Moeten we weer leren rantsoeneren?

Draait Rusland als vergelding tegen het nieuwe salvo sancties de gas- en oliekraan dicht? En wordt onze economie door extreem hoge gas- en olieprijzen midscheeps getroffen? Er bestaat een oplossing voor die hoge prijzen, maar die is slechts bruikbaar voor een korte periode: rantsoenering. Dat kan in situaties van extreme schaarste, zoals in een oorlog, een ­alternatief vormen op de vrije markt. De economische leer is duidelijk: de vrije markt is het beste marktmechanisme om vraag en aanbod met een variabele prijs in evenwicht te brengen.

Als de vraag naar speculaaskoekjes snel toeneemt, dan stijgt de prijs. Die prijsstijging lokt nieuwe spelers, die ook zulke koekjes op de markt brengen. Daardoor komen vraag en aanbod in evenwicht en zakt de prijs. Stel dat het aanbod van speculaas door een mislukte oogst van kaneel – een essentieel ingrediënt – in elkaar zakt, dan is er nog geen man overboord. Een fundamenteel tekort aan koekjes lokt een hogere prijs uit, waardoor sommige zoetekauwen het koekje te duur vinden en uitwijken naar een alternatief dat niet in prijs stijgt, zoals een chocoladekoekje.

Helemaal anders is de situatie als er een structureel ­tekort dreigt aan essentiële goederen zoals basisvoeding, gas, water of elektriciteit. Als de graanoogst mislukt, dan stijgt de prijs snel. Uit angst voor een tekort zal iedere extra ton schaars graan op de markt steeds meer kosten, uit schrik geen eten meer te hebben. Die hogere prijs lokt geen extra aanbod uit, daarvoor is het een jaar wachten op de volgende oogst. Het gevolg van de snel stijgende graan­prijzen is dat de minst kapitaalkrachtigen moeten afhaken, en dus honger zullen lijden. Een andere groep zal een buitensporig deel van haar inkomen aan graan moeten besteden.

Om dat te vermijden, kan men overgaan op rantsoenering. Daarbij wordt het schaarse graan gelijk verdeeld over de bevolking tegen een vaste prijs. Iedereen zal dan wat minder kunnen eten, maar niemand lijdt honger en niemand betaalt buitensporige prijzen. Het systeem werd vooral toegepast tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, toen de voedselproductie in Europa nog niet op het oude peil stond. Het heeft ertoe geleid dat de voorspelde na­oorlogse hongersnood vermeden kon worden in het verwoeste Duitsland. In de oliecrisis van de jaren 70 werd her en der ook met rantsoenering geëxperimenteerd. Denk aan autoloze zondagen en een alternerend systeem van wie met de auto mocht rijden. ­Natuurlijk kent rantsoenering stevige nadelen, zoals het ontstaan van een zwarte markt en te ­weinig prijsprikkels om de productie te verhogen. Daarom mag het slechts een tijdelijke crisismaatregel zijn, en geen permanente, ­zoals dat in het Oostblok min of meer het ­geval was.

Als Rusland effectief de gas- of oliekraan dichtdraait, loont het misschien de moeite om het concept van rantsoenering nog eens van onder het stof te halen. Beter iedereen tijdelijk een beetje minder dan een verwoestende prijs­stijging met verstrekkende ­economische gevolgen.

DECOCK, S. Moeten we weer leren rantsoeneren? De Standaard, 11 maart 2022, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo