, en heeft de rente al verhoogd. Die hogere rente zuigt extra geld naar de VS. Bovendien wordt de dollar in tijden van geopolitieke onzekerheid als een veilige haven beschouwd.
4 Diesel krijgt geen voorkeursbehandeling meer
Vroeger was diesel een pak goedkoper dan benzine, maar dat is al een tijdje niet meer het geval. Anno 2022 klinkt het wat bizar, maar ooit kreeg diesel een fiscale voorkeursbehandeling, omdat het als een milieuvriendelijk alternatief werd beschouwd. Uit een liter diesel haal je doorgaans meer kilometers dan uit een liter benzine, was de groene redenering.
Daarvan zijn we afgestapt, waardoor de accijnzen sinds 2015 even hoog liggen. Daarnaast is de vraag naar diesel bij de raffinaderijen die ruwe olie tot diesel, kerosine of benzine kraken, sneller gestegen dan de vraag naar andere olieproducten. Dat verklaart waarom de prijs van diesel aan de pomp nog sneller is gestegen dan die van benzine.
Gasprijs verdubbeld sinds uitbraak oorlog in Oekraïne
De oorlog in Oekraïne maakte niet alleen olie en olieproducten duurder. Ook de gasprijs schoot naar recordhoogtes, nadat er door gevechten brand was ontstaan in delen van een kerncentrale. De vrees groeit dat het conflict verder escaleert en dat het tot een echte (energie)oorlog komt tussen Rusland en Europa, inclusief afgesloten gaskranen. De Europese gasprijs brak voor het eerst door de grens van 200 euro voor een megawattuur aan gas. Dat is een verdubbeling tegenover een week geleden. Ook de prijzen van veel voedingsgewassen stegen opnieuw fors. Graan werd 6,66 % duurder. Rusland en Oekraïne vertegenwoordigen 25 % van de totale graanproductie. Een boycot of grote schade aan de velden zou tot een heel krappe wereldwijde graanmarkt kunnen leiden. Bovendien hebben hoge energieprijzen een zelfversterkend effect. Om landbouwgewassen te telen is veel energie nodig, zoals diesel om tractoren aan te drijven en aardgas om kunstmest aan te maken.
Ook metalen zoals platina, koper, goud en zilver werden gisteren opnieuw duurder.