Vorig jaar is zo’n 18,18 % van de werknemers, bijna een op de vijf, in tijdelijke werkloosheid verzeild geraakt. Dat heeft de hr-dienstverlener SD Worx berekend. In het eerste coronajaar, 2020, lag het percentage tijdelijk werklozen nog dubbel zo hoog.
De sectoren waarin telewerk geen optie is – en die verplicht hun activiteiten moesten sluiten – zijn het zwaarst getroffen. Het gaat vooral om de kappers, fitnesscentra en de schoonheidssector (met 35,37 % tijdelijk werklozen), de horeca (28,73 %), de luchtvaart (14,22 %) en de podiumkunsten (13,18 %).
Bij de kappers en in de schoonheidszorg daalde het cijfer ook nauwelijks ten opzichte van 2020.
Vooral arbeiders
Werknemers met het statuut van ‘arbeider’ waren in 2021 oververtegenwoordigd in de cijfers van tijdelijke werkloosheid. Arbeiders brachten gemiddeld 4,12 % van hun werkdagen door als tijdelijk werkloze, terwijl dat voor bedienden maar 1,35 % was.
Dat grote verschil valt volgens Geert Vermeir, juridisch adviseur bij SD Worx, te verklaren doordat veel meer bedienden dan arbeiders de mogelijkheid hebben om te telewerken, en doordat de arbeiders een groter aandeel hebben in de tewerkstelling van die sectoren die het hardst door de coronacrisis getroffen zijn.