Minder mannenpakken, meer afhaalmaaltijden

De coronacrisis heeft ons consumptiegedrag vorig jaar ingrijpend gewijzigd. Het gemiddelde huishouden gaf 555 euro minder uit dan twee jaar eerder.

De massale run op toiletpapier, in maart vorig jaar, is zowat symbool komen te staan voor de manier waarop corona onze consumptie beïnvloedde. In 2016 besteedde een gemiddeld huishouden er 30 euro aan, in 2018 was dat 31 euro. Maar in 2020 was dat opeens 39 euro, een toename van 26 procent. Het cijfer staat in de resul­taten van de Huishoudbudget­enquête, die statistiekbureau Statbel gisteren ­publiceerde.

De enquête wordt elke twee jaar gehouden om na te gaan waaraan de Belgen hun geld uitgeven. De coronacrisis en de lockdowns hebben duidelijke sporen nagelaten in het consumptiegedrag. Zo is er per huishouden maar liefst 790 euro minder in de horeca ­besteed dan in het jaar van de vorige enquête, 2018. Het bedrag aan café- en restaurantbezoekjes daalde van 2.350 naar 1.560 euro. Aan kleding en schoenen gaven we 28 procent minder uit: 1.201 in plaats van 1.659 euro. De uitgaven aan mannenkostuums kregen zelfs een klap van 71 procent. Naar de oorzaak hoef je niet lang te zoeken: de horeca en de winkels ­waren wekenlang gesloten. Eén categorie horeca-ondernemingen deed het wel veel beter: de afhaalrestaurants. Daaraan gaven we ­vorig jaar drie keer zoveel uit als in 2018.

Tot de categorieën waar meer werd uitgegeven, behoren ook voeding (+12,00 %), met groenten (+26,00 %) als uitschieter. Aan alcoholische dranken gaven we 10,00 % meer uit: het pintje dat we niet op café konden nuttigen, dronken we dan maar thuis. Al is bier met een toename van 13,00 % niet eens de sterkst gestegen categorie. Dat zijn de likeuren, waaraan we 18,00 % meer spendeerden.

De noodzaak om thuis te werken stimuleerde de uitgaven aan het interieur. Er ging 30 procent meer geld naar meubelen, 20 procent meer naar huishoudtextiel en 16 procent meer naar bloemen en planten.

Eetbare insecten

De Huishoudbudgetenquête toont ook aan dat er consumptieverschillen tussen de regio’s bestaan. De Brusselaars geven een iets groter deel van hun budget uit aan voeding en wonen, de Vlamingen aan meubelen en de Walen aan transport. Dat heeft ook te maken met de omvang van de budgetten. Brusselse huishoudens gaven 3.152 euro minder uit dan Vlaamse gezinnen. Dat komt waarschijnlijk doordat er relatief meer eenpersoonshuishoudens zijn en een groter percentage tot de lagere inkomensgroepen ­behoort. Wie minder te besteden heeft, moet noodgedwongen een groter deel uitgeven aan eerste ­levensbehoeften als voeding en wonen. Bovendien is huisvesting in Brussel duurder dan in de twee andere landsdelen.

Een gedetailleerde blik op de cijfers levert opvallende weetjes op. Zo geeft minder dan een op de duizend huishoudens geld uit aan eetbare insecten, een rubriek die voor het eerst in de enquête is opgenomen. De fruitsoort waaraan we het meeste geld spendeerden, zijn appelen (48 euro), gevolgd door aardbeien (40 euro) en bananen (37 euro). En ondanks de ­reputatie van België als bierland, geven huishoudens ruim dubbel zoveel uit aan wijn als aan bier. Minder verrassend is dan weer dat er dubbel zoveel geld gaat naar vrouwenkleding als naar mannenkleding.

Drugs en prostitutie

Verder blijken de Belgen vooral heel braaf. Een heel kleine groep gaf toe geld te hebben uitgegeven aan prostitutie. Per gezin zou daar gemiddeld 2 euro aan besteed zijn, al waarschuwt Statbel dat de cijfers bij kleine aantallen onbetrouwbaar zijn. De groep die erkende ‘cannabis of andere drugs’ te hebben aangeschaft, is nog kleiner, waardoor het bedrag per huishouden niet langer meetbaar is.

MOOIJMAN, R. Minder mannenpakken, meer afhaalmaaltijden. De Standaard, 16 september 2021, 27.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo