Handelsoorlog brengt VS more pain than gain

Met liefst 3.500 zijn ze, de Amerikaanse bedrijven die de voorbije weken een rechtszaak aanspanden tegen de importtarieven die de Amerikaanse president Trump de voorbije twee jaar heeft opgelegd op de ongeveer 550 miljard dollar aan goederen die China naar de VS exporteerde. Van Coca-Cola tot Disney en Ford: allemaal hebben ze een zaak aanhangig gemaakt bij de International Trade Court in New York.

Sinds 2018 heeft Trump tal van heffingen en handels­barrières ingevoerd voor duizenden producten uit China. Hoewel begin dit jaar een voorlopige deal ondertekend werd, kreeg het handelsconflict al snel nieuwe (politieke) impulsen. Eerst door de groeiende Chinese bemoeienis met de voormalige Britse kolonie Hongkong, later door de wereldwijde uitbraak van covid-19, waarvoor Trump openlijk de schuld geeft aan China.

Koude oorlog

Het gevolg was een lawine van incidenten, die telkens ­onderstrepen dat de handelsoorlog in ijltempo naar een technologische koude oorlog evolueert. Een koude oorlog die steeds meer Chinese bedrijven op een Amerikaanse zwarte lijst doet belanden. Denk aan Tiktok, de populaire chat die Trump wil verbannen als die niet wordt verkocht aan een Amerikaanse bedrijf. Of aan Wechat, de Chinese app die hij weg wil uit de appwinkels van Apple en Google.

Maar naarmate het Amerikaanse conflict met China groter­ wordt, neemt ook de weerstand toe. Eerst werd het verbod op Tiktok door een Amerikaanse rechter ongedaan gemaakt, daarna oordeelde de WTO dat de importheffingen van Trump ingaan tegen de internationale handelsregels. Niet echt veroordelingen waarvan de Amerikaanse president ­wakker ligt – de VS kunnen telkens nog in beroep gaan – wel een duidelijke waarschuwing dat zijn agressieve Chinabeleid wel eens op limieten zou kunnen stuiten.

More pain than gain

Nu keren dus ook de Amerikaanse bedrijven zich massaal tegen de handelsoorlog. De reden daarvoor ligt volgens de Financial Times voor de hand. Hoe langer de handelsoorlog duurt, hoe groter de economische pijn voor tal van Amerikaanse bedrijven die Chinese onderdelen importeren en daarvoor extra moeten betalen. Dat begint zo zwaar te ­wegen, dat ze niet langer bang zijn om de hoge Chinese ­importtarieven publiekelijk aan te vechten. Dat hun juridische verweer inhoudelijk maar dunnetjes lijkt – ze mikken vooral op een aantal mogelijke procedurefouten van de regering-Trump – houdt de duizenden bedrijven niet tegen. Zelfs het risico op public shaming, bijvoorbeeld door de president op Twitter, nemen ze er graag bij.

Want hoe langer de handelsoorlog duurt, hoe duidelijker het wordt dat niet China het gros van de kosten draagt – zoals Trump altijd beweerde – maar wél de Amerikaanse ­bedrijven en consumenten. Ook de belofte van betere handelsvoorwaarden en extra jobs blijkt nu grotendeels een fata morgana. Tal van studies, recent nog van de economische denktank Brookings Institution, laten daarover weinig twijfel bestaan. Conclusie? De handelsoorlog met China brengt de VS economisch more pain than gain. De meeste Amerikaanse bedrijven weten dat al lang. Of ook de Amerikaanse kiezer dat inmiddels beseft, weten we begin november.

TANGHE, N. Handelsoorlog brengt VS more pain than gain. De Standaard, 6 oktober 2020, 20.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo