Terwijl economen voor een cashloze samenleving pleiten, betalen Belgen steeds vaker met briefgeld. In vijf jaar tijd haalden we 17 procent meer contant geld af. Dat blijkt uit cijfers van de banksector die De Tijd kon inkijken.
Belgen hebben vorig jaar 42 miljard euro afgehaald aan bankautomaten. Dat is een recordbedrag en een stijging van 17,00 % in vijf jaar tijd. De cijfers van Febelfin, de beroepsvereniging van de financiële sector, tonen een opmerkelijke evolutie, zeker nu internationale topeconomen pleiten voor een maatschappij zonder cash.
Het voorbije weekend drongen de Duitse econoom Peter Bofinger en Harvard-professor Kenneth Rogoff erop aan munten en biljetten uit de wereld te helpen. Ze willen contant geld als betaalmiddel geleidelijk laten uitdoven om zwartwerk en criminaliteit aan banden te leggen. Een eerste stap zou zijn grotere coupures uit roulatie te halen. De biljetten van 200 en 500 euro maken een derde uit van de totale waarde aan Europese contanten, maar dragen amper bij aan de reguliere economie.
‘Als banksector zijn we voor zo veel mogelijk elektronisch betalen. Maar de Belgische consument wil duidelijke beide opties open houden’, zegt Febelfin-woordvoerder Isabelle Marchand. Ze wijst op de veiligheid, gebruiksvriendelijkheid en de lagere kostprijs van elektronische betalingen. ‘De kostprijs van het printen, beveiligen, controleren en verdelen van cash bedraagt jaarlijks € 129,50 per Europeaan. Daarom moet elektronisch betalen een grotere rol spelen.’
Ook bij de beveiligingsfirma G4S zien ze de hoeveelheid geldbiljetten toenemen. ‘De vraag naar beveiligde cashtransporten blijft groeien, vooral vanuit kleinere handelszaken, zoals buurtwinkels en apothekers’, zegt woordvoerder Myriam De Backer. ‘Omwille van het zwartgeldcircuit zal het gebruik van cash in België niet verdwijnen.’ Ze wijst op het voordeel van het anonieme karakter van cash, terwijl elektronische transacties altijd sporen nalaten.
Betaalkaart en mobiel
Dat het gebruik van contant geld in de lift zit, betekent niet dat elektronisch betalen achteruitgaat. In vijf jaar steeg het bedrag aan kaartbetalingen met 30,70 % tot 71,5 miljard euro in 2013.
Die evolutie sterkt Worldline, Belgiës grootste betaalkaartverwerker, in zijn overtuiging dat cash in de 20ste eeuw zal verdwijnen. ‘Elektronische betalingen zijn veiliger, sneller en comfortabeler dan cashbetalingen’, zegt woordvoerder Bram Boriau. ‘Elektronisch betalen heeft ook een prijs, maar cashbetalingen zullen altijd duurder zijn. Kleine winkeliers hebben daar soms onvoldoende zicht op, maar het tellen, sorteren, beveiligen, bewaren en transporteren van biljetten kost handenvol geld.’ Boriau ziet ook in de doorbraak van online en mobiele betalingen een signaal dat de cashloze maatschappij er komt.
Dat Belgen in vijf jaar 17,00 % meer contant afhaalden, houdt geen rekening met inflatie of met het geld dat loketbedienden overhandigden. Toch gaat het om een substantiële stijging. Ook de Nationale Bank (NBB) ziet de hoeveelheid biljetten in omloop oplopen. Bij de introductie van de eurobiljetten in 2002 schatte de centraal bankier dat voor 9,7 miljard euro biljetten in België circuleerden. Intussen is het fysieke geldaanbod meer dan verdrievoudigd. Vorige maand was 33,2 miljard euro in omloop, of zo’n 3 000 euro per Belg.
Een studie van de Europese Centrale Bank (ECB) uit 2012 raamt de maatschappelijke kosten van betalingen in de Europese Unie op 130 miljard euro, of 1,00 % van het bruto binnenlands product. Transacties in cash maken daar zowat de helft van uit. Volgens de ECB betaalt de Belg 54,00 % van zijn retailaankopen cash. Het Europese gemiddelde ligt op 60,00 %, terwijl de Grieken voor liefst 97,00 % van hun aankopen in de fysieke geldbuidel tasten.
Ondertussen lijken de Scandinaviërs de omschakeling naar een cashloze economie wel al te hebben ingezet. In Noord-Europa bedraagt het percentage contante betalingen nog maar een derde. Denemarken voerde zelfs een wet in waardoor kledingwinkels, restaurants en tankstations vanaf volgend jaar niet langer cash moeten aanvaarden.
In België is VUB-econoom Leo Van Hove een van de weinige professoren gespecialiseerd in betaalsystemen. ‘Voor elektronische betalingen zijn de bijkomende kosten van een extra transactie beperkt, terwijl cashbetalingen elke keer opnieuw voor significante meerkosten met zich brengen.’ Daardoor is elektronisch betalen volgens hem veel interessanter. Enkel voor kleine betalingen is cash in het voordeel.
‘In België vormt de zwarte economie een voedingsbodem voor cash’, legt Van Hove uit. ‘Maar het verschil in fiscaal klimaat verklaart niet waarom cash in Scandinavië zo sterk is teruggedrongen. Ook de manier waarop banken hun betaalinstrumenten promoten is cruciaal.’ Belgische banken moeten volgens Van Hove net als Scandinavische de kostprijs van cashverwerking rechtstreeks durven doorrekenen aan de consument. Dat is de enige manier om de werkelijke kosten correct te verdelen. ‘Nu zijn banken gedwongen de kosten elders te recupereren bij de consument, bijvoorbeeld in de rentezetting. Zo ontstaat een scheeftrekking. Noorse handelaars betalen wel aardig om hun cash bij de bank te mogen storten. Daardoor moedigen winkeliers elektronisch betalen aan en komt de betaalmarkt in evenwicht.’