De slag om de consument

Op uitzonderingen zoals sauna’s en dancings na, is het terrein weer open voor de consument. Geen moment te vroeg. De consument draagt de helft van onze economie, in normale tijden toch. Blijft hij nu veilig in zijn kot, zijn geld oppottend tegen jobverlies? “De consumptie zal pas normaal worden als het leven weer normaal wordt.”

Op zonnige pinksterweekends kon je vroeger op de koppen lopen in de winkelstraten van Brugge, zeker op zaterdagnamiddag. Deze keer bleven de straten halfleeg, ook al straalde de zon. De afwezigheid van buitenlandse toeristen verklaart veel. De kooplustigen komen hoorbaar uit West-Vlaanderen. Bijna niemand draagt een mondmasker, ook de vriendinnen Linda en Vera niet. “Bang, wij? Helemaal niet. We hebben onze gel en mondmaskers bij. Alleen ons koffietje zullen we missen”, zeggen ze gebarend naar de gesloten tavernes op het plein ’t Zand.

In de vlakbij gelegen Zuidzandstraat hebben verkoopsters Kimberley en Halina het behoorlijk druk in de damesboetiek Moggy’s. “In de eerste week na de heropening was het kalm,” zegt Kimberley, “maar nu komt het goed op gang. Hier mogen klanten kledingstukken passen, in de Zara niet.” In de speelgoedwinkel Krokodil is het rustig. “Normaal bedienen we de klanten met z’n drieën”, zegt winkelier Geert. “Nu sta ik hier alleen. Dat zegt genoeg, zeker?” Hij schat het omzetverlies op 20,00 %, wat nog mee lijkt te vallen. “Er zijn minder klanten, maar ze kopen meer. Al compenseert het lang niet de maandenlange verplichte sluiting.”

Even verderop stapt Julia met een goed gevulde tas uit een winkel. “Ik mis mijn vrijheid als shopper”, zegt ze. “In de winkels moet je nu routes volgen en is je tijd beperkt. Ach, we kochten hoe dan ook veel te veel. Ik ga meer dan vroeger voor duurzame kwaliteit. Financieel kan ik me dat permitteren. Wat niet wil zeggen dat ik neerkijk op mensen die nu aanschuiven aan de Primark of de Action. Velen hebben het moeilijk.”

“We hebben de hele voormiddag buitenmeubels verkocht”, zeggen Carla en Sophie van de interieurwinkel Munt aan het gelijknamige Brugse pleintje. “Het budget voor hun geannuleerde vakantie spenderen de mensen nu hier. Sommigen zitten een beetje op hun geld, omdat ze hun baan verloren zijn of teruggevallen zijn op een lager inkomen. Maar de meeste klanten zijn niet prijsbewuster dan vroeger. De lockdown gaf ons ook de tijd om onze onlineverkoop op te starten. Hopelijk blijft daar iets van hangen, al zijn meubels niet zo geschikt voor webverkoop. Een zetel, daar wil je eens in zitten eer je die koopt. Daarom investeren we nog meer in service. We huren een bestelwagen om onze meubels te presenteren bij de mensen thuis. Dat appreciëren ze heel erg.”

Afweging maken

De Brugse winkeliers en hun collega’s elders in het land maken er het beste van. Toch oogt het totaalbeeld niet schitterend. “De meeste winkels draaien tussen 20,00 en 80,00 % van hun normale omzet. Dat is een catastrofe”, zegt Anton Delbarre, de hoofdeconoom van de handelsfederatie Comeos. “Door de lage marges moeten winkeliers veel verkopen om een beetje winst te maken. Bijna elke winkel maakt verlies bij een omzet op 90,00 % van het normale niveau. Daar komen kosten bovenop door het coronavirus, zoals extra personeel om de winkel te ontsmetten. De verliezen door de wekenlange lockdown waren al enorm en zullen alleen maar oplopen. Namen kan ik niet geven, maar er zijn heel wat winkelketens virtueel failliet vandaag.”

Waarom blijven zoveel mensen weg uit de winkels? “Angst voor besmetting speelt mee, vooral in Wallonië”, zegt Delbarre. “Wallonië richt zich op Frankrijk, en daar klonk het alarm in de media luider.” De pret van het shoppen is eraf, aldus de Gentse professor consumentengedrag Maggie Geuens. “Afstand houden, een mondmasker dragen, handen ontsmetten, in de file staan aan de ingang: in de winkelstraten word je voortdurend met de neus op het virus geduwd. Zelfs thuis waarschuwen de media je nog elke dag: ‘Het is niet voorbij.’ Mensen maken dan een afweging. Als ik deze week al naar de kapper ga en voor mijn werk ook al enkele keren uit mijn bubbel moet, neem ik er het shoppen niet meer bij. Je wilt in de staart van de curve geen besmetting meer oplopen. De consumptie wordt pas normaal als het leven weer normaal wordt.”

Voor de economie is dat slecht nieuws. In 2019 consumeerden de Belgen voor 243 miljard euro aan goederen en diensten, goed voor 51,40 % van het bruto binnenlands product (bbp). Hoewel het effect van de lockdown pas halfweg maart begon te spelen, tuimelde de consumptie 6,50 % lager in het eerste kwartaal, volgens de Nationale Bank. “Dat is een ongelooflijk zwaar cijfer”, zegt Peter Vanden Houte, de hoofdeconoom van ING België. “De consumptie zakte zelfs meer dan het bbp, dat 3,60 % lager ging. De consumptie drijft dus de recessie aan: dat komt zo goed als nooit voor.”

De lockdown liep tot ver in het tweede kwartaal door. De niet-voedingswinkels gingen pas op 11 mei weer open. Restaurants en cafés volgden op 8 juni, als ze al de deuren openden. De gemiste consumptie zullen ze niet meer inhalen. “Dat vele mensen uitgekeken hebben naar het einde van de lockdown, betekent niet dat ze nu dubbel zoveel restaurantbezoeken of vliegvakanties zullen boeken”, zegt Vanden Houte. “Als de schrik voor het virus hen al niet thuis houdt.”

Toch ziet de Nationale Bank de consumptie snel weer oppikken dit jaar. Door de crisis verloren de gezinnen inkomen, maar ze moesten daardoor ook minder belastingen en sociale bijdragen betalen, en kregen er nog uitkeringen bovenop, zoals tijdelijke werkloosheidsvergoedingen. Dat beperkte het verlies aan koopkracht, weliswaar op kosten van de overheid, en dus van meer overheidsschulden. Door de coronacrisis zal de economie 47 miljard euro aan welvaart verliezen dit jaar, voor 70,00% gedragen door de overheid, merkt de Nationale Bank op. Ondanks de weinig gehavende koopkracht, zullen de mensen meer sparen, uit angst voor jobverlies. Niet onterecht, want alleen al in de laatste drie kwartalen van dit jaar komen er 186.000 werklozen bij, voorspelt de Nationale Bank.

“De zwaarst getroffen groep zullen laaggeschoolden zijn die tegen lage lonen in arbeidsintensieve dienstensectoren werken, zoals de horeca, de handel en de recreatie”, zegt Delbarre. “Net die mensen moeten het grootste deel van hun inkomen uitgeven om hun levensstandaard op peil te houden. Als zij werkloos worden, krijgt ook de consumptie een stevige tik.”

E-kloof

Een flink deel van de consumptie komt zelfs niet meer terug. Belgen die nog niet online hadden gekocht, hebben dat voor het eerst gedaan tijdens de lockdown. Daar profiteerden vooral de buitenlandse webwinkels van. Hoewel de Belgen tijdens de lockdown een derde minder uitgaven dan vorig jaar, spendeerden ze op Amazon, bol.com en Zalando 85,00 % meer, becijferde ING op basis van transacties van klanten. “Tijdens de lockdown haalde Zalando op een bepaald moment zelfs meer de helft van onze kledinguitgaven binnen”, zegt Delbarre. “Voor de lockdown had Zalando een marktaandeel van 13,00 %. Nu de fysieke kledingwinkels opnieuw open zijn, is dat nog altijd 26,00 %. Dat betekent dat 13,00 % van de Belgische aankopen van kleding en schoenen naar één buitenlandse webwinkel is verdwenen.”

