Er zijn er steeds meer, maar toch rijdt slechts 0,70 % van onze auto’s elektrisch. Te duur en te weinig laadpalen, luidt het. Het aantal bestellingen stijgt wel.Van alle auto’s die vorig jaar werden ingeschreven, was net geen 6,00 % een elektrische wagen op batterijen (BEV). Dat blijkt uit cijfers van de automobielfederatie Febiac. Het jaar voordien was dat nog 3,50 %. Het aantal BEV’s stijgt daarmee met 2,4 procentpunt. Toch blijft de volledig elektrische auto eerder een uitzondering dan de regel. En dat terwijl de Vlaamse regering bepaalde dat elke nieuwe auto die vanaf 2029 wordt verkocht elektrisch moet zijn.
Het gaat bovendien om nieuwe inschrijvingen. Als we kijken naar het hele wagenpark, maken BEV’s slechts 0,70 % van het totaal uit. ‘Dat is heel weinig’, erkent Gabriel Goffoy van Febiac. ‘En zolang er geen aankooppremies komen voor particulieren, om de meerprijs van een elektrische wagen te compenseren, zal dat ook niet bewegen.’
In tegenstelling tot bijvoorbeeld in Duitsland en Nederland, is er in ons land geen subsidieregeling voor elektrische wagens. Dat ligt anders voor de bedrijven, waar de shift naar elektrische firmawagens fiscaal gezien interessanter is. 9 op de 10 verkochte BEV’s zijn vandaag dan ook bedrijfswagens. Febiac verwijst ook naar Nederland. ‘De Nederlandse automarkt heeft 60.000 inschrijvingen minder dan de onze, maar het aantal BEV’s ligt er wel op 18 procent. Een pak meer dan onze 5,9 procent,’ klinkt het.
Onderschatting
De kostprijs is de achilleshiel van de elektrische auto. Voor minder dan 20.000 euro is er amper een elektrische auto te vinden. ‘Zonder bonus vanuit de overheid is de wagen inderdaad nog duur voor de particulier’, zegt Jean-Marc Ponteville, de woordvoerder van VWimporteur D’Ieteren. ‘Maar meestal wordt er gekeken naar de aankoopprijs, en niet naar de gebruikskosten.’
Elektrische auto’s zijn immers goedkoper in onderhoud – ze moeten amper de garage binnen – en in gebruik, omdat elektriciteit goedkoper is dan benzine of diesel. De fabrikanten proberen daarom de focus te verleggen naar de ‘total cost of ownership’ (TCO), de kostprijs over de hele levensduur van de wagen. Maar dat is een lastig verkooppraatje om te brengen, als de benzinewagen die in dezelfde toonzaal staat duizenden euro’s goedkoper is.
Maar dat zal veranderen, meent Ponteville. ‘Nieuwe technologie start altijd in de duurdere segmenten. Naarmate de schaal toeneemt, zal de prijs zakken.’ Zo wil VW tegen 2025 een BEV van minder dan 20.000 euro op de markt brengen. Bij D’Ieteren geloven ze ook niet dat subsidies een structurele oplossing mogen zijn. ‘Dat is misschien goed voor bij de lancering, maar nadien moet de technologie toch zelf haar weg vinden.’
‘Het is nog maar de beginfase’, zegt Ponteville. ‘Ook andere merken zullen nog met veel meer modellen komen.’ Hij bestrijdt ook de lezing in de Febiac-cijfers dat de e-auto niet goed zou verkopen. Het gaat immers over inschrijvingen, ‘en niet over bestellingen’. Zonder de chiptekorten in de sector zou het cijfer veel hoger liggen, meent hij. ‘De laatste maanden maken elektrische auto’s bij ons al 10 procent van de vraag uit.’
Laadpalen
Volgens Febiac zet ook het gebrek aan laadinfrastructuur in ons land een rem op de opmars van de BEV. ‘13.000 laadpalen in ons land, dat is toch om te lachen?’, zegt Goffoy. Ook ACEA, de federatie van Europese autobouwers, klaagt al geruime tijd het ontbreken van adequate laadinfrastructuur aan. ‘De sector heeft miljarden geïnvesteerd, het productaanbod is er. Nu moeten de politici in gang schieten’, aldus Goffoy.
Febiac hekelt vooral de situatie in Brussel en Wallonië, het gros van de publieke laadpalen staat in Vlaanderen. Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) wil tegen 2025 35.000 laadequivalenten hebben, en 100.000 tegen 2030. Het Brussels Gewest heeft 250 laadpalen, en wil er dit jaar nog 250 bij zetten. ‘Het uiteindelijke doel is 11.000 publiek toegankelijke laadpalen tegen 2035’, zegt Serena Galeone van Brussels netbeheerder Sibelga.
Volgens de fabrikanten zal de kostprijs van de elektrische wagens dalen als er meer laadpunten zijn. ‘De batterij is het duurste onderdeel van zo’n wagen’, meent Ponteville. ‘Als je overal kunt laden, kun je perfect met een auto met een kleinere batterij rijden. Dat zal ook de kostprijs van de wagen drukken.’
