Lingerie-ontwerpster Murielle Scherre van La fille d’O slaakt een noodkreet. Als duurzame onderneemster heeft ze al 20 jaar moeite om winst te maken, maar nu is de situatie wel erg nijpend.
“Ik weet niet goed wat er precies aan de hand is, maar de verkoop gaat zo moeizaam dat ik jullie even benader”, schreef Murielle Scherre, zaakvoerster van het eerlijke, Belgische lingeriemerk La fille d’O in een story op Instagram. “Als u houdt van ons werk dat u ondersteunt, zou ik voor een keer om uw steun willen vragen, omdat we eenvoudigweg niet kunnen voortbestaan als u niet bij ons blijft kopen. Alstublieft, koop bij ons en bij alle andere duurzame, lokale en innovatieve makers.”
“Mijn klanten vertellen me dat ze geen geld over hebben om lingerie voor zichzelf te kopen”
“Ik vind het erg moeilijk om hier publiekelijk over te spreken”, reageert een emotionele Scherre aan de telefoon. “Als je zo persoonlijk in je eigen zaak staat, voelt het of je zelf faalt. Ik stel me erg kwetsbaar op. Ik worstel ook met schaamte, omdat ik me verantwoordelijk voel voor mijn team, mijn ateliers en iedereen met wie ik werk. Ik ben al 21 jaar bezig, ik ben ook al 21 jaar aan het zweten, maar het wordt erger. Het kan toch niet zijn dat het in België bijna onmogelijk is om duurzaam te ondernemen?”
Scherre begon haar lingeriemerk La fille d’O in 2003 en was een pionier in de ethische waarden die ze bij de productie hanteerde. Hoewel ze wereldwijd verkoopt, onder meer in New York, bleef haar productie volledig Belgisch. Ze zette van bij het begin in op duurzaamheid en staat voor een inclusief mensbeeld en body positivity, lang voor dat modewoorden werd. Op Instagram toont ze gewone vrouwen met gewone lichamen, niet gefotoshopt. Haar lingerie is bekend en gegeerd. Wereldsterren als Rihanna werden erin gesignaleerd. Maar Scherre meldde ook geregeld dat ze bij andere merken beha’s zag opduiken die verdacht veel op haar ontwerpen leken, maar dan voor een fractie van de prijs. “Waar ik ze moet verkopen voor 120 euro – lokaal en duurzaam produceren is duur – maken zij een kopie voor 20 euro.”
Onfair label
Vandaag staat het water haar aan de lippen. “Er komt nu heel veel samen. Het is altijd al moeilijk geweest – ik heb de voorbije twintig jaar maar één keer winst gemaakt – maar de verkoop is nog nooit zo slecht geweest als nu. Mijn klanten vertellen me dat ze geen geld over hebben om lingerie voor zichzelf te kopen. Het gezinsbudget gaat naar energie, de huur en de duurdere winkelkar.”
Dat komt bovenop andere factoren. “In de mode financier je je nieuwe collectie met de verkoop van de vorige, maar daar zit twee jaar tussen. Door de wekenlange sluiting van winkels tijdens corona is veel stock blijven liggen.” Daarbovenop zijn wereldwijd 11 van de 20 multimerkenwinkels die haar merk verkochten failliet gegaan. “En dus moest ik in mijn eigen winkels dubbel zoveel voorraad als normaal verkocht krijgen. Daardoor kun je de put niet snel genoeg dichten.”
Tegelijk stegen haar productiekosten. “Lycra, een petroleumderivaat, werd duurder door de gestegen olieprijzen. Ik kan dat niet doorrekenen aan mijn klanten.” Daarbovenop kwam de indexering van de Belgische lonen. “Mijn naaisters krijgen een dertiende maand en alles wat werknemers in België krijgen. Ik wil dat ook. Maar door de indexering betaal ik nu omgerekend een loon voor acht mensen terwijl ik er nog steeds maar zeven in dienst heb. In China produceren ze voor een fractie van de prijs.”
Blijven spartelen
Ze houdt vast aan haar waarden, maar vindt dat er een onderscheid nodig is tussen eerlijke en oneerlijke producten. “Ik beantwoord al jaren aan alle eisen die vandaag aan de mode worden gesteld. Werk je niet ethisch, dan word je niet ter verantwoording geroepen. Er bestaat helaas geen label voor onfaire producten. Maar we liggen wel naast elkaar in de winkel. Als de verkoop uitblijft of mensen kopen liever goedkopere producten made in China, dan haal je het niet als duurzaam ondernemer.”
Is dit nu het einde van La fille d’O? “Ik ga blijven spartelen en kijken of ik op een andere manier op de markt kan blijven. De gedachte dat mijn eigen merk niet meer zou bestaan, is een nachtmerrie. Maar duurzaam ondernemen is hier vandaag gewoon niet duurzaam.”