Kwart minder afval in oven

Omwille van het klimaat moeten we een half miljoen ton afval minder verbranden. Dat betekent meer afval voorkomen en nog meer recycleren.

Tegen 2030 moeten we in Vlaanderen 500.000 ton of een kwart minder afval verbranden dan vandaag. Zo sparen we 300.000 ton CO2 uit en dat is nodig om onze klimaatdoelen te halen. De doelstelling om de hoeveelheid te verbranden afval te verminderen, is in het kersverse Vlaamse regeerakkoord opgenomen.

Vandaag verbrandt Vlaanderen jaarlijks zowat 2,2 miljoen ton bedrijfs- en huishoudelijk afval, het merendeel in eigen land. Een deel gaat naar Brusselse, Waalse en Nederlandse en andere buitenlandse ovens. Van de huishoudens gaat het vooral om restafval, ongeveer 800.000 ton.

De hoeveelheid die verbrand wordt, gaat de jongste jaren lichtjes omhoog, terwijl het afval dat gestort wordt, evenredig afneemt. Dat is op zich goed omdat storten als de minst gunstige oplossing beschouwd wordt. En bij verbranding recupereren we de warmte om er (groene) stroom mee te maken en soms zelfs om huizen mee te verwarmen. Maar verbranden betekent ook CO2-uitstoot en daar willen we dus van af. ‘In de verbrandingsoven gaan veel bruikbare materialen bovendien gewoon in rook op, dat blijft een verlies’, zegt Jan Verheyen, de woordvoerder van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam).

Blauwe zak en gft-bak

De Ovam berekende dat zelfs met de uitvoering van een reeks al genomen of op til staande maatregelen, de hoeveelheid te verbranden afval op termijn toeneemt. De uitbreiding van de blauwe pmd-zak volstaat niet, de versoepeling van wat in de gft-bak mag evenmin, en ook met het selectief inzamelen van matrassen en meubelen zullen we het doel niet bereiken. Er zijn meer ingrepen nodig.

Preventie, het voorkomen van afval, wordt meer dan ooit het ­ordewoord. Dat kan gaan om de beperking van voedselverlies. Of de producenten verplichten om minder, lichtere en recycleerbare verpakkingen te gebruiken. Met z’n allen meer producten gaan delen en langer gebruiken hoort er ook bij.

Bedrijven moeten ook helemaal de circulaire toer op. ‘Idealiter wordt het afval van het ene bedrijf de grondstof van het andere’, zegt Verheyen.

En we zullen nog meer het afval dat overblijft, moeten sorteren. Zo zou er nog vooruitgang te boeken zijn als we meer textiel en elektroapparaten uit het restafval kunnen halen.

Dat gesorteerde afval moeten we meer recycleren. We halen vandaag een recyclagescore van zowat 70 procent. Dat moet naar 77,5 procent. Ook dat staat in het regeerakkoord. ‘De recyclage gebeurt liefst in eigen land’, zegt Verheyen. ‘Dat is ecologisch en economisch beter, zeker voor kunststoffen. Zo houden we de jobs hier. En we vermijden ondoorzichtige afvalstromen naar China of Turkije.’ Naar verwachting komt er een berg van een half miljoen ton kunststof per jaar bij.

Sorteren aan de bron

De Ovam is ervan overtuigd dat hogere heffingen voor verbranding de spelers uit de afvalwereld zullen stimuleren om naar alternatieven te zoeken. Dat instrument heeft bij de vermindering van het storten ook goed gewerkt.

Voor de burger zou het geen hoger kostenplaatje mogen betekenen. Verheyen: ‘Wel zullen van de Vlaming extra inspanningen gevraagd worden om nog meer van zijn huishoudelijk afval aan de bron te sorteren.’

Het zijn zowel de overheid (intercommunales) als privébedrijven die afval verbranden. Tegen de tweede helft van het komende decennium lopen veel vergunningen af en bij de vernieuwing daarvan zal de Vlaamse overheid rekening houden met de voorgenomen vermindering. ‘Wie zijn brood verdient met afval verbranden, zal niet blij zijn met de geplande reductie’, geeft Verheyen toe. ‘Maar de betrokkenen kunnen investeren in recyclinginstallaties, waarvan we er meer nodig zullen hebben. Met de opbrengst van de hogere heffingen kan de overheid in ruil een fonds oprichten om de afbouw van de capaciteit te begeleiden.’

Opslag in Nederland

De resterende verbrandingsovens zullen zo veel als mogelijk klimaatneutraal moeten zijn, bijvoorbeeld door het toepassen van koolstofopslag.

Drastisch en bruusk snijden in de verbrandingsmogelijkheden wil de Ovam liever niet. ‘De capaciteit is vandaag ongeveer in evenwicht met het aanbod. Het steekt soms nauw. Zo was er al twee jaar op rij (2018 en 2019) in de zomer meer bedrijfsafval dan we konden verbranden, enkele tienduizenden ton. Eén oven die zes maanden stilligt wegens onderhoud is daar dit jaar de oorzaak van. Het afval moest daardoor tijdelijk opgeslagen worden of uitgevoerd naar Nederland.’

‘Restafval zal blijven toenemen’

De bedrijven die aan afvalverbranding doen, hebben vragen bij de doelstelling om een kwart minder afval te verbanden tegen 2030. ‘Welke alternatieven komen er in de plaats?’, vraagt Maarten Geerts, de woordvoerder van sectororganisatie Go4Circle zich af.
‘Meer preventie en meer recyclen blijven ook onze bekommernis. Maar we moeten realistisch blijven: de bevolking neemt toe, de productie van restafval wellicht ook. Meer sorteren en recycleren levert ook onvermijdelijk een residu op. Waar gaan we daarmee naartoe? De verbrandingscapaciteit is vandaag al krap. Het kan toch niet de bedoeling zijn om dat afval te exporteren. Dan hebben we niet het voordeel het te kunnen verbranden voor de eigen energieproductie.’

YSEBAERT, T. Kwart minder afval in oven. De Standaard, 7 oktober 2019, 6.

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo