mens en samenleving logo

Oorlog tegen de biljettenbundels

Centrale bankiers staan op het punt de oorlog te verklaren aan bankbiljetten met een hoge waarde. Het is een efficiënte manier om misdaad en witwassen aan te pakken.

Wie al eens een biljet van 500 euro heeft vastgehouden, mag nu zijn hand opsteken. En wie dat doet, richt meteen de verdenking op zich. Transacties waarvoor biljetten met zo’n waarde nodig zijn, worden normaal gezien niet contant afgehandeld. Als dat wel gebeurt, zal er wel een reukje aan zitten. Dan gaat het om deals die buiten het zicht van de fiscus of het gerecht moeten blijven.

Dat is ook de reden waarom de Europese Centrale Bank op vraag van de eurogroep onderzoekt of het biljet van 500 euro afgeschaft kan worden. Voorzitter Mario Draghi zei het maandag nog in het Europees Parlement: hij is niet tegen cash als zodanig, wel tegen het misbruik ervan door criminelen en terroristen.

Het initiatief van de ECB staat niet op zichzelf. De Amerikaanse econoom Larry Summers pleitte dinsdag op zijn blog voor het radicaal afschaffen van bankbiljetten die niet nodig zijn voor dagelijks gebruik. Hij vindt dat er een wereldwijd verbod op biljetten moet komen met een waarde van meer dan 50 of 100 dollar. Want, zo luidt zijn argument, hoge biljetten als dat van 500 euro of 1.000 Zwitserse frank maken het terroristen makkelijker om hun activiteiten te financieren. En daar heeft de VS ook last van. Niet voor niets heeft het biljet van 500 euro de bijnaam ‘Bin Laden’.

Summers verwees op zijn beurt naar een eerder deze maand verschenen studie van Harvard-econoom Peter Sands. Die toont overtuigend aan dat biljetten met een hoge waarde absoluut niet nodig zijn voor een goed verloop van het betaalverkeer. De VS is er het beste bewijs van: het ‘grootste’ biljet is slechts 100 dollar waard.

Bad guys

Maar zelfs dat is nog te veel, vindt Sands, evenals het Britse biljet van 50 pond. ‘Zonder dergelijke bankbiljetten maken we het moeilijker om illegale activiteiten te ontplooien. Het gooit het zakenmodel van de bad guys overhoop’. Contant geld is alleen nodig voor kleine betalingen, argumenteert Sands. Grote transacties kunnen elektronisch plaatsvinden. Hij illustreert wat afschaffing concreet betekent. Om 1 miljoen dollar in biljetten van 20 dollar te vervoeren, heb je vier aktetassen nodig. In 100 dollar-biljetten past het bedrag in één aktetas. En in 500 euro-biljetten in een plastic zakje.

Toch heeft het 500 euro-biljet ook supporters. De Oostenrijkse staatssecretaris van Economie, Harald Mahrer, zag er een aanval op contant geld in het algemeen in. ‘Ik wil niet dat alles wat we kopen, eten en drinken een digitaal spoor nalaat’. Ook in Zwitserland wordt tegengesputterd. ‘We denken er niet aan om het biljet van 1.000 frank af te schaffen’, zei woordvoerder Walter Meier van de Zwitserse centrale bank. Nochtans is het in het Zwitsers geval duidelijk dat het biljet vaak de vorm aanneemt van zwart geld. Hoewel het in het normale betaalverkeer zelden gebruikt wordt, bestaat 92,00 % van de Zwitserse cashvoorraad uit deze biljetten. De Zwitsers hebben ook meer cash in omloop dan de meeste geavanceerde economieën: meer dan 10,00 % van het bbp, tegenover 7,70 % voor de VS, 3,7,0 % in Groot-Brittannië en 2,10 % in Zweden. Dat laatste land is het enige Oeso-lid waar de hoeveelheid cash daadwerkelijk daalt.

Scandinavië loopt dan ook voorop in het stimuleren van elektronische betalingen. De Deense overheid stelde vorig jaar voor om sommige winkels het recht te geven om contante betalingen te weigeren. En de grootste bank van Noorwegen, DNB, pleit ervoor om contant geld langzaam te laten uitdoven. Van de totale hoeveelheid cash kan de Noorse centrale bank nog maar 40,00 % thuisbrengen. Meer dan de helft zou zich aan het zicht van de autoriteiten onttrekken.

MOOIJMAN, R. Oorlog tegen de biljettenbundels. De Standaard, 2016-02-18, 23.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers