Een Belgisch huishouden gaf in 2012 gemiddeld bijna 35 500 euro uit. Dat blijkt uit het nieuwe huishoudbudgetonderzoek dat de FOD Economie dinsdag heeft bekendgemaakt.
De grootste hap uit dat budget gaat naar de woning: 35 % van de bestedingen van een huishouden gaat naar wonen. Aan de woning zelf wordt 28,7 % (10 150 euro) besteed. Daar zit de huur in – voor eigenaars wordt een ‘geschatte’ huurprijs gebruikt, niet zomaar de afbetaling – maar ook kosten en energie-uitgaven, onderhoud en herstelling van de woning.
Daarbovenop komt 6,3 % of 2 250 euro voor de de aankoop van meubels, huishoudtoestellen, huishoudproducten, gereedschap voor huis en tuin, enz…
Voeding vormt een andere grote hap uit het budget: 15,1 % of 5 400 euro per jaar gaat naar voeding, alcohol en tabak. Voor voeding en niet-alcoholische dranken gaat het om 13,2 % van de uitgaven. Alcoholische dranken zijn goed voor 1,3 % van de bestedingen, en tabak voor 0,7 %.
Andere belangrijke uitgaveposten zijn transport en communicatie (15 % van de uitgaven), persoonlijke verzorging en diensten (10,9 %), cultuur en vrije tijd (8,5 %), horeca (6 %), kleding en schoeisel (5 %) en gezondheid (4,2 %).
Vergelijking met vorig onderzoek is moeilijk
Het vorige huishoudbudgetonderzoek werd uitgevoerd in 2010. Vergelijken tussen 2010 en 2012 is niet makkelijk: sinds 2010 is het onderzoek immers volledig veranderd, om op Europees niveau te kunnen vergelijken.
Met een huishouden wordt iedereen bedoeld die onder hetzelfde dak leeft, dus zowel gezinnen met kinderen als alleenstaanden. De gemiddelde uitgave per persoon in 2012 bedroeg 15 045 euro.
Het onderzoek is niet onbelangrijk, want op basis daarvan wordt de indexkorf bepaald.
