“Zijn vrienden tégen hem, dat heeft hem gekraakt”

En óf Rode Neuzen Dag nodig is. In Kapellen houdt een dokter een 14-jarige jongen al maanden thuis van school door psychische problemen die voortkomen uit pesterijen. Sinds deze week krijgt hij les via Bednet – zijn enige lijn met de buitenwereld. “Kijk rond. Deze vier muren. Dat is zijn leven. Allemaal dankzij pesten.”

Dinsdagnamiddag, Kapellen (Antwerpen). Een gezellige gezinswoning. Aan de muren hangen foto’s van een ouderpaar en hun vier kinderen. Het is 14.15uur en drie van die kinderen zitten op school. De vierde zit voor een opengeklapte laptop, centraal in de zithoek. Hij wacht en staart naar een leeg scherm. Vijftien kilometer verderop hebben zijn klasgenoten van het derde jaar Voeding-Verzorging namiddagpauze. Als ze zo meteen de klas binnenstappen voor het vak godsdienst, zal hier in Kapellen een venster naar de wereld opengaan. Een lesuur lang zal in deze woonkamer de stem van een leraar klinken en zal de jongen voor het scherm via een camera kunnen kijken naar het klaslokaal, waar hij in september z’n schooljaar begon. Net zolang tot het niet meer ging en de dokter hem definitief thuis hield.

Perfecte jongen

Zijn moeder, Sofie Peeters, aanschouwt het vanuit de eetkamer. Wat ze vandaag voelt is dubbel: ze zou de hemel willen danken voor Bednet. Maar tegelijk krimpt ze ineen bij het beeld van die mooie, perfecte jongen, in zijn joggingbroek op de sofa. In een gewone wereld zou haar jongen een léven hebben. Met hobby’s, het vooruitzicht van een eerste fuif en vrienden. Maar die heeft hij niet. De enige vriend die hij heeft, ligt op z’n schoot: de poes.

Ooit droomde haar zoon ervan om dokter te worden. Nu heeft hij geen enkel perspectief meer. Een uitzichtloze situatie, die het gevolg is van pesterijen in het vijfde leerjaar. Sofie Peeters: “Tot en met het vierde hadden wij een vrolijk kind. Een ‘stoere bink’. Deed aan thaiboks, zat in het voetbal. Had vrienden, lag goed in de groep. Iemand die altijd klaarstond voor een ander. Zat er iemand in de problemen? Hij kwam het oplossen. En gingen wij op reis, dan was hij de éérste van de vier kinderen die vriendjes maakte.”

Het keerpunt kwam in het vijfde leerjaar. Al een tijdje sukkelde Sofies zoon met zijn rug en z’n gewrichten, toen dokters ontdekten dat hij net als zijn moeder leed aan de ziekte van Bechterew, een soort van erfelijke reumatische aandoening. Maar: mits medicatie, zo zeiden z’n artsen, zou hij een min of meer normaal leven kunnen leiden. Eén ding wel: hij moest stoppen met sporten. Want dat was te belastend voor dat jonge, groeiende lichaam. Sofie: “Toen begon het. Hij kon er niks aan doen, maar kwam kilo’s bij. Ervoor had ons kind altijd een gemiddeld postuur gehad. Maar ineens, op korte tijd, kreeg hij overgewicht.” Sofie toont een foto. Het is er één van vier jaar geleden. Het beeld toont een lachende jongen, tien jaar oud, die je hooguit ‘mollig’ noemt. Niet zwaar, niet dik. Al dachten zijn klasgenoten daar dus anders over. “Het begon met één jongetje uit z’n klas. Hij lachte m’n zoon uit, meestal tijdens de turnles. ‘Hey dikzak, lukt het niet?’ ‘Eet anders nog wat meer.’ De pester was iemand die op school erg populair was en dus sloten steeds meer kinderen zich bij hem aan. Tot op zeker moment zelfs de vrienden van mijn zoon overstag gingen en zich – wellicht uit zelfbehoud – ook tegen hem keerden. Jongens met wie hij al bevriend was sinds de kleuterklas. Met wie hij jarenlang alles had gedeeld. Die voor elkaar door het vuur zouden zijn gegaan. En ineens waren ze tégen hem? Dat heeft hem gekraakt. Hij, die altijd anderen had geholpen, had niemand meer. Hij werd beschimpt, gepest, opgesloten in de toiletten. Hoe konden mensen zo hard zijn voor elkaar? Hij begreep het niet. Zijn geloof in de mensheid was weg.”

