Elk kind droomt ervan te kunnen opgroeien in een warme omgeving met een goed dak boven het hoofd. Helaas is dat voor één op de vijf kinderen in ons land niet de realiteit. ‘Mensen in armoede worden wel gehoord, maar dat is soms schijnparticipatie’, zegt Heidi Degerickx. Als algemeen coördinator van het Vlaams Netwerk tegen Armoede geeft Heidi, samen met ervaringsdeskundige en stafmedewerker Cindy Van Geldorp, een stem aan mensen in armoede.
Dertig jaar geleden werden mensen in armoede voor het eerst betrokken bij de strijd tegen armoede.
Zijn er intussen stappen gezet?
Heidi: ‘Het armoedebeleid van de voorbije decennia is niet echt een succesverhaal. De armoedecijfers blijven hardnekkig stabiel omdat er veel meer op flankerende dan op structurele maatregelen wordt ingezet.
Sinds het Algemeen Verslag over de Armoede (1994) kan de politiek niet meer om armoede én om mensen in armoede zelf heen. Op die evolutie mogen onze verenigingen terecht trots zijn. Ze geven een stem en een gezicht aan duizenden mensen in het maatschappelijke debat. Met de oprichting van het Vlaams Netwerk tegen Armoede in 2003 kregen mensen in armoede een formele stem in het Vlaamse beleid.
Maar vandaag kijkt zowel de politiek als de samenleving opnieuw anders naar armoede(bestrijding). De klemtoon ligt weer sterker op individuele verantwoordelijkheid. We worden nog altijd gehoord, maar dat is geregeld schijnparticipatie. Of er vloeien onvoldoende acties uit voort.’
Van straatveger tot stafmedewerker
Cindy: ‘Ik weet goed wat het betekent als je je recht op een menswaardig leven niet kunt waarmaken. Als kind groeide ik op in armoede. Daardoor kreeg ik minder kansen om te studeren of hobby’s uit te oefenen.
Gelukkig leerde ik in mijn tienerjaren Recht-Op Jongeren in Antwerpen kennen, een van de pioniers van de verenigingen waar armen het woord nemen. Ik kreeg er huiswerkbegeleiding en nam er deel aan activiteiten voor kinderen en jongeren. Dat was een ideale uitlaatklep om even te ontsnappen aan de dagelijkse ellende en mijn hoofd vrij te maken.
Door pesterijen op school én een zware depressie verliet ik op mijn achttiende de schoolbanken. Zonder diploma. Maar toen dacht ik dat het beter was om te werken om mijn moeder te helpen. Makkelijk was dat niet. Je komt terecht in het circuit van interimarbeid en slechtbetaalde jobs. Financieel bouw je niets op en dat maakt je heel onzeker over je toekomst.’
Dat brengt ons bij de vraag in welke mate werk een hefboom is om uit de armoede te raken.
Heidi: ‘We zijn vragende partij voor meer jobs op maat van mensen in armoede. Zorg er bijvoorbeeld voor dat ze volwaardig kunnen werken in de sociale economie. Interimarbeid of flexijobs leiden bijna nooit tot vaste tewerkstelling. Die werknemers zijn heel kwetsbaar op de arbeidsmarkt.’
Cindy: ‘Ik heb jarenlang bandwerk gedaan in Antwerpen en elders in Vlaanderen. Ik werkte in een fabriek voor auto-onderdelen, een vleeswarenbedrijf, de chocolade- en verpakkingsindustrie …
Vooral toen ik straatveger was bij de stad Antwerpen besefte ik: het gaat in het leven niet alleen over zomaar een job hebben. Het moet werk zijn dat je graag doet, anders hou je het niet vol.’
Norm sociale woningen
Naast werk is ook goed wonen een basisrecht. Vlaanderen doet nu een inhaalbeweging wat sociale huisvesting betreft. Een goede zaak?
Heidi: ‘Die inhaalbeweging juichen we zeker toe, maar het gaat allemaal veel te traag. Om diverse redenen raakt het vastgelegde budget zelfs niet op: administratieve drempels en een nieuw Vlaams woondecreet spelen hierin een rol.
Vlaanderen zou aan steden en gemeenten een minimumnorm moeten opleggen voor de bouw van sociale woningen. En bij nieuwbouw in de privésector zou in een verplicht percentage sociale bouw voorzien moeten worden.
Maar we zien het omgekeerde: nu mag een lokaal bestuur maximaal 15 procent sociale woningen bouwen, terwijl de behoefte in steden als Genk en Zelzate groter is. Ook Gent zit bijna aan die kritische drempel.’
Cindy: ‘Voor veel mensen is wonen onbetaalbaar. En wie recht heeft op een sociale woning krijgt te maken met lange wachtlijsten. In sommige gemeenten loopt de wachttijd op tot vijf of zelfs tien jaar.’
Wie het over (het risico op) armoede heeft, kan vandaag niet om de energieprijzen heen. Ook het sociaal energietarief stijgt …
Heidi: ‘Naast huur nemen vooral energiekosten een grote hap uit het gezinsbudget. Steeds meer mensen zijn bezorgd over de explosief stijgende energieprijzen en dreigen dieper in de energiearmoede te belanden. Die signalen krijgen we ook van onze verenigingen.
Daarom blijven we erop aandringen om het sociaal energietarief structureel te verankeren voor wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming. De groep rechthebbenden is uitgebreid, op 30 juni 2022 loopt die tijdelijke maatregel af. Daarna komen 500.000 gezinnen er niet meer voor in aanmerking.’
Over Heidi en Cindy:
Heidi Degerickx (44):
- Studeerde als sociaal agoog eind jaren ‘90 af aan UGent met een eindwerk over ‘Hoe respectvol hulp verlenen aan mensen in armoede?’
- Werkte van 2000 tot 2013 in Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen in Aalst, een vereniging waar armen het woord nemen
- Werkte van 2014 tot 2020 als onderzoeker aan de UGent en publiceerde een doctoraat in het Sociaal Werk over ‘het belang van stem geven aan mensen in armoede’ in België vanuit een historisch perspectief
- Is sinds juli 2021 algemeen coördinator Vlaams Netwerk tegen Armoede
Cindy Van Geldorp (31):
- Was ruim twaalf jaar actief bij Recht-Op Jongeren, een Antwerpse vereniging waar armen het woord nemen
- Kon dankzij Bind-Kracht (krachtgerichte hulpverlening) werken als ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen
- Werkt sinds 2018 als ervaringsdeskundige-stafmedewerker vorming en communicatie bij het Vlaams Netwerk tegen Armoede
- Is mama van een zoon van zes jaar