mens en samenleving logo

Textiel van ananas: Portugal mikt op de kledingindustrie van de toekomst

In Portugal is de textielindustrie aan een grote moderniseringsslag bezig. Het land wil uitgroeien tot het centrum van Europese textiel.

Beatriz Marques kijkt naar het groene rechthoekje dat warm uit de machine komt. Als je eraan voelt, doet het denken aan een soort suède, zacht maar stevig. In een plastic kan bewaart ze de pasta waarvan het materiaal is gemaakt. Je hoeft er maar even aan te ruiken en je weet wat de basis is: eucalyptus. “Wat ik hier doe, is kijken wat de ideale temperatuur en ventilatie zijn voor dit materiaal”, zegt Marques.

We zijn bij de onderzoeksafdeling van textielcentrum Citeve, op een halfuurtje rijden ten noorden van de Portugese stad Porto. Citeve is het overkoepelende onderzoeks- en certificeringscentrum van de Portugese textielindustrie. Marques’ onderzoeksgroep is onderdeel van het vlaggenschipproject van de afdeling: nieuwe grondmaterialen vervaardigen voor textiel en opdruk, als alternatief voor alle materialen van fossiele grondstoffen. Dit om de notoire afvalberg te verkleinen die de mondiale textielindustrie achterlaat.

Verderop kijken twee onderzoekers door een microscoop, terwijl de teamleider overzicht probeert te houden. Dit is nog maar één van de afdelingen. Perswoordvoerder Cristina Castro laat het gebouw zien: van een machine die vezels uit elkaar trekt tot het punt dat ze knappen, tot een soort oven waarin zonlicht wordt nagebootst om te controleren bij hoeveel uur de stof verkleurt en een ruimte vol wasmachines die constant hun programma’s afdraaien om de slijtage op stoffen te meten.

Nu de Europese Unie naar een duurzame textielindustrie wil, het liefst zoveel mogelijk geproduceerd op het eigen continent, speelt Citeve hierop in. Of eigenlijk, zoals Castro meerdere keren benadrukt: “We proberen de ontwikkelingen voor te zijn.” Dus zodra de Europese Unie iets verplicht stelt, zoals dat binnen twee jaar recyclage verplicht zal worden, is Citeve hier al nieuwe technieken voor aan het onderzoeken voor de Portugese textielindustrie.

“Gooi een shirt van natuurlijke vezels, bijvoorbeeld linnen, en eentje met synthetische materialen op een afvalberg en je ziet het verschil gelijk”, zegt perswoordvoerder Castro, nu Marques verdergaat met haar test. “De eerste breekt af in een dag of vijftien. De tweede doet daar eeuwig over.”

Veel belangrijker nog: de synthetische materialen zijn niet te recycleren, terwijl natuurlijke vezels eenvoudig te versnijden en opnieuw te weven zijn. Castro pakt een pluizige pluk stof van een plank, het is alsof je wat vulling uit je oude teddybeer hebt getrokken, die al deels tot een nieuwe draad is geweven. Het komt uit de recycleermachine, waarbij de stof die erin is gegaan van natuurlijke vezels was.

Eucalyptusbossen

In Portugal, dat vol staat met eucalyptusbossen voor de papierindustrie, zou het ideaal zijn om dit ook als natuurlijke grondstof te gebruiken voor textiel. Maar er zijn meer opties. In een houten raamwerk op de grond van de onderzoeksruimte liggen materialen waarmee geëxperimenteerd wordt: ananas, zonnebloemstengels, bananenplant, olijfboombladeren. Allemaal wél recycleerbaar, en dus interessant zodra de Europese wetten vanaf volgend jaar veranderen.

Vermoedelijk de leukste baan bij Citeve is die van onderzoeker Artur Carrasqueiro. Hij prepareert een stuk stof over een aantal klemmen en bouwt zo een kleine bank na. Die gaat in een apart hokje met afzuiging, waarna hij er een minuscuul stapeltje hout op zet. Hij houdt er een aansteker bij – die uiteraard nu er een journalist meekijkt niet werkt. “Vuurtje nodig?”, vraagt Castro, met rokerige stem.

We kijken door glas toe hoe het vuur zich door het materiaal vreet, met alle informatie die dat oplevert, zoals de snelheid en temperatuur. Zo weten de onderzoekers of er genoeg brandwerend materiaal in zit, of dat het vuur zich juist te snel over een bank zou verspreiden. Het is de originele functie van Citeve: kwaliteitscontrole en keurmerken. Hier worden textielproducten getest op bijvoorbeeld schadelijke chemicaliën.

Van oudsher heeft Portugal een stevige textielsector. Het begon als productieland – oudere Spanjaarden herinneren zich nog de tijd dat je de grens overging om goedkope handdoeken en dergelijke te kopen in Portugal. Totdat rond pakweg de millenniumwisseling de goedkope textielproductie vanuit China opkwam.

Digitalisering en innovatie

Steeds meer richtte Portugal zich vanaf die tijd op kwaliteit, waarbij de bedrijven gebruikmaken van technologische innovatie van onder andere Citeve. In het afgelopen decennium maakte Portugal de volgende moderniseringsslag door: digitalisering en innovatie in de textiel.

Dat valt, niet geheel toevallig, samen met het actieplan van de Portugese overheid. Portugal maakt gebruik van geld uit het EU-herstelfonds Next Generation EU, bedoeld om EU-lidstaten na de klap van het coronavirus te helpen hun economie weer op te bouwen met duurzame projecten.

Hierbij heeft Portugal doelen gesteld voor een duurzame bio-economie, zo blijkt uit het plan Recuperar Portugal, Construindo o Futuro (Portugal herstellen, toekomst bouwen) uit 2022. De textielindustrie wordt hierin expliciet genoemd als sector voor groene transitie.

Want die industrie is wereldwijd een van de grootste vervuilers; 20 % van de watervervuiling is er bijvoorbeeld uit afkomstig, en de mode-industrie is goed voor 10 % van de wereldwijde CO2-uitstoot.

Per jaar produceert iedere inwoner van de EU gemiddeld 16 kilo aan textielafval. Daar staat tegenover dat maar 1 % van gebruikte kleren wordt gerecycleerd, volgens cijfers van het Europees Parlement. Het merendeel van de kleren komt nu nog op massale stortplaatsen terecht, zoals in de Atacamawoestijn van Chili, waar jaarlijks 39.000 ton kleren gedumpt wordt.

Om beter zicht te krijgen op de productieketen, wordt in 2030 in de EU het Digital Product Passport (DPP) verplicht. Hierbij wordt per kledingstuk of textielproduct een hele rits aan informatie digitaal vastgelegd, van grondstof tot productie, hoeveel chemicaliën een kledingstuk bevat, hoeveel CO2 bij de productie gemoeid is, of in welke fabriek de delen aan elkaar genaaid zijn. Citeve bereidde zich al enkele jaren voor op de komst van het DPP, zodat het er nu al een prototype van kan tonen.

Algemeen directeur Braz Costa laat het in zijn kantoor op zijn telefoon zien. Van een jurk wordt duidelijk dat die een A is op het gebied van productie en duurzaamheid, want ze bestaat uit gerecycleerd materiaal. Voor een ander product, een trui, is juist meer dan 200 liter water gebruikt, waardoor het een E krijgt op de schaal, de op een na laagste beoordeling.

Het is vergelijkbaar met de schaal die je in supermarktproducten ziet, of met het duurzaamheidslabel van een woning. De trotse Portugees benadrukt nog maar eens wat perswoordvoerder Castro al zei: het gaat ze er hier allemaal om de golf voor te zijn. “Onze handel is anticipatie.”

De textielindustrie is voor Portugal belangrijk voor de economie. Zelfs tijdens de Portugese economische crisis, na de bankencrisis van 2008, toen de textielsector gesteund moest worden door de trojka (IMF, EU en ECB), bleef de sector overeind – in tegenstelling tot een andere pijler onder de Portugese economie: het toerisme.