“Het heeft lang geduurd eer wij er thuis iets van wisten. Onze zoon kropte alles op. Pas tegen het einde van het schooljaar is alles aan het licht gekomen. De school heeft nog een schijnmanoeuvre gedaan om het zogezegd aan te pakken, maar dat was niet voldoende. Ons kind was kapot en niemand wilde hem helpen. In de zomervakantie is hij zich beginnen te krassen.”

Alles geprobeerd

Een nieuwe school moest soelaas brengen. Ze hebben er álles gedaan, zegt Sofie. Een streng anti-pestbeleid. Een lerarenteam dat haar zoon wilde helpen. “Maar hij kon die pesterijen van het vijfde leerjaar niet loslaten. Hij vertrouwde niemand meer, durfde geen vrienden maken en isoleerde zich op de speelplaats. Onze jongen was iemand geworden die wij niet meer herkenden. ‘Een depressie’, zei de dokter.”

Enkel in dat ene bewuste zesde leerjaar op die nieuwe school zijn de pesterijen uitgebleven. In het middelbaar begon alles van voor af aan. Opnieuw werd Sofies zoon het mikpunt van spot en opnieuw was dat om z’n overgewicht. Ze lachten hem uit, probeerden hem van de trap te duwen, maakten opmerkingen over z’n buik als hij tijdens het turnen niet meekon. Nochtans is de jongen, hier vandaag in de sofa, niet extreem dik. Já, hij is wat zwaarder. Maar dan op een manier zoals er in een middelbare school wel meer jongens wat zwaarder zijn.

“We hebben alles geprobeerd. Een diëtist. Werkt niet. Therapie. Helpt ook niet, want onze zoon praat zo moeilijk. Nu neemt hij antidepressiva. Het gaat niet goed met hem. Zijn zelfvertrouwen is gedaald tot onder nul. Hij vindt zichzelf waardeloos en kan niet meer vechten. Dat ene vijfde leerjaar heeft hem helemaal gesloopt. Voor buitenstaanders is dat moeilijk te begrijpen. Hoe kan één jaar nu zo’n impact hebben? Kijk naar hem. Het is niet anders.”

Oude droom opgepikt

Afgelopen september begon de zoon van Sofie aan zijn derde middelbaar. Hij startte in een nieuwe school en pikte zijn oude droom op om iets in de medische sector te doen. Niet meer als dokter, wel als zorgkundige. Maar het loopt niet goed. Na een paar weken is hij uitgevallen. Sindsdien zit hij op doktersvoorschrift thuis. Nu komt hij zelden of nooit nog buiten. “Wat je hier ziet. Deze vier muren. Dat is het voor hem.”

In twee maanden tijd probeerde de zoon van Sofie onlangs evenveel keer zelfmoord te plegen. Maar toen zijn ouders hem probeerden binnen te krijgen in de psychiatrische noodopvang, was er geen plek. Er kon pas over twee maanden een aanmeldingsgesprek komen en een opname zou ten vroegste over zes maanden kunnen. Daarom is het gezin recent uitgeweken naar private, niet-terugbetaalde psychiatrie. Daar wordt nu therapie voor hem opgestart. “Het kan met onze zoon vanaf hier twee kanten uit. Of hij ziet op een dag het licht en komt erdoor. Of we zijn hem binnenkort kwijt. Ik weet nog niet welke van de twee het wordt.”

VERMEIREN, S. “Zijn vrienden tégen hem, dat heeft hem gekraakt”. Het Laatste Nieuws, 29 november 2019, 3.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo