Sputterende productiviteit is evenzeer Vlaams als Waals probleem

De Nationale Raad voor de Productiviteit heeft voor het eerst de evolutie van de productiviteit in de verschillende regio’s in kaart gebracht. Hoewel Vlaanderen door de jaren iets beter scoort, sputtert ook in het noorden van het land de economische motor.

De grote sterkte van de Belgische economie was lang de productiviteit van haar werknemers. De loonkosten liggen hier dan wel hoog, maar de prijs van arbeid kon worden gecompenseerd doordat Belgische werknemers per gewerkt uur meer produceerden dan hun concurrenten in het buitenland. De voorbije twee decennia slabakt die productiviteit evenwel, wat nefast is voor onze economie.

Sinds 2015 is onze economie zelfs nauwelijks productiever geworden. In 2020 is er weliswaar sprake van een opstoot, blijkt uit het jongste jaarrapport van de Nationale Raad voor de Productiviteit, een studie-instelling in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). Maar die groeispurt is vooral het gevolg van de coronacrisis. Daardoor werd in ons land veel minder gewerkt, maar het welvaartsverlies nam in verhouding minder snel af. De productiviteit lijkt daardoor toe te nemen, maar dat is vooral een rekenkundig effect.

Als oorzaak voor de stagnerende productiviteit werd de jongste jaren geregeld gewezen op de economische problemen in Wallonië en Brussel. Dat argument gaat niet op, blijkt uit het jaarrapport. Daarin valt op dat Vlaanderen het nauwelijks beter doet dan de andere regio’s. Het is voor het eerst dat de Raad de regionale evoluties inzake productiviteit in kaart brengt.

Regionale verschillen

Sinds 2009 is de Vlaamse werknemer weliswaar iets productiever geworden dan de Waalse of Brusselse werknemer, maar zeker tussen Vlaanderen en Wallonië blijven de verschillen beperkt.

Tussen 2009 en 2018 werd de gemiddelde Vlaamse werknemer jaarlijks 0,70 % productiever, de gemiddelde Waalse werknemer 0,60 % en de gemiddelde Brusselaar 0,30 %.

Tussen 2015 en 2018 – het recentste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn – nam de productiviteit van de gemiddelde Vlaamse werknemer af (-0,10 % per jaar), net zoals bij de gemiddelde Brusselaar (-0,50 %). De gemiddelde Waal werd productiever (+0,40 %), waardoor de kloof tussen Vlaanderen en Wallonië kleiner is geworden.

Dat komt vooral doordat de Vlaamse en Brusselse industrie aan slagkracht hebben ingeboet, terwijl de productiviteit in de Waalse industrie bleef toenemen.

Voor Luc Denayer, de voorzitter van de Nationale Raad van de Productiviteit, bewijzen de cijfers dat er in alle regio’s nood is aan actie. ‘In allerhande rankings scoort België goed op het vlak van innovatie, maar we slagen er niet in die innovaties te vertalen naar de werkvloer. Dat komt onder meer doordat bedrijven vruchteloos zoeken naar de juiste profielen, denk aan werknemers met een STEM-opleiding.’

Hervormingen

Tegelijk heeft ons land een behoorlijk vastgeroest bedrijfsklimaat. In vergelijking met andere landen gaan er minder bedrijven failliet, maar er worden er ook weinig nieuwe opgericht. Het aantal bedrijven met een hoog groeipotentieel blijft ook beperkt. Dat lijkt een gevolg van een star economisch beleid en een starre arbeidsmarkt, waar de focus eerder ligt op het behouden van wat we hebben dan op hervormen om vooruit te gaan.

Om weer productiever te worden is volgens Denayer nood aan een totaalpakket aan hervormingen. ‘De politiek, de werkgevers en de vakbonden moeten zich aanpassen aan de snel veranderende wereld. Het gaat over het aanpakken van én de problemen in het onderwijs, én op de arbeidsmarkt, én de mobiliteitsproblematiek. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar als we dat niet doen en de productiviteit blijft slabakken, kunnen we onvoldoende welvaart creëren om de klimaatomslag en de vergrijzing te financieren.’

D’HOORE, J. Sputterende productiviteit is evenzeer Vlaams als Waals probleem. De Tijd, 12 oktober 2021, 5.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo