mens en samenleving logo

Topverdieners rukken zich los van de rest

De Franse econoom Thomas Piketty toonde overtuigend aan dat het gros van de westerse landen de voorbije decennia ongelijker geworden is. België ontbrak in die analyse bij gebrek aan cijfers. De Standaard dook daarom in de fiscale statistieken. Conclusie: ook bij ons scheiden de hoogste inkomens zich af van de rest.

In de Verenigde Staten steeg het belastbaar inkomen van de rijkste tien procent de voorbije 25 jaar met een derde, in Zweden met een kwart, in Groot-Brittannië met een vijfde en in Frankrijk won de toplaag nauwelijks terrein. Maar hoe doen de topinkomens het in België?

Wie surft naar The World Top Income Database zoekt tevergeefs naar cijfers voor ons land. De database brengt nochtans alle data samen die een groep wetenschappers heeft verzameld sinds het pionierswerk van de Franse econoom Thomas Piketty.

Die begon zo’n tien jaar geleden met het uitvlooien van Franse fiscale aangiftes om na te gaan hoe de inkomensongelijkheid de voorbije decennia is geëvolueerd. Sindsdien werd de oefening herhaald voor verschillende – voornamelijk westerse – landen. Maar dus nog niet voor België.

Nochtans beschikt ook ons land over een uitgebreide hoeveelheid fiscale gegevens. Net zoals Piketty starten we deze reeks door te kijken naar de inkomensgegevens vóór belastingen. We doen dat voor de periode tussen 1973 en 2011, de jaren waarvoor de Federale Overheidsdienst Economie de nodige data kon aanreiken.

De aangiftes laten toe om de inkomens van fiscale gezinnen te vergelijken. Fiscale data zijn gedetailleerd, maar zeker geen perfecte graadmeter voor het inkomen.

Het beeld dat uit de fiscale aangiftes opdoemt, is helder. De voorbije 25 jaar rukten de topinkomens zich weg van de rest. Enkel de twintig procent rijkste gezinnen slaagde erin om een groter aandeel van het inkomen naar zich toe te trekken. Alle andere inkomensgroepen gingen relatief achteruit. Dat wil zeggen: het inkomen steeg wel, maar het aandeel in het totale inkomen daalde. Samengevat zien we dat 51 procent van de totale groei in het belastbare inkomen sinds 1985 naar de top twintig procent is gegaan.

Ook binnen het kransje topverdieners is de koek ongelijk verdeeld. De rijkste helft van die kopgroep, de tien procent gezinnen met het hoogste belastbaar inkomen, zijn goed voor bijna een derde van alle inkomsten. Een kwarteeuw geleden was dat nog maar een kwart. De ‘armste’ helft is goed voor 17 procent van de inkomsten.

De ‘one percent’, de één procent rijksten, zag zijn aandeel het sterkst toenemen. Die één procent rijft nu 7,5 procent van de inkomsten binnen, ruim een derde meer dan een kwarteeuw geleden.

De topinkomens hebben zo bijna volledig het terrein goedgemaakt dat ze eerder verloren hadden tussen 1973 en 1985. Frappant: sinds 2008 staat het aandeel van de topverdieners weer onder druk, maar het is te vroeg om van een nieuwe trendbreuk te spreken.

Dokters trouwen met dokters

De cijfers tonen aan dat België tot een grote groep van landen hoort waar de inkomensongelijkheid vóór belastingen toeneemt. Die stijging laat zich door twee zaken verklaren: sterker uiteenlopende lonen en een heterogenere samenstelling van de huishoudens.

Het totale belastbare inkomen van de rijkste twintig procent bestaat voor meer dan 85 procent uit loon of inkomsten van zelfstandigen. Loonverschillen blijken ook internationaal een motor van de stijgende ongelijkheid. De globalisering, informatisering en technologische evoluties spelen vooral in het voordeel van hoogopgeleiden. Informatici, onderzoekers, statistici en laboranten ontvangen daardoor hogere lonen in vergelijking met laaggeschoolde profielen. Tegelijk verdwenen relatief meer middenklassejobs, onder meer in de industrie.

Daarnaast zijn er ook demografische factoren die meespelen. Het aandeel alleenstaanden en eenoudergezinnen stijgt, waardoor inkomens nu meer versnipperd zijn dan vroeger. Wie wel nog trouwt of samenwoont, doet dat ook vaker met iemand uit dezelfde inkomensgroep. Vroeger trouwde een dokters met een verpleegster, vandaag trouwen dokters met dokters.

De samenstelling van de bevolking is ook gewijzigd: die is ouder en kleurrijker. De vergrijzing zorgt voor een groeiende groep gepensioneerden die doorgaans kleinere inkomens aan te geven hebben. Sinds de jaren 1980 kende ons land ook een toename van de migratie. En migranten zijn, in het bijzonder in België, sterk oververtegenwoordigd in de laagste inkomensgroepen.

Daar komt de fiscus

Het is internationaal gangbaar om in te zoomen op de ongelijkheid van de inkomsten vóór belastingen. Dat is relevant, omdat het inzicht geeft in welke mate de inkomsten – vooral uit arbeid – gespreid zijn over de bevolking.

Maar die statistieken vertellen niet het volledige verhaal. Uiteraard spelen belastingen een belangrijke rol in de uiteindelijke verdeling van het beschikbaar inkomen. Wie een groter inkomen heeft, wordt relatief zwaarder belast. Die herverdeling heeft een groot effect op de ongelijkheid, zeker in België. Nadat de fiscus langsgeweest is en de overheid de middelen opnieuw verdeeld heeft, schuift België op van een relatief ongelijk naar een erg gelijk land.

U vindt een interactieve grafiek met internationale cijfers op www.standaard.be/aandeeltienprocent

Reeks De Kloof

Ongelijkheid is na het grensverleggende boek ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’ van de Fransman Thomas Piketty het meest spraakmakende economische thema van dit moment. Ook in ons land.De Standaard zocht het uit aan de hand van nooit eerder gepubliceerd statistisch materiaal. Van 8 tot 13 september gaan we in op de vraag: hoe ongelijk is België?

ABBELOOS, J.F en DESMET, D. Topverdieners rukken zich los van de rest. De Standaard, 2014-09-08, 1.

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers