‘Om de armoede te ontvluchten kon ik enkel op mezelf rekenen’

Hassan Al Hilou (20) sliep als tiener op de vloer, vandaag hangen CEO’s aan zijn lippen
De boodschap van Hassan Al Hilou is duidelijk: wie je ook bent, waar je ook vandaan komt, je leven kun je in je eigen handen nemen.

Hij noemt zichzelf het kind naar wie CEO’s en ministers luisteren. Hassan Al Hilou (20) is opiniemaker, was ooit de jongste ondernemer in ons land en mag zich nu auteur van Ik ben Hassan noemen. ‘Ik schreef het zelf niet, daarvoor schaam ik me te veel voor mijn Nederlands.’

Eigenlijk had hij in de les moeten zitten voor zijn studies Idea & Innovation Management aan de Erasmushogeschool in Brussel. “En ik ga graag naar de les.” Maar als ondernemer moet Hassan Al Hilou keuzes maken. De 20-jarige weet als geen ander dat timing, strategie en een netwerk belangrijke factoren zijn die succes bepalen.

Als vijftienjarige had hij een idee voor een bedrijf. Hij zou er twee vliegen in een klap mee slaan. De wereld verbeteren en geld verdienen. Hij zou een platform bouwen waar jonge mensen tussen 15 en 30 met elkaar in debat gaan. Weg van de algoritmes van Facebook. Op termijn zou hij er wel geld mee kunnen verdienen. Met advertenties. Of een groot bedrijf dat zijn platform opkocht. Hij miste twee zaken om zijn idee om te zetten naar werkelijkheid: een netwerk en steun van buitenaf.

“Ik heb toen alle bedrijven uit de Bel20 een e-mail gestuurd. Ja ja, naar het ‘info@’-adres.” Hij ontving één antwoord: dat hij nog maar eens terug moest komen als hij 18 was. Al Hilou kan het nog steeds niet geloven: “Wat maakt leeftijd nu uit?”

Bij een tweede poging toonde de start-up accelerator Startit@KBC meteen interesse voor zijn idee. “Ik heb toen het hele huis rondgedanst.” Hij besefte als geen ander: dit is de eerste deur die ik moest openbeuken. “Uiteindelijk, wat ik van Startit@KBC kreeg, was bescheiden: geloof en een bureau. Meer niet.” In geen tijd haalde Al Hilou de nationale pers met zijn start-up YouthTalks als jongste ondernemer in België.

In de afgelopen vijf jaar is Al Hilou deuren blijven openen. De kleine jongen die in joggingpak en sneakers door Sint-Jans-Molenbeek slofte, draagt nu dure hemden, rijdt in zijn eigen Mercedes naar de kantoren van internationaal adviesbureau McKinsey in Louvain-la-Neuve en kocht een eigen plek in Brussel. Hij factureert voor zijn ideeën.

En daar geniet de twintiger zichtbaar van. Maar veel belangrijker dan die statussymbolen, is het netwerk dat hij in geen tijd uitbouwde. Wanneer hij vandaag een idee wil pitchen, zal hij het niet meer naar ‘info@’-adressen moeten sturen. Hij kan zijn plannen voorleggen aan machtige of invloedrijke mensen zoals Thomas Leysen, Harold Boël, Marion Debruyne en Ish Ait Hamou. En wanneer een politieke partij op zoek is naar strategisch advies komen ze zelf bij hem uit. Gwendolyn Rutten nam Al Hilou twee jaar geleden onder de arm als adviseur voor Open Vld.

Levend begraven

Al Hilou lijkt al dat succes te relativeren. Dat blijkt onder andere uit zijn voornemen om buurjongens en vrienden van vrienden te blijven helpen. Met advies of bijles, maakt niet uit. “Weet u waar ik vanavond bijles over zal geven? Over Nederlands. En ook wat wiskunde.” Al Hilou is zich heel erg bewust van zijn Nederlands. “Ik maak constant fouten. Heb je mijn Twitter-account al eens bekeken?” Nu doet hij er lacherig over, maar als tiener zat hij er enorm mee in. “Mijn gebrekkige taal hield me tegen. Ik voelde me vernederd.”

Vandaag heeft hij die schroom voor het grootste deel afgeworpen. “Hassan is helemaal Hassan”, bevestigen familie en kennissen. “Wanneer hij een ruimte binnenkomt, heeft iedereen hem gezien.” En hij wordt graag gezien. Vzw’s, werkgeversorganisaties, ambassades, businessclubs en scholen, ze nodigen hem allemaal uit. Hij komt langs om te inspireren. Om te vertellen dat diversiteit in de samenleving geen probleem, maar een kracht is. Bedrijven trommelen hem op om managers en werknemers toe te spreken: iedereen is in zijn ogen ondernemer van zijn eigen leven, ook als je in een groot, log bedrijf werkt.

Dat is meteen de belangrijkste boodschap in zijn boek Ik ben Hassan. Waar je ook vandaan komt, wie je ook bent, wat de tegenslagen ook mogen zijn, je kan je eigen leven in handen nemen.

Het klinkt in eerste instantie allemaal een beetje als een dominee die zijn volgelingen moed inspreekt. En daar is Al Hilou zich van bewust. “Ik ben nog maar twintig jaar en mensen willen me betalen om naar mij te luisteren. Ik moet zelf nog zo veel leren.” Dat bedrijven een twintiger uitnodigen die nog nooit in loondienst gewerkt heeft om managers op de werkvloer wakker te schudden, is zonder meer straf. Wanneer CEO’s en politici horen waar hij vandaan komt, zijn ze nog meer onder de indruk.

Al Hilous ouders vluchtten begin jaren 90 voor de Iraakse dictator Saddam Hoessein. Het plan was Australië, de bestemming heette uiteindelijk Vlaardingen in Nederland. Dat klinkt als een anticlimax, maar alles was beter dan Irak. Tijdens hun vlucht kwamen zijn ouders te weten dat twee van Al Hilous nonkels, die ontvoerd werden door het Saddam-regime, samen met tientallen anderen teruggevonden werden in een massagraf. Ze werden levend begraven.

Hassan Al Hilou werd geboren in 1999 in Vlaardingen. Hij is de jongste van drie. De deugniet. Het betwetertje. In Ik ben Hassan vertelt hij over de verhuis van Vlaardingen naar Sint-Jans-Molenbeek. Hij was toen negen. “Mijn zus, mijn broer en ik sliepen op de grond in een klein zoldertje dat we konden bereiken via een trap op de slaapkamer van mijn ouders. Ik was 9 en te jong om te beseffen dat we in armoede leefden. En ik was zeker te jong om te weten dat armoede je kansen beperkt. Sterker nog, ik vond het best wel gezellig.”

Zijn zus Fatimah herinnert zich nog hoe haar kleinste broer regelmatig alle aandacht naar zich toe zoog. “Hij trok als 11- of 12-jarige naar de bibliotheek om boeken over economie en politiek te lezen. Zodra hij thuiskwam, legde hij de ideeën die hij uit de boeken haalde voor aan de keukentafel.” Was Al Hilou toen al de keynote-spreker die hij vandaag zo graag speelt? Hij gebruikte alleszins zijn vers opgedane kennis om zijn gezin uit te dagen. “Hij was een echte spons. Hij las boeken die ik, als grote zus die negen jaar ouder ben, toen niet eens begreep.”

Die leergierigheid kende ook zijn nadelen. De tiener raakte verveeld op school. Wat hij daar aan de lessenaar leerde, wist hij al. En wanneer hij boeken wilde bespreken die hem interessant leken, vonden leraren dat hij het niveau niet aankon. “Ik ben toen heel snel gaan beseffen: als ik wil groeien, als ik uit de armoede wil geraken, zal ik op mezelf moeten rekenen.”

Al van zijn vijftiende analyseerde Al Hilou zijn leven als een onderneming. Wat waren zijn zwaktes? Wat waren zijn sterktes? “Ik wist wat ik wilde, namelijk uit armoede geraken. Ik wist welk talent ik had, namelijk snel kennis oppikken. Maar ik wist vooral wat ik miste: een netwerk en geld.” Zodra hij die eerste deuren had opengebroken, leerde hij dat hij iets in ruil kon geven voor die twee zaken. Al Hilou had toegang tot een moeilijk te bereiken gemeenschap: Brusselse jongeren. Zijn boodschap was er een die ondernemers, academici, politici en natuurlijk verschillende media maar al te graag oppikten: “Jullie zien probleemjongeren, ik zie talent.”

Ook begin dit jaar, na alweer een woelige nieuwjaarsnacht in Brussel, werd aan Al Hilou gevraagd door verschillende media waarom jongeren toch auto’s in brand staken. Hij zucht voor de eerste keer tijdens het gesprek. Het is voor de eerste keer ettelijke seconden stil. Maar dan herpakt hij zich. “Ik ben streng voor die jongeren. Ik veroordeel hun daden. Puur omdat ik hen zo graag zie.”

Onder de tussentitel Kom van je krent beschrijft Al Hilou in zijn boek een conversatie met een vriend uit de buurt. “Ik heb geen job, Hassan, omdat er racisme is.” Al Hilou noemt dat de wat-ik-ook-doe-het-zal-toch-niet-veranderen-mentaliteit. En daar moeten we volgens hem allemaal dringend van af. “Ik ontken niet dat er racisme is. Integendeel. Maar wat voor zin heeft het dat hij op die manier met die realiteit omgaat? Hij kon er wat empathie voor krijgen. Misschien sliep hij een nacht wat beter. Maar waar brengt hem dat?”

Al Hilou is duidelijk geërgerd door mensen die dagelijks een Facebook-bericht de wereld insturen met hoe onrechtvaardig de wereld is, maar die voor de rest hun heil zoeken in PlayStation-spelletjes. “Stop met naar racisme op macroniveau te kijken. Dat kan geen enkel individu aan. Kijk eerst naar jezelf. Onderschat jezelf niet.”

De jonge ondernemer trekt constant parallellen tussen wat fout loopt in de samenleving en zaken die hij ziet gebeuren in de bedrijven waar hij komt. “Werknemers in grote bedrijven voelen zich net als heel wat jongeren niet geapprecieerd. Ze vervelen zich. Ze vragen zich af wat voor nut ze hebben. Hoe verklaar je anders die dure functies die steeds meer opduiken als ‘purpose manager’ of ‘chief happiness officer’? Verspilde moeite”, zegt Al Hilou.

Echte leiders binnen een bedrijf zorgen voor hun mensen. Ze kijken naar hun talenten en geven hen de vrijheid en de middelen om die te ontwikkelen. “En dat betekent niet werknemers op dure cursussen sturen voor een papieren diploma. Zeg af en toe gewoon eens dat je van de mensen met wie je werkt houdt, dat je apprecieert wat ze voor je doen.” Een goede leider staat ten dienste van zijn mensen, niet omgekeerd.

Klinkt dat als een geboren politicus? Verschillende partijen hebben al eens aan de mouw van Al Hilou getrokken. “En dat mogen ze. Maar ik wil me nog even weghouden van de politiek. Ik hoop alleen dat zij beseffen dat zij de dokters van deze maatschappij zijn. Zij kunnen de zieke plekken in deze wereld helpen genezen. Ze moeten alleen het talent willen zien.”

Hassan Al Hilou, Ik ben Hassan, Pelckmans Pro, 128 p., 25 euro.

EVERS, F. ‘Om de armoede te ontvluchten kon ik enkel op mezelf rekenen’. De Morgen, 7 februari 2020, 8.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo