De aanhoudende sterke euro doet Belgische exportbedrijven pijn. ‘Klanten werken eerst hun voorraad weg. Daarna bestellen ze wel weer, maar geen volle vrachtwagens meer tegelijk.’ Bedrijven als Deceuninck en Bekaert ondervinden minder hinder. ‘Wij produceren in elk land voor de lokale markt.’
‘Voor ons is de Amerikaanse markt nagenoeg gesloten’
Door de hoge euro-dollar-koers, krijgt textielproducent Sioen nog maar moeilijk voet aan de grond in de VS. ‘Als de koers onder 1,35 dollar duikt, gaan alle deuren weer open.’
‘Als de koers van de euro in dollar boven 1,35 gaat, dan wordt onze export naar dollarlanden sterk afgeremd’, zegt Geert Asselman, cfo van Sioen. ‘De Amerikaanse markt is nagenoeg gesloten voor ons. Toen de euro laag stond, exporteerden we ongeveer 7 % naar de VS. Nu is dat een pak minder.’
Toch wordt er bij Sioen niet gewanhoopt. ‘Het gaat langzaam de goeie richting uit. Als de koers onder 1,35 duikt, dan gaan alle deuren weer open. Wij zijn absoluut vragende partij voor een goedkopere euro. Dat zou niet alleen ons, maar alle exporteurs meer ademruimte geven.’
De euro-dollarkoers stond gisteren op 1,36. Aan het einde van de week zou dat wel eens anders kunnen zijn. Donderdag buigt de Europese Centrale Bank (ECB) zich over haar rentevoeten. Als die nog verlaagd worden, dan zakt normaliter ook de wisselkoers.
Sioen is gespecialiseerd in technisch textiel dat onder meer gebruikt wordt voor de afdekzeilen van vrachtwagens, publiciteitsbanieren, biomassa-installaties en springkastelen. Om het effect van de goedkope dollar wat af te zwakken, wordt overwogen ook in dollar te produceren. ‘We trachten het risico uit te vlakken door beschermende kledij in de VS te maken.’
Maar een dure euro kan ook zijn voordelen hebben. Importgoederen worden goedkoper. En dus zijn ook de grondstoffen voor Sioen goedkoper? ‘In onze sector wordt de prijs van de grondstoffen meer gedreven door vraag en aanbod’, zegt Asselman. ‘Als er geïnvesteerd wordt in een chemische installatie, of er wordt er net een stilgelegd, dan heeft dat een veel groter effect dan wisselkoersschommelingen.’
‘Geen volle vrachtwagens meer naar Oost- Europa’
De sterke euro doet kattenbakkenproducent Moderna Products pijn. ‘Als dit aanhoudt, moeten we in de VS een productie-eenheid opstarten.’
Negentig procent van wat Moderna Products maakt, vertrekt naar het buitenland. De Izegemse producent van huisdierartikelen, zoals kattenbakken, voelt een sterke euro dus meteen.
‘De euro is te sterk, niet alleen tegenover de VS, maar ook tegenover andere munten’, zegt ceo Bart Bonte. ‘In Oost-Europa en Rusland verkopen wij in euro. Door de wisselkoers is het voor onze importeurs minder interessant. Ik ben net terug van een beurs in Neurenberg. Onze grootste Russische klant heeft het moeilijk. En in Polen zijn we door de dure euro niet meer concurrentieel. De klanten worden voorzichtiger en werken eerst hun voorraad weg. Daarna bestellen ze wel weer, maar geen volle vrachtwagens meer tegelijk. Ze wachten af.’
In de VS ligt de situatie anders. Daar verkoopt Moderna Products in dollar. De klanten merken dus niets van de sterke euro, maar de kattenbakkenproducent voelt dat zelf wel in zijn portefeuille. ‘Momenteel kunnen we daar niets aan doen. Maar als de dure euro aanhoudt, dan moeten we een productie-eenheid starten in de VS. Bij een volume van 5 procent van de omzet in dollar, is er geen probleem. Maar als dat 10 à 20 procent wordt, dan is het nuttig om ook in dollar te kunnen produceren. Eenvoudig is dat niet, want wij zitten in een investeringsintensieve sector. Onze matrijzen zijn ons kapitaal, en die dupliceer je niet snel.’
Volgens Bonte wordt de dollar kunstmatig laag gehouden. ‘Een wisselkoers van 1,25 is normaal. Door dollars bij te drukken, houdt men die kunstmatig op 1,36 à 1,37. Een zwakkere euro zou voor een sterke stimulans zorgen in Europa.’
Op het terrein zelf ondervinden wij geen hinder’
Bekaert merkt de sterke euro enkel als de rekening opgemaakt wordt. De staaldraadproducent exporteert nauwelijks omdat de meeste producten ter plaatse gemaakt worden.
Een ongunstigere wisselkoers vaagde in 2013 op papier 320 miljoen euro van de omzet van Bekaert weg. Ook in het eerste kwartaal van dit jaar is er een negatief effect.
‘Maar op het terrein zelf ondervinden wij geen hinder’, stelt Katelijn Bohez, woordvoerdster van de staaldraadproducent. ‘Op de meeste locaties waar we verkopen, hebben we ook productie-eenheden. Ik zeg niet dat er geen exportstromen zijn, maar ze zijn wel heel klein.’ Daardoor is ons wisselkoersrisico erg beperkt.
‘Aan de sterke euro, en de zwakkere munten, is ook een voordeel verbonden. Toen de Braziliaanse real sterker stond, was er scherpe concurrentie vanuit Azië. Nu de real opnieuw gezakt is, is de competitiviteit van de lokale industrie opgekrikt’, besluit Bohez.
Geen last bij Deceuninck
Bij Deceuninck, dertig kilometer verderop, is een gelijkaardig geluid te horen. De producent van pvc-ramen, -luiken en -deuren is actief in 65 landen, maar heeft weinig last van de dure euro. ‘Wat wij in België maken, is hoofdzakelijk voor de lokale markt bestemd. Dat geldt ook voor onze andere productiesites, bijvoorbeeld in de VS, Rusland of Engeland. Wij produceren vooral lokaal, voor de lokale markt’, zegt woordvoerder Ludo Debever. Het bedrijf uit Hooglede-Gits exporteert wel, maar hoofdzakelijk vanuit Turkije, waar weinig gemerkt wordt van de dure euro. De grondstoffen moeten wel ingekocht worden in euro of dollar, maar dat weeg minder door.
‘We merken het wisselkoerseffect enkel als we het geconsolideerd resultaat berekenen.’ De slechtere wisselkoers deed in 2013 een kwart van de omzetgroei teniet.
