Letland is in de nacht van dinsdag op woensdag officieel de achttiende lidstaat van de eurozone geworden, ondanks tegenkanting vanuit de bevolking van het land met twee miljoen inwoners. Om middernacht namen de Letten afscheid van 2013 en van hun munt de lats.
Voor Letland betekent de toetreding onder meer dat er geen conversiekosten meer betaald zullen moeten worden door bedrijven die de lats in euro moeten omzetten en omgekeerd. “Ook voor buitenlandse investeerders zal het goedkoper werken worden”, aldus eerste minister Valdis Dombrovskis.
De ministers van Financiën van de Europese Unie hebben daarvoor in juli het licht op groen gezet. Eerder hadden de Letten al goede rapporten gekregen van de andere Europese instellingen.
De voorbije zomer bleek uit een peiling dat maar een derde van de twee miljoen inwoners van Letland voorstander is van de invoering van de euro. Dat komt doordat aan de toetreding stevige besparingen zijn vooraf gegaan.
Toch hoopt de regering dat de Letse economie er een stevige boost door zal krijgen. Een vastgoedcrisis en de wereldwijde financiële crisis brachten het land in 2008 in zware economische problemen.