Ook onlineaankopen van speelgoed, verzorgingsproducten, planten en voeding stegen met meer dan 20,00 % tijdens de lockdown, aldus een enquête van Comeos en de hogeschool Thomas More bij 3039 Belgen. Zelfs 60-plussers trokken vlotjes naar de webshop. “De Belgen hadden een achterstand in e-commerce“, zegt Delbarre. “In de buurlanden was de groep onlineconsumenten een vijfde groter. We dachten dat de kloof in vijf jaar gedicht zou zijn. Dat is nu in enkele weken gebeurd.”

Dat de e-kloof gedicht is, zal de Belgische winkeliers niet helpen, door het lek naar buitenlandse webwinkels. “In 2018 deden de Belgen voor ruim 99 miljard euro winkelaankopen. Daarvan vloeide 9,2 miljard euro naar het buitenland, waarvan 6,5 miljard in de vorm van e-commerce”, zegt Delbarre (zie grafiek). “Geen wonder dat de omzet van de detailhandel in België al jaren stagneert, in schril contrast met de groei in de buurlanden. Het lek ontstond in 2008 en weegt sindsdien almaar meer op de economie. Zonder dat lek was het Belgische bbp 2,23 % hoger in 2018, wat neerkomt op een misgelopen inkomen van 9 miljard euro in dat jaar. En de teller blijft lopen.”

online

De toekomst oogt niet hoopgevend, afgaand op de enquête van Comeos en Thomas More. Een kleine helft van de bevraagden zegt meer online te zullen kopen. De Belgische winkeliers proberen volop terug te vechten met een eigen onlineshop, maar volgens Delbarre komen velen van een kale reis terug. Omdat klanten op het internet beter kunnen zien dat het bij bol.com goedkoper is? “Daar zit een element van waarheid in”, zegt Delbarre. “Maar dat komt niet omdat de Belgische winkeliers hogere winstmarges aanrekenen, integendeel. Heel wat webshops van Belgische winkels draaien verlies in de hoop klanten aan zich te binden. De buurlanden kunnen gewoon veel goedkoper aan e-commerce doen. De Belgische handel kampt met een loonkostenhandicap van 26,00 % en strengere regels voor nachtarbeid en arbeidsflexibiliteit. Geen wonder dat het even voorbij de Nederlandse grens vol staat met distributiecentra. Het enige waarop de Belgische winkels kunnen concurreren, is service.”

Ervaringscentra

Daar knelt het schoentje, volgens Els Breugelmans, professor marketing aan de KU Leuven. “Als ik precies weet welke Lego-doos mijn zoontje nodig heeft, waarom zou ik dan naar de winkel stappen als ik die doos perfect online kan bestellen en nog thuis kan laten leveren ook? Een winkel moet geen speelgoed in dozen verkopen, maar ervaring aanbieden. Als mijn zoontje niet goed weet wat hij wil, kan hij in zo’n speelgoedwinkel inspiratie opdoen. Inspiratie zit niet in dozen.”

De omschakeling naar ervaringscentra zal de winkelketens geld kosten, maar de detailhandel moet af van het idee dat een fysieke winkel winst moet maken, aldus Breugelmans. “Een bedrijf moet winst maken over al zijn verkoopkanalen heen, offline en online. Als de klant een positieve winkelervaring krijgt, zal hij het product bij jou kopen, ook online. Maar opboksen tegen de e-commercegiganten doe je niet met dozen. De concurrent zit vandaag in de broekzak van elke klant. Hij haalt zijn mobieltje boven en ziet meteen hoeveel het elders kost.”

Wat baten prachtige ervaringscentra als de consument het geld niet heeft om te kopen in deze crisis? “Juist in recessies is het belangrijk om de klant goed te informeren”, zegt Breugelmans. “Bij de vervanging van zijn kapotte tv-toestel zal hij letten op de prijs, maar dat neemt niet weg dat hij advies nodig heeft. Als elektrozaak zou ik echt niet concurreren op de prijs. Op het transparante internet win je nooit een prijzenoorlog.”

De winkelketens moeten anders leren denken, volgens Breugelmans. “Alles begint met de vraag: wat wil de consument? Wil hij een boormachine voor één dag, dan moet je niet proberen hem een boormachine te verkopen. Je moet hem die boormachine voor een dag uitlenen. Voor veel bedrijven is die omschakeling moeilijk. Het zijn vaak logge schepen van vijftig jaar of ouder. Start-ups en jonge bedrijven zijn veel wendbaarder. Hun bedrijfsmentaliteit is soepeler en ze moeten zich aan minder regels houden. Er zullen winkelketens over de kop gaan, zelfs gezonde, maar eerlijk gezegd: de zwakkere hadden dat ook gedaan zonder corona.”

Potten de Belgen hun geld op?

Met een crisis voor de deur komt een appeltje voor de dorst goed van pas. De Nationale Bank verwacht dat we dit jaar 20,00 % van ons inkomen zullen sparen. Dat is meer dan de spaarpieken tijdens de financiële crisis van 2008 en 2009. Ook in enquêtes van de Europese Commissie bekennen de Belgen meer te sparen. “Niet verwonderlijk”, zegt Koen De Leus, de hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis. “Volgens studies kampte 16,00 % van de gezinnen al voor de uitbraak van de coronacrisis met financiële problemen. Daar komt nog eens 48,00 % bij door de crisis. Samengeteld zullen twee op de drie gezinnen slechter af zijn. Vooral de grote uitgaven zijn het slachtoffer. Van de groep die van plan was een auto te kopen, zal 32,00 % de aankoop schrappen en 42,00 % die uitstellen.”

Die zuinigheid is niet te zien in de harde cijfers, of nog niet. Eind maart, toen de alarmen al enkele weken op rood stonden, prijkte er 283,6 miljard euro op de Belgische spaarboekjes. Dat is een lichte daling tegenover februari. “Er zijn tegengestelde krachten aan het werk”, zegt Isabelle Marchand van de bankenfederatie Febelfin. “Mensen sparen meer omdat ze moeilijke tijden verwachten en minder kunnen consumeren door de coronabeperkingen. Anderzijds sparen ze minder door technische werkloosheid of omdat ze als zelfstandige hun omzet fors zien slinken. Hoe lager het inkomen, hoe minder mogelijkheid tot sparen. We merkten ook dat nogal wat spaarcenten naar de beleggingsportefeuilles gevloeid zijn. We moeten de cijfers van de komende maanden afwachten om te weten welke krachten de bovenhand halen.”

Ook BNP Paribas Fortis ziet weinig bewegen op zijn spaarboekjes, wel op zijn zichtrekeningen, waarop het bedrag tussen half maart en eind april 2,70 % hoger ging. Die stijging is drie tot vier keer groter dan in dezelfde periode van 2019 en 2018. Woordvoerster Hilde Junius waarschuwt voor voorbarige conclusies. “De extra aangroei van de zichtrekeningen is al langer bezig dan de coronacrisis. Sinds de spaarrente op het wettelijke minimum ligt, doen almaar minder mensen de moeite geld over te schrijven naar hun spaarboekje.”

Het is maar de vraag of de crisis beweging zal brengen in het spaarbedrag, aldus Peter Vanden Houte, de hoofdeconoom van ING België. “Al worden de mensen spaarzamer, als ook hun inkomen zakt door de crisis, zal er per saldo weinig veranderen aan het spaargeld.”

VANGELDER, J. De slag om de consument. Trends, 11 juni 2020, 6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo