Belgisch wagenpark blijft maar aangroeien

Het totaal aantal auto’s in België is opnieuw gestegen tot een recordhoogte, na een eenmalige daling in het coronajaar 2020. Er rijden net geen 6 miljoen personenwagens rond, waarmee we steeds langer in de file staan. Zijn modieuze concepten zoals modal shift, deelwagens en mobiliteitsbudgetten dan niet meer dan een druppel op een heter wordende plaat?

Op 1 augustus 2021 telde België exact 5.927.912 officieel ingeschreven personenwagens. Dat zijn er bijna 40.000 of 0,70 % meer dan een jaar eerder, toen voor de eerste keer ooit een minimale daling met 0,01 % te zien was tegenover het jaar daarvoor. Gemiddeld steeg het aantal auto’s het laatste decennium met 0,92 % per jaar.

De grootste toename zit in het milieuvriendelijke segment, al zijn de absolute cijfers daar beperkt in vergelijking met het aandeel voertuigen op fossiele brandstoffen. Het aantal volledig elektrische auto’s steeg met 70,00 % tot 40.851 stuks, tegenover 23.983 een jaar eerder.

Ook het aantal hybrides steeg fors, met 67,00 % of 100.000 exemplaren, goed voor een totaal van 258.916.

De meeste plaats op Belgische wegen wordt nog altijd ingenomen door benzine- en dieselwagens, die samen nog altijd meer dan 94,00 % van het wagenpark uitmaken. In totaal rijden nu 2,95 miljoen benzinewagens rond, een stijging van 4,00 %, tegenover 2,62 miljoen dieselwagens, een daling van bijna 7,00 %. De groei van het aantal personenwagens is trouwens klein bier vergeleken met die van het aantal bestelwagens en vrachtwagens (+ 3,90 %). Van beide categorieën samen zijn er voor de allereerste keer meer dan 1 miljoen ingeschreven.


Deelauto’s

Hoewel beleidsmakers het steeds vaker hebben over de ‘modal shift’ van autoverkeer richting duurzamer alternatieven, valt daar in realiteit dus nog niet veel van te merken. Deelinitiatieven zoals Cambio lijken nog altijd een druppel op een bijzonder hete plaat. Ook het mobiliteitsbudget, waarbij werknemers hun bedrijfswagen inruilen voor duurzamer alternatieven, blijft een mager beestje. Uit een recente bevraging van hr-dienstverlener Securex blijkt dat amper 4,00 % van de Belgische werknemers zo’n budget krijgt.

Waar ligt de grens?

De aanhoudende groei werpt automatisch de vraag op waar de limiet ligt. Niet alleen technisch – hoeveel voertuigen kan ons wegennet aan? – maar ook maatschappelijk – hoeveel auto’s vinden we aanvaardbaar, zeker in de almaar drukker wordende steden? Al die auto’s nemen bovendien hun deel van de publieke ruimte in wanneer ze stilstaan, en dat doen ze gemiddeld meer dan 95,00 % van de tijd.

“Dé limiet bepalen is bijzonder moeilijk en afhankelijk van veel factoren, maar op veel plaatsen is die wel bereikt”, zegt verkeersexpert Dirk Lauwers (UAntwerpen en UGent). “Kijk naar de files op de snelwegen en knooppunten, maar ook op het onderliggende wegennet, die weer op precoronaniveau zitten.” Doordat ook almaar meer grotere auto’s gekocht worden, genre SUV, neemt het groeiende wagenpark ook een steeds groter deel van de ruimte in beslag, zegt Lauwers.

Push en pull

Volgens Lauwers moeten overheden duidelijke keuzes durven te maken, ook al lijken die op het eerste gezicht niet populair. “De veelbesproken modal shift kun je op twee manieren dichterbij brengen: via push- en pull-maatregelen – de ene ‘duwen naar’ gewenst gedrag, de andere ‘verleiden tot’ gewenst gedrag. Dat laatste gebeurt geleidelijk aan al, bijvoorbeeld via betere fietspaden of het aanbieden van alternatieven zoals het mobiliteitsbudget, ook al kan dat nog beter.”

Daarnaast moet de overheid de spelregels bepalen, zegt Lauwers: de push-maatregelen. “Dat kan via een slimme kilometerheffing, ook al lijkt daar nu geen draagvlak voor. Voor de stadstol in Londen en Stockholm was er eerst ook weinig draagvlak, maar vandaag is de tegenstand bijna onbestaande. Daarnaast wordt autobezit in België nog altijd fiscaal gestimuleerd. Niet alleen via het systeem van de salariswagens, maar bijvoorbeeld ook door het uitdelen van parkeerkaarten. In Antwerpen krijgt elk gezin nog altijd twee gratis parkeerkaarten. In Stockholm betaal je daar 1.300 euro voor, in Amsterdam kom je op een wachtlijst terecht.”

1 filedag = 1,3 miljoen euro verlies

Vorige week pleitten de Vlaamse Ondernemers, het samenwerkingsverband tussen achttien Vlaamse sectororganisaties waaronder Voka, Agora, Comeos en de Vlaamse Confederatie Bouw, in een gezamenlijk opiniestuk voor een slimme maar budgetneutrale kilometerheffing, in combinatie met meer technologie in het verkeer, om de toenemende filedruk aan te pakken. Maar voorlopig beweegt er op dat vlak ook bijzonder weinig. Vlaanderen wil deze legislatuur niet van rekeningrijden weten, net door het ‘gebrek aan draagvlak’. Brussel zette de invoering van de stadstol net door die Vlaamse, maar ook Waalse tegenstand, voorlopig on hold.

De federale regering bevestigde onlangs wel het voornemen om vanaf 2026 enkel nog elektrische salariswagens fiscaal aftrekbaar te maken. Aan het systeem van de fiscaal bijzonder gunstige behandeling van salariswagens wordt echter niet geraakt. Eén lichtpunt is er misschien wel. Voor elke ingeschreven auto zijn er nu in België gemiddeld 1,94 inwoners, en dat cijfer stabiliseert, wat wil zeggen dat het aantal auto’s niet meer harder dan de bevolking groeit. Afwachten of de kentering zich de komende jaren écht laat zien.

THYS, T. Belgisch wagenpark blijft maar aangroeien. De Morgen, 24 september 2021, 12.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo