La Lorraine, de bakkerijgroep van de familie Vanherpe, wil met een obligatieuitgifte minstens 40 miljoen euro ophalen. Het geld gaat naar een mix van schuldfinanciering en investeringen in zowel organische groei als overnames.
CEO Guido Vanherpe noemt zijn bakkerijgroep graag een ‘grote warme bakker’.
Met de obligatie, die wordt uitgegeven op 23 december en loopt tot eind 2020, wil La Lorraine tussen 40 miljoen en 75 miljoen euro ophalen. De belegger kan rekenen op een vaste brutorente van 4 procent per jaar. De intekenperiode start op 6 december en eindigt op 13 december. De begeleidende banken zijn BNP Paribas Fortis, ING en KBC Bank.
Behalve voor de afbouw en de herfinanciering van een lopend krediet moet het geld dienen voor verdere groei. Vooral de vestigingen in Centraal-Europa, de tweede thuismarkt waar de Oost-Vlaamse familiale bakkerijgroep elk jaar nog met meer dan 10 procent groeit, snakt naar extra investeringen. Vandaag heeft het bedrijf daar drie fabrieken – in Tsjechië, Polen en Roemenië. Er worden vooral diepvriesproducten gemaakt, met een leveringsradius van 1.000 kilometer. Ook met de broodjesketen Panos heeft de groep een 25-tal vestigingen in Polen, Tsjechië, Slovakije en Hongarije. Daar moeten er volgend jaar nog eens tien bijkomen. De Centraal-Europese markt is goed voor een derde van de 513 miljoen euro omzet.
La Lorraine heeft de sterke groei in Oost-Europa altijd verklaard vanuit de groeiende middenklasse, die is opgegroeid met het standaardbrood uit het Sovjet-tijdperk en de voorbije tien jaar de Belgische broodvariaties met open armen onthaalt.
In België is de ‘grote warme bakker’ zoals de familiale CEO Guido Vanherpe het bedrijf graag noemt, marktleider in dagvers brood. Elke dag voorzien de vijf regionale bakkerijen 1.500 supermarkten van dagvers brood en patisserie. Vorig jaar werd La Lorraine ‘Onderneming van het Jaar’.