Ook in opdracht van bedrijven doet Citeve onderzoek. Wanneer bijvoorbeeld Inditex – moederbedrijf van kledingketens als Zara, Bershka en Pull&Bear een kledinglijn laat produceren in Bangladesh, moet het wel zeker zijn dat alles klopt: is een trui inderdaad 40 % wol? Hoeveel wasbeurten kan die aan?

Biokatoen

Daarvoor stuurt een bedrijf samples naar Citeve, terwijl Citeve daarnaast steekproefgewijs tests uitvoert voor de certificering. In pakweg een op de vijf gevallen moet het label worden aangepast, omdat de verhouding van het textiel toch anders blijkt dan de fabriek had gesteld.

Lang niet alles valt te controleren. Biokatoen, waar momenteel zoveel kledingmerken mee schermen als duurzamer alternatief, valt bijvoorbeeld niet te verifiëren zodra dat eenmaal is verwerkt. Eén ding dat wel zeker is, aldus Castro: “Er zijn meer kledingstukken in omloop die zogenaamd zijn gemaakt met biokatoen dan er daadwerkelijk worden geproduceerd. Dus we weten dat er ergens in de keten gelogen wordt. We weten alleen niet precies waar. Voor bedrijven is dat ook heel moeilijk te achterhalen, ook al willen ze dat wel. We verwachten wel dat dit in de toekomst gaat lukken.”

Het moederbedrijf Inditex is net noordelijk van Portugal, in de Spaanse provincie Galicië, gevestigd. Vooral in het begin van de jaren 2000 was er een ideale kruisbestuiving tussen Inditex en de cluster van Portugese textielindustrie rondom Citeve. Inditex staat wereldwijd in de top drie van grootste kledingbedrijven als het gaat om beurswaarde – pakweg 160 miljard euro.

Maar volgens algemeen directeur Costa zijn de ogen van Portugal helemaal niet meer zo sterk op Spanje gericht, maar meer op wat er op andere plekken in de wereld gebeurt. Hij vertelt dat hij naar Wuhan in China afreisde.
In die universiteitsstad, waar 1,2 miljoen studenten wonen, wordt op grote schaal onderzoek gedaan naar textiel. “Dat is het voordeel dat de Chinezen hebben, zij kunnen gewoon duizenden onderzoekers op een onderwerp zetten”, zegt Costa. “Ze maken dezelfde ontwikkeling door als Portugal heeft doorgemaakt, wij begonnen ook als productieland voor grote hoeveelheden textiel.”

Binnen Europa ziet Costa een belangrijke plek voor de Portugese textielindustrie met een focus op de duurzame doelen ontstaan. Volgens hem heeft Italië zonder twijfel nog steeds de leiding als het gaat om mode, in Duitsland zijn ze heel goed in het maken van technische stoffen voor bijvoorbeeld beschermende kleding of textiel voor medische toepassingen.

“Wat Portugal kan bieden is een cluster in het noorden van het land, waar vrijwel alle Portugese bedrijven binnen een straal van 50 kilometer rondom Citeve gevestigd zijn”, zegt Costa. “Als je hier met een project bezig bent, kan je even snel naar de buren rijden voor hun hulp.”

Om de textielsector verder te laten groeien en competitief te houden, helemaal nu China ook een moderniseringsslag doormaakt, moet volgens Costa permanent vooruitgekeken worden. “We hebben nu één decennium om duurzame alternatieven te vinden voor textiel gebaseerd op fossiele brandstoffen, een techniek waar de mensen een eeuw over hebben gedaan om het te perfectioneren”, stelt Costa. “De groene economie is echt een van de grootste uitdagingen in de textielindustrie.”

VAN EERTEN, J. Textiel van ananas: Portugal mikt op de kledingindustrie van de toekomst. De Morgen, 30 oktober 2024, 14.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers