Cowboy, de Brusselse bouwer van elektrische stadsfietsen, laat zijn strategie los waarbij klanten voor onderhoud alleen online en bij Cowboy zelf terechtkunnen.
De essentie
- Eigenaars van een Cowboy-fiets kunnen die in de toekomst laten onderhouden bij gewone fietsenwinkels. Nu kan dat alleen bij Cowboy zelf.
- Daarvoor wil de Brusselse e-fietsenmaker voor het einde van het jaar samenwerkingen met 300 fietsenwinkels in 60 Europese steden beginnen.
- De betrokken winkels gaan ook nieuwe Cowboy-fietsen verkopen en testritten aanbieden.
- Het is een belangrijke strategieswitch voor het bedrijf, dat vorig jaar 32 miljoen euro verlies boekte.
Cowboy wil tegen het einde van het jaar een netwerk van minstens 300 onafhankelijke fietsenwinkels hebben in 60 Belgische en buitenlandse steden. Klanten moeten daar terechtkunnen voor het onderhoud van hun elektrische fiets van het Brusselse bedrijf. Dat maakte Cowboy in de nacht van zondag op maandag bekend. In ons land zijn contracten gesloten met ‘een tiental retailpartners’. Die werken nog niet als Cowboy-reparateur omdat ze daartoe nog opgeleid worden. De fietsenbouwer wil daarom nog geen namen vrijgeven.
Tot nu moesten eigenaars van een Cowboy-fiets het merk zelf contacteren voor de reparatie van hun defecte exemplaar. Cowboy stuurde dan een mobiel serviceteam om de fiets ter plekke te herstellen. Klanten die met een defecte Cowboy naar de reguliere fietsenmaker om de hoek gingen, kwamen van een koude kermis thuis, omdat die niet beschikte over de nodige wisselstukken.
In maart hintte Cowboy-CEO Adrien Roose al op wijzigingen aan dat model. ‘We kijken naar de beste manier om onze klant te bedienen’, zei hij. ‘In sommige gevallen of gebieden kan het zijn dat mensen voor hun onderhoud liever naar de fietsenwinkel gaan. Dat bekijken we nu.’ De prijzen van het onderhoud via de partnerfietsenwinkels zullen gelijk zijn aan die bij de eigen servicedienst, zegt het bedrijf.
Wijziging businessmodel
De fietsenwinkels die met Cowboy in zee gaan, zullen ook nieuwe fietsen van het merk verkopen. Ook dat is een verandering van het businessmodel, want nu gebeurt de verkoop alleen online en in de eigen winkels van het merk in Molenbeek, Parijs en Berlijn. Potentiële klanten kunnen tegen eind dit jaar op meer plaatsen terecht voor een proefrit. Dat moet de verkoop een impuls geven. ‘De meeste mensen die een rit op een Cowboy hebben gemaakt, kopen er een’, zei medeoprichter Tanguy Goretti in maart. ‘We hebben nu de schaal om een omnikanaal verkoopstrategie volledig te implementeren’, zegt Cowboy nu.
Sinds zijn oprichting in 2017 volgde Cowboy een businessmodel geïnspireerd door dat van het techbedrijf Apple, waarbij het bedrijf zoveel mogelijk een rechtstreekse relatie met de klant behoudt. De e-fietsen waren tot voor kort bijna uitsluitend online te koop. Daarmee hielden de Brusselaars net als Apple een maximale controle over de verkoopprijs en de winstmarges. Ook via zijn app hoopt Cowboy klanten nauw aan zich te binden.
Cowboy-fietsen bestaan volledig uit zelf ontworpen onderdelen. Het merk doet zo goed als geen beroep op grote en bekende leveranciers als Bosch, Shimano of Enviolo. De keerzijde daarvan is dat fietsenmakers Cowboys niet kunnen repareren.
Door alsnog met externe fietsenwinkels en -reparateurs in zee te gaan laat Cowboy die strategie deels los. Het is daarin lang niet de enige. Het afgelopen jaar bleek herhaaldelijk dat onderhoud en reparaties de achilleshiel zijn van groeiende fietsmerken die hun fietsen online verkopen en de wereld willen veroveren met een minimum aan bakstenen vestigingen.
De aanzienlijk grotere Nederlandse Cowboy-concurrent VanMoof ging vorig jaar al door de knieën door een deel van de reparaties aan externe fietsenwinkels uit te besteden toen de wachttijden hoog opliepen. Dat leidde tot veel klachten van ontevreden klanten. Een nachtmerrie die Cowboy nu voor is.
Cowboy was al geruime tijd op zoek naar externe vertegenwoordigers. De krant De Standaard kon in maart documenten over een Cowboy-partnerschap voor fietsen-makers inkijken. Daarin stond dat fietsers zelf onderdelen bij het merk moesten bestellen om ze door de onafhankelijke reparateur te laten monteren. Cowboy bevestigt die werkwijze nu. Op de langere termijn wil het merk wel rechtstreeks fietswinkels beleveren met onderdelen. Deelnemende winkels moeten daarnaast minstens een fiets in stock houden voor testritten.
Cowboy, dat sinds zijn oprichting in 2017 ruim 50.000 elektrische stadsfietsen heeft verkocht, heeft moeilijke jaren achter de rug. Het bedrijf had zwaar te lijden onder de coronacrisis, die tot onderdelen-krapte leidde en de lancering van het nieuwe model Cowboy 4 doorkruiste. Vorig jaar boekte het bedrijf een verlies van bijna 32 miljoen euro.
Dat noopte Cowboy tot een strategiewijziging. Het borg ambitieuze groeiplannen in de Verenigde Staten op. De aandacht gaat nu in eerste instantie naar het maken van winst. Begin dit jaar haalde Cowboy bij zijn bestaande aandeelhouders 10 miljoen euro vers kapitaal op. Via crowdfunding kwam daar in april 1,5 miljoen euro bij. Dat is volgens Roose voldoende om vanaf de tweede helft van dit jaar winstgevend te zijn. 2024 moet het eerste volledig winstgevende jaar worden.